herhaling 5.1 en 5.2 naamgeving

herhaling 5.1 en 5.2 naamgeving
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

herhaling 5.1 en 5.2 naamgeving

Slide 1 - Tekstslide

Reacties en reactieproducten

Slide 2 - Tekstslide

branddriehoek

Slide 3 - Tekstslide

Verbrandingsproducten:

bij een verbranding reageert de brandstof met zuurstof, er ontstaan oxides.

Slide 4 - Tekstslide

Verbrandingsproducten
Bij een verbranding van aardgas zijn de belangrijkste verbrandingsproducten; koolstofdioxide en water.
Die verbrandingsproducten zijn reactieproducten.
Je verbrandt een stof en er ontstaan nieuwe stoffen; reactieproducten.

Slide 5 - Tekstslide

Welke 2 stoffen heb je altijd nodig voor een verbrandingsreactie?

Slide 6 - Open vraag

verbrandingsproducten:
verbranding van koolstof: 


verbranding van waterstof:   

Slide 7 - Tekstslide

Hofmann
Water kan je ontleden met het toestel van Hoffman. De waterstof kan je aantonen met een vlam het gas 'plopt'.
De zuurstof toon je aan met een gloeiend houtje.

Slide 8 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Dit zijn reacties waarmee je bepaalde stoffen kunt aantonen !!

Slide 9 - Tekstslide

Reagentia
Met een reagens kan je een specifiek soort stof aantonen. Het reagens reageert alleen met die stof. 
Een reagens is zelf aan te maken en voor veel verschillende stoffen.

Slide 10 - Tekstslide

Water aantonen
Met kopersulfaat kan je water aantonen. Kopersulfaat is wit maar kleurt blauw zodra het in aanraking komt met water.

Slide 11 - Tekstslide

Koolstofdioxide
Met helder kalkwater kan je koolstofdioxide aantonen. Door te blazen in het rietje verandert de vloeistof in een troebele witte kleur. 

Slide 12 - Tekstslide

Systematische namen
rationele naam 

Slide 13 - Tekstslide

Uitgang van stofnamen en telwoorden 

Slide 14 - Tekstslide

de naam voor CO
de formule bevat 1 C-atoom dus mono-koolstof
de formule bevat 1 O-atoom  dus mono-oxide
de naam wordt nu mono-koolstof-mono-oxide
mono aan het begin mag je weglaten dus koolstof-mono-oxide

Slide 15 - Tekstslide

de naam voor 
de formule bevat 2 P-atomen dus di-fosfor
de formule bevat 5-chloor atomen dus penta-chloride
de naam wordt dus 
di-fosfor-penta-chloride
P2Cl5

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de naam van ?
CO2
A
koolstofoxide
B
koolstofdioxide
C
dikoolstofoxide
D
koolstofmonoxide

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de naam van
P2Cl4

Slide 18 - Open vraag

Metaaloxide
Metaaloxide krijgen een naam ZONDER telwoord. 
FeO
heet ijzeroxide

heet aluminiumoxide

heet magnesiumchloride

 

Al2O3
MgCl2

Slide 19 - Tekstslide

Triviale namen
Water is bijzonder. Die heeft namelijk een triviale naam. 
Dit is niet de systematische naam. Hoe zou je dat met telwoorden opschrijven?

Slide 20 - Tekstslide

van naam naar formule

mono-stikstof-tri-oxide is 

natriumchloride is NaCl
NO3

Slide 21 - Tekstslide