Pesten (stellingen)

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Eens
Oneens

Slide 3 - Tekstslide


"Pesten is goed, want in de maatschappij moet je hard zijn"

Slide 4 - Tekstslide



"Pesters zijn zelf onzeker"

Slide 5 - Tekstslide


"Meelopers zijn ook verantwoordelijk als er gepest wordt"

Slide 6 - Tekstslide


"Ouders moeten altijd weten wat hun kinderen op het internet doen"

Slide 7 - Tekstslide



"Als je pesten meldt, is dat klikken"

Slide 8 - Tekstslide



"Toekijken is even erg als pesten"

Slide 9 - Tekstslide


"Op het internet is het makkelijker om sommige dingen te zeggen dan in het echt"

Slide 10 - Tekstslide


"Sommige leerlingen lokken uit dat ze gepest worden"

Slide 11 - Tekstslide



"Pesters hebben veel vrienden"

Slide 12 - Tekstslide



"Volwassenen pesten elkaar niet meer"

Slide 13 - Tekstslide



"Op elke school wordt er gepest"

Slide 14 - Tekstslide


"je kunt iemand die gepest wordt niet helpen, dan word je zelf ook gepest"

Slide 15 - Tekstslide


"De beste reactie op gepest worden, is niet reageren"

Slide 16 - Tekstslide


"Als ik gepest zou worden, zou ik het mijn ouders of docent vertellen"

Slide 17 - Tekstslide

Pesten gaat verder dan eens een ruzie of plagerij.

  • De pester valt het slachtoffer keer op keer lastig, dus niet maar één keertje.
  • Een pester pest bewust. Hij/zij wil zich groot voelen, om erbij te horen in de groep. Een pester wil cool zijn.
  • De pester brengt het slachtoffer schade toe: zowel lichamelijk als psychologisch.
  • Pesters kiezen vaak iemand uit die in hun ogen “zwakker” is.

Slide 18 - Tekstslide

Pesten gebeurt op verschillende manieren
  • Pesten kan met woorden: uitlachen of uitmaken en schelden, dreigen, kwaad spreken of liegen over iemand, afpersen, verkeerde dingen vertellen over iemand of over zijn ouders of zijn vrienden.
  • Pesten kan ook met daden: 
  1. door iemand pijn te doen: duwen, slaan en trekken of soms door iemand vast te binden of op te sluiten. 
  2. Door spullen overhoop te halen, stuk te maken, te stelen, of altijd opnieuw jassen of tassen te verstoppen.
  • Soms gebeurt het veel subtieler: door iemand na te bootsen, te negeren, hem of haar nooit uit te nodigen voor feestjes of door er nooit mee te praten.
  • Een andere vorm van pesten is cyberpesten.

Slide 19 - Tekstslide