3.2 Welvaart en ontwikkeling



3.2 Welvaart en ontwikkeling
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les



3.2 Welvaart en ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Welke criteria kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken?
  • Welke economische indicatoren kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken?
  • Wat zijn de eigenschappen en de beperkingen van die indicatoren?

Slide 2 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken:
Welke kenmerken laten zien hoe ver een land ontwikkeld is?

Slide 3 - Woordweb

Indicatoren ontwikkeling
  • BNP/hoofd
  • HDI
  • Toegang tot basisbehoeften
  • Levensverwachting
  • Energieverbruik
  • Bevolkingsgroei
  • Verstedelijking

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit hoe het BNP/hoofd een indicator is van de ontwikkeling van een land.

Slide 5 - Open vraag

BNP
Bruto Nationaal Product: de inkomsten van alle mensen in een land, ook die in het buitenland werken. 

Bruto Binnenlands product: de productie van een land, zonder de mensen die in het buitenland werken, met de buitenlanders die hier werken. 

Slide 6 - Tekstslide

BNP/hoofd
De gemiddelde inkomsten van een persoon in dat land. 

Om landen te vergelijken wordt dit cijfer gebruikt. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke nadelen van het BNP/hoofd kan je bedenken?

Slide 8 - Open vraag

Nadelen BNP/hoofd
  • Sociale ongelijkheid niet zichtbaar
  • Regionale ongelijkheid niet zichtbaar   ---> BRP
  • Onbetrouwbare gegevens; 
       informele sector, ruilhandel en zelfvoorziening ontbreken. 
  • Weergegeven in dollars; 
       nadelige wisselkoers kan onjuiste weergave van de       
       werkelijkheid geven
  • Prijsverschillen niet duidelijk  ---> Koopkracht

Slide 9 - Tekstslide

Nadelen BNP/inwoner
  • Betrouwbaarheid
  • Wisselkoers
  • Koopkracht
  • Het is een gemiddelde
  • Regionale ongelijkheid

Slide 10 - Tekstslide

Hamburger
index

Ook wel big mac index
Waarom handig?

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Human Development Index
Samengestelde indicator van:
  1. BNP per inwoner
  2. Levensverwachting
  3. Analfabetisme

Hoe dichter bij 1, hoe beter het land ontwikkeld is. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Welke nadelen zitten er aan het gebruik van het HDI als vergelijkingsindicator?

Slide 15 - Open vraag

Nadelen
  • Regionale en sociale ongelijkheid niet zichtbaar
-> regionale HDI
-> Geen oplossing voor sociale ongelijkheid

Slide 16 - Tekstslide

Hoe is de samenstelling van de beroepsbevolking een goede indicator van het ontwikkelingsniveau van een land?

Slide 17 - Open vraag

Samenstelling beroepsbevolking
Primaire sector: zelfvoorzienende landbouw in ontwikkelingslanden, ontwikkelde landen produceren voor de handel. 

Secundaire sector: verplaatst vanuit ontwikkelde landen naar ontwikkelingslanden, hierdoor zijn landen in ontwikkeling gekomen

Tertiaire sector: ontwikkelde landen helemaal overgegaan op een diensteneconomie. In ontwikkelingslanden wordt ook in de dienstensector gewerkt, maar dan ongeschoold en vaak in de informele sector. 

Slide 18 - Tekstslide

1. India is het nieuwe China
2. Het wereldsysteem verandert 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Welke indicatoren zijn onderdeel van de Human Development Index (HDI)?
A
BNP/hoofd, bevolkingsgroei, zuigelingensterfte
B
BNP/hoofd, artsendichtheid, scholingsgraad
C
BNP/hoofd, levensverwachting, analfabetisme
D
BNP/hoofd, vruchtbaarheidscijfer, toegang tot basisbehoeften

Slide 21 - Quizvraag

Hoe wordt de HDI gerankt?
Hoe dichter bij ..., hoe beter ontwikkeld
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 22 - Quizvraag

Welke verdeling was er vroeger in het wereldsysteem?
A
Centrum-periferie
B
Centrum-semiperiferie
C
Semiperiferie-periferie
D
centrum-semiperiferie-periferie

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de benaming voor de groep opkomende landen?
A
Centrum
B
Semiperiferie
C
Periferie

Slide 24 - Quizvraag

Een veranderend wereldsysteem
Vroeger: Centrum-periferie; rijk-arm; noord-zuid; afhankelijkheidsrelatie

Tegenwoordig: Centrum-semiperiferie-periferie; een nieuwe groep opkomende landen vormen de semiperiferie (Aziatische tijgers, BRIC-landen)

Slide 25 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties:
1. Centrum ; 2. Semiperiferie; 3. Periferie
A. Primair ; B. Secundair ; C. Tertiair

Slide 26 - Open vraag

Bekijk het kaartje. Gaat dit over sociale ongelijkheid of regionale ongelijkheid?
A
sociale ongelijkheid
B
regionale ongelijkheid

Slide 27 - Quizvraag

Welke kenmerken van Arm of Rijk zie je?

Slide 28 - Open vraag

Welk type ongelijkheid zie je in de afbeelding?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid

Slide 29 - Quizvraag

Welke nadelen heeft BNP/hoofd?

Slide 30 - Open vraag

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 31 - Sleepvraag

Wat zegt dit kenmerk over de economische ontwikkeling?
Hoger / meer is beter
Lager / minder is beter
Geboortecijfer
Sterftecijfer
Omvang primaire sector
Omvang tertiaire sector
HDI
Analfabetisme
Aantal artsen per 1000 inwoners
Verstedelijking
Internetverbindingen
Levensverwachting

Slide 32 - Sleepvraag

Wat meet je met de hamburgerindex?

Slide 33 - Open vraag

Analfabetisme is een voorbeeld van een
A
demografisch kenmerk
B
economisch kenmerk
C
sociaal-cultureel kenmerk

Slide 34 - Quizvraag

Levensverwachting is een
A
demografisch kenmerk
B
sociaal-cultureel kenmerk

Slide 35 - Quizvraag

De informele sector behoort tot
A
de primaire sector
B
de secundaire sector
C
de tertiaire sector
D
de quartaire sector

Slide 36 - Quizvraag