Opfrissen Helpende plus

Even opfrissen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Even opfrissen

Slide 1 - Tekstslide

Rapporteren doe je feitelijk en respectvol.
Wat is hier GEEN voorbeeld van
A
Mw heeft 6 glazen water gedronken.
B
Mw heeft 100cc urine in de katheterzak.
C
De stuit van mw. ziet er vreselijk uit.
D
Mw. heeft een smetplek onder de rechterborst.

Slide 2 - Quizvraag

De ademhaling van Dhr. Hendrik is te langzaam
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 3 - Quizvraag

wat is de wet BIG?
A
Wet langdurige zorg
B
Kwaliteitswet zorginstellingen
C
Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg
D
Wet Zorg en dwang

Slide 4 - Quizvraag

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg zorgt ervoor dat
A
verpleegtechnische handelingen goed uitgevoerd worden
B
er geen cliënten tegen hun zin verzorgd kunnen worden
C
de cliënt recht heeft op informatie
D
incidenten gemeld kunnen worden

Slide 5 - Quizvraag

Waarvoor staan de letters WZD?
A
Wet Zorg en Dwang
B
Wetenschappelijk bureau voor Zorgen en Wonen
C
Wet die de kwaliteit van zorg regelt
D
Wet Zonder Dwang

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van onvrijwillige zorg
A
Toezicht houden
B
Medicatie aanreiken
C
Hulp bij het eten
D
Bewegingsmelder

Slide 7 - Quizvraag

Welke uitspraak is goed
A
Je mag geen melding maken van huiselijk geweld als de cliënt geen toestemming geeft.
B
Meldcode huiselijk geweld is ter bescherming van de zorgprofessional
C
Als zorgaanbieder ben je niet verplicht om een meldcode op te stellen
D
financieel misbruik is geen vorm van huiselijk geweld

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel ademhalingen per minuut heb je gemiddeld?
A
14
B
26
C
6
D
10

Slide 9 - Quizvraag

De druk in in de bloedvaten als het hart zich ontspant is de
A
bovendruk
B
onderdruk

Slide 10 - Quizvraag

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de functie van de grote bloedsomloop
A
zorgen dat het bloed O2 krijgt
B
kloppen van het hart
C
Alle delen van het lichaam voorzien van O2
D
uitwisseling van O2 en CO2

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de normale lichaamstemperatuur?
A
tussen de 36.0 en 37.5
B
tussen de 35.5 en 37.5
C
dat is persoonlijk
D
tussen de 37.5 en 38.5

Slide 13 - Quizvraag

Welke methode gebruik je als je de meest betrouwbare lichaamstemperatuur wil meten
A
axillair
B
tympaan
C
oraal
D
rectaal

Slide 14 - Quizvraag

Iemand met diabetes
A
mag geen suiker eten
B
moet heel veel sporten
C
moet regelmatig eten
D
moet weinig eten

Slide 15 - Quizvraag

wat is een hyperglykemie
A
BLOEDSUIKER TE HOOG
B
BLOEDSUIKER TE LAAG
C
bloeddruk te hoog
D
bloeddruk te laag

Slide 16 - Quizvraag

CVA
Cerebraal vasculair accident
Wat hoort hier niet bij:
A
herseninfarct
B
TIA
C
hersenbloeding
D
verhoogd cholesterol

Slide 17 - Quizvraag

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
5x Juist-regel
Zo nodig medicatie malen
Medicatie toedienen
Aftekenen met paraaf/digitaal
Bijwerkingen observeren

Slide 18 - Sleepvraag

Mw de Jong krijgt 4x daags 2 tabletten Paracetamol omdat haar kniegewricht zo pijnlijk is.
Wat is het doel van deze medicatie.
A
Curatief (genezend)
B
Symptoombestrijding (bestrijden van gevolgen
C
Suppletief (aanvullend)
D
Preventief (voorkomend)

Slide 19 - Quizvraag

Mw. de Jong krijgt bloedverdunners na haar operatie.
Wat is het doel van deze medicatie?
A
Curatief
B
Symptoombestrijding
C
Suppletief
D
Preventief

Slide 20 - Quizvraag

Waar staat het begrip TIME voor
T= I= M= E=

Slide 21 - Open vraag

Hoe moet je een rode wond behandelen
A
hydrateren en beschermen
B
debris verwijderen
C
necrose verwijderen
D
niks meer aan doen, die is genezen

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer spreek je van een te hoge bovendruk?
A
140
B
110
C
120
D
hoger dan 80

Slide 23 - Quizvraag