Schrijf iets over jezelf op, bijvoorbeeld: âIk ben gek op Aziatisch etenâ, âIk heb een hekel aan voetbalâ of âIk heb twee zussen en een broerâ
De docent kan hierop nog niet het antwoord weten
De docent raadt of het waar is of niet waar
Heeft de docent het goed? --> punt voor docent
Heeft de docent het fout? --> punt voor de klas
Heeft de klas gewonnen? --> traktatie
Heeft de docent gewonnen? --> âŠâŠâŠ..