Bewegen met de Bewegingsdriehoek

Bewegen met de Bewegingsdriehoek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bewegen met de Bewegingsdriehoek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je uitleggen wat de Bewegingsdriehoek is en hoe je deze kan gebruiken om gezond te bewegen.

Slide 2 - Tekstslide

Dit is de inleidende slide waarin het leerdoel wordt gecommuniceerd. Maak de studenten duidelijk wat ze zullen leren in deze les.
Wat weet jij al over de Bewegingsdriehoek?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Bewegingsdriehoek?
De Bewegingsdriehoek is een hulpmiddel van de Gezondheidsraad om gezond bewegen makkelijker te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Vertel kort wat de Bewegingsdriehoek is en wat het doel ervan is.
De drie hoeken
De Bewegingsdriehoek bestaat uit drie hoeken: Matig intensief bewegen, Dagelijkse beweging en Spier- en botversterkende activiteiten.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit welke drie hoeken de Bewegingsdriehoek heeft.
Matig intensief bewegen
Matig intensief bewegen is sporten waarbij je hartslag en ademhaling omhoog gaan, bijv. wandelen, fietsen of zwemmen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat matig intensief bewegen is en geef voorbeelden.
Dagelijkse beweging
Dagelijkse beweging is bewegen in het dagelijks leven, bijv. lopen naar school of werk, de trap nemen in plaats van de lift.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat dagelijkse beweging is en geef voorbeelden.
Spier- en botversterkende activiteiten
Spier- en botversterkende activiteiten zijn activiteiten zoals krachttraining, touwtje springen en tennissen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat spier- en botversterkende activiteiten zijn en geef voorbeelden.
Hoeveel moet je bewegen?
Volgens de Bewegingsrichtlijnen van de Gezondheidsraad moet je minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen en twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen.

Slide 9 - Tekstslide

Geef aan hoeveel je per week moet bewegen volgens de Bewegingsrichtlijnen.
Voordelen van bewegen
Regelmatig bewegen heeft veel voordelen, zoals een betere conditie, minder kans op ziektes en een beter humeur.

Slide 10 - Tekstslide

Geef aan welke voordelen bewegen heeft voor de gezondheid.
Bewegen op maat
Niet iedereen kan evenveel bewegen. Het is belangrijk om te kijken naar wat voor jou haalbaar is en daarop je bewegingspatroon aan te passen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om bewegen op maat te doen en niet iedereen evenveel kan bewegen.
Bewegen in het dagelijks leven
Er zijn veel manieren om meer te bewegen in het dagelijks leven, bijvoorbeeld door de trap te nemen in plaats van de lift, of te gaan fietsen in plaats van met de auto.

Slide 12 - Tekstslide

Geef concrete tips om meer te bewegen in het dagelijks leven.
Bewegen in groepsverband
Bewegen in groepsverband kan extra leuk en motiverend zijn. Denk bijvoorbeeld aan sporten in een team of samen met vrienden wandelen.

Slide 13 - Tekstslide

Geef aan wat de voordelen zijn van bewegen in groepsverband en welke mogelijkheden er zijn om dit te doen.
Bewegen voor kinderen
Kinderen hebben dagelijks minimaal 1 uur matig intensieve beweging nodig en moeten daarnaast elke dag spelen en bewegen.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit hoeveel beweging kinderen nodig hebben en wat voor soort beweging geschikt is voor kinderen.
Bewegen voor ouderen
Ook voor ouderen is bewegen belangrijk. Het kan helpen om gezond en fit te blijven en om het risico op vallen te verminderen.

Slide 15 - Tekstslide

Geef aan waarom bewegen ook voor ouderen belangrijk is en welke beweging geschikt is voor ouderen.
Bewegen tijdens zwangerschap
Tijdens de zwangerschap is bewegen gezond, maar het is wel belangrijk om rekening te houden met de veranderingen in het lichaam.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit hoe zwangere vrouwen op een gezonde manier kunnen bewegen en waar ze op moeten letten.
De rol van de school
Scholen spelen een belangrijke rol bij het stimuleren van gezond bewegen bij kinderen, bijvoorbeeld door gymlessen en het aanbieden van gezonde snacks.

Slide 17 - Tekstslide

Geef aan wat de rol van de school is bij het stimuleren van gezond bewegen bij kinderen en welke mogelijkheden er zijn om dit te doen.
De rol van de werkgever
Ook werkgevers kunnen een rol spelen bij het stimuleren van bewegen, bijvoorbeeld door het aanbieden van sportfaciliteiten of fietsen naar het werk te stimuleren.

Slide 18 - Tekstslide

Geef aan wat de rol van de werkgever is bij het stimuleren van bewegen en welke mogelijkheden er zijn om dit te doen.
Zelf aan de slag
Nu je meer weet over de Bewegingsdriehoek, kan je zelf aan de slag om gezond te bewegen! Bedenk welke activiteiten bij jou passen en maak een plan om meer te bewegen.

Slide 19 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om zelf aan de slag te gaan met het maken van een beweegplan.
Vragen?
Heb je nog vragen over de Bewegingsdriehoek? Stel ze gerust!

Slide 20 - Tekstslide

Dit is de laatste slide waarop studenten vragen kunnen stellen over de lesstof.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.