C (grammaire)

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui, c'est le ...
Objectif: Aan het einde van de les heb je een kort gesprek gevoerd, het bezittelijk voornaamwoord herhaald en geoefend. Leer je woorden die te maken hebben met vakantie en kun je een gesprek over vakantie begrijpen.

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- Rencontre minute: présentation d'un rencontre
- La grammaire
- Chapitre 1: Un, deux, splash! - C (grammaire)

Slide 3 - Tekstslide

Tu peux te présenter?

Slide 4 - Tekstslide

Tu habites où?

Ton anniversaire, c'est quand?


Tu as un animal domestique?
J'habite à _____________

Mon anniversaire, c'est le ___________________

- Oui, nous avons _______________ et il/ elle s'appelle ______________
- Non, nous n'avons pas d'animaux domestiques

Slide 5 - Tekstslide

3H3

Slide 6 - Tekstslide

3H4

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Noem een paar bezittelijke voornaamwoorden
in het Frans (+vertaling)?

Slide 9 - Woordweb

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Waaraan kan ik zien of
een zelfstandig naamwoord (en dus het bezittelijk voornaamwoord) m/v/mv is?

Slide 11 - Woordweb

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer wordt ma/ta/sa ( dus horende bij een vrouwelijk woord) mon/ma/mes?

Slide 13 - Open vraag

Let op:


Ma, ta, sa  worden mon, ton, son voor een
vrouwelijk woord dat in het enkelvoud staat en begint met een
klinker of stomme h.!!

Slide 14 - Tekstslide

Vul het bezitt. vnw in:
(jouw) soeur
A
ton
B
ta
C
tes
D
sa

Slide 15 - Quizvraag

(ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
vos

Slide 16 - Quizvraag

(hun) livres
A
notre
B
ses
C
leur
D
leurs

Slide 17 - Quizvraag

Amélie c'est ( mijn) amie

Slide 18 - Open vraag

(haar) petit frère s'appelle Bastien

Slide 19 - Open vraag

(onze) chat a trois ans.

Slide 20 - Open vraag

je m'entends bien avec (hun) enfants

Slide 21 - Open vraag

Les devoirs
3H3 - Mercredi 2 septembre 
3H4 - Vendredi 4 septembre 
 
Faire
B- exercices 8 jusqu'à 12
 
Apprendre le vocabulaire A & B

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Au travail!
Prêt? Slim stampen 
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 24 - Tekstslide