4.4 Sociologische theorieën

Help! Nog meer theorieën
4.4. Sociologische theorieën
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Help! Nog meer theorieën
4.4. Sociologische theorieën

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn het?
Sociologische theorieën zijn benaderingen die verklaringen voor gedrag / verschijnselen in de cultuur en de subculturen van een samenleving.

Slide 2 - Tekstslide

Welke theorieën zijn er?
In deze paragraaf behandelen we de volgende twee theorieën:
  1. Bindingstheorie / integratietheorie
  2. Anomietheorie

Slide 3 - Tekstslide

Bindingstheorie
Maatschappelijke bindingen of sterke integratie van mensen in groepen (gezin, school, vrienden) werkt remmend op crimineel gedrag.

Des te meer bindingen je hebt, des te kleiner de kans is dat je crimineel wordt. 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom zou je minder snel crimineel worden als je veel bindingen hebt?

Slide 5 - Open vraag

Leg uit waarom sociale cohesie de kans op criminaliteit verkleint

Slide 6 - Open vraag

Voor- en nadelen
Voordelen
  • Bindingen kunnen worden hersteld
  • Theorie leent zich goed voor onderzoek
  • Politici proberen a.d.h.v. theorie criminaliteit te voorkomen

Nadelen

  • Misschien is de binding juist de oorzaak van criminaliteit
  • Hoe verklaren we andere vormen van criminaliteit?
  • Sociale controle kan criminaliteit oproepen

Slide 7 - Tekstslide

Anomietheorie
Deze theorie probeert het verschil in criminaliteit of afwijkend gedrag tussen verschillende samenlevingen te verklaren.

Anomie = Een gemoedstoestand van personen, die gekenmerkt wordt door de afwezigheid of het afwijzen van standaarden of waarden.

Slide 8 - Tekstslide

Huh, hoe dan?
Voorbeeld
Als in een samenleving het idee van gelijke kansen (doel) bestaat en het streven naar succes (waarde) belangrijk is en personen te maken krijgen met discriminatie of racisme (anomie), dan kan het ertoe leiden dat ze op andere manieren dit succes dan proberen te bereiken (criminaliteit).

Als er dus een botsing is tussen jouw streven en het daadwerkelijk bereiken van jouw doelen, dan neemt de kans op criminaliteit toe. 

Slide 9 - Tekstslide

Dus ...
De anomietheorie gaat ervan uit dat mensen zich crimineel gaan gedragen als zij geen mogelijkheden zien om op normale en legale wijzen hun eigen doelen te bereiken.

Dus is jouw doel financieel succes ...
.... en dat lukt niet ....
.... dan kan criminaliteit een interessantie optie worden.

Slide 10 - Tekstslide

leg uit waarom het niet terug willen van uitgeproduceerde asielzoekers kan leiden tot crimineelgedrag volgens de anomietheorie?

Slide 11 - Open vraag

In Noorwegen worden sommige ex-gedetineerden geplaatst in studentenhuizen om daar weer te leren hoe ze moeten integreren in de samenleving.
A
Gelegenheidstheorie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Ettiketeringstheorie

Slide 12 - Quizvraag

In veel sportcentra staat een melding in de kleedkamers: "De directie is niet aansprakelijk voor diefstal of verdwijning van uw spullen".
A
Gelegenheidstheorie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Ettiketeringstheorie

Slide 13 - Quizvraag

Bureau Halt verzorgt alternatieven tegen straffen door politie en justitie om te voorkomen dat jongeren na een eerste wetsovertreding al het stempeltje 'crimineel' opgeplakt krijgen.
A
Gelegenheidstheorie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Ettiketeringstheorie

Slide 14 - Quizvraag

Ga naar de classroom en klik Framed aan. Speel de mobiele game

Slide 15 - Tekstslide