7.2 Wat doet de Europese Unie? - deel 2

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 7.2 Wat doet de Europese Unie? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 7.2 Wat doet de Europese Unie? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van economie op tafel en laat deze nog dicht op tafel liggen. 


Huiswerk controle:
7.2 opdracht 16 t/m 23

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je uitleggen wat het belang van vrijhandel voor Nederland is
- kun je uitleggen welke voordelen de euro heeft. 

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie. 
Je maakt zelfstandig paragraaf 7.2 opdracht 24 t/m 28 op blz. 194/195.
Jochem & Jessica

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jaysen, Jamie, Gijs & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Niek

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist over ‘vrij verkeer van personen’ in de EU?
A
EU-inwoners hoeven geen paspoort (of ID-pas) te hebben om binnen de EU te reizen.
B
EU-inwoners mogen in een ander EU-land gaan wonen en werken.
C
Iedereen mag naar de EU komen om spullen te kopen en verkopen.
D
Iedereen mag de EU in- en uitreizen, met handbagage.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de eurozone?
A
Alle landen in Europa
B
Alle landen in de Europese Unie
C
Alle landen die betalen met de euro
D
Nederland, België en Luxemburg

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat:
3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
paragraaf 7.2 opdracht 24 t/m 28 op blz. 194/195.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 10 - Tekstslide

VRIJHANDEL
Vrijhandel: je mag producten vrij in- en uitvoeren zonder dat je invoerrechten hoeft te betalen. 

Landen die GEEN lid zijn van de EU hebben dit voordeel NIET

Slide 11 - Tekstslide

Eurozone
Eurozone: landen die de euro als wettig betaalmiddel hebben.
Buiten de eurozone: vreemde voluta oftewel vreemd geld.

Slide 12 - Tekstslide

EUROZONE

Slide 13 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (verdiept)(basis)?
Jessica, Jochem, Jaysen, Jamie, Gijs & Zouhir: jullie gaan zelfstandig les 7.2 opdracht 24 t/m 28 op blz. 194/195.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Niek (of had je alle vragen in de mini-check fout?): Wij maken samen opdracht 26.

Slide 14 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest de blauwe & groene stukjes tekst. 
Je maakt zelfstandig 7.2 opdracht 24 t/m 28 op blz. 194/195.

Tip: je kunt vanaf blz 219 alle formules vinden 
voor rekenopdrachten.

Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Herhalingsopdrachten 7.2 op blz. 210
3. Begrippen leren paragraaf 7.2

 
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- kun je uitleggen wat het belang van vrijhandel voor Nederland is?
- kun je uitleggen welke voordelen de euro heeft?




Slide 16 - Tekstslide

8. Huiswerk en toetsen
Huiswerk:
Dinsdag 28 mei
7.2 opdracht 24 t/m 28
Toetsen:
-

Slide 17 - Tekstslide