20-21 / Goederenstroom H4 par. 4.4 (bestellen)

Goederenstroom
Klas 1hodc
Ondernemer Retail
Schooljaar 2020-2021
Docent mevrouw Jansen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goederenstroom
Klas 1hodc
Ondernemer Retail
Schooljaar 2020-2021
Docent mevrouw Jansen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud les
  • Doel van deze les
  • Onderwerpen voorraadbeheer
  • Onderwerpen bestellen
  • Uitleg par. 4.4 (besteleenheid, bestelmoment, bestelfrequentie, bestelkosten)

Slide 4 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Je leert wat bestelfrequentie is.
  • Je leert hoe je de bestelfrequentie moet
      berekenen.
  • Je leert wat de invloedsfactoren op de
      bestelfrequentie zijn.
  • Je leert wat bestelgrootte is.
  • Je leert hoe je de bestelgrootte moet
       berekenen.
  • Je leert wat de invloedsfactoren op de
      bestelgrootte zijn.
  • Je leert welke bestelkosten er zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Jaralt bestelt 8 dozen alcoholvrij bier, met een inhoud van 24 flessen bier per doos. Wat is de besteleenheid van dit product?
A
1
B
8
C
24

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Noem twee factoren die van invloed zijn op de bestelfrequentie

Slide 18 - Open vraag

Antwoord 
Bijvoorbeeld:
1. De grootte van de voorraad.
2. De snelheid waarmee de leverancier kan leveren als het product op is.
3. De leverbetrouwbaarheid van de leverancier.
4. De bestelkosten per bestelling.
5. De houdbaarheid van het product.
6. De snelheid waarmee het product wordt verkocht.
7. De liquiditeit van het bedrijf.

Slide 19 - Tekstslide

Van een artikel moeten er per keer minimaal 20 stuks worden besteld. De leverancier levert het artikel per vijf stuks in omdozen. Bereken het minimale aantal te bestellen besteleenheden.

Slide 20 - Open vraag

De bestelgrootte van een bepaald merk rugzakken is 17. De winkel denkt dat hij 204 sporttassen in een jaar gaat verkopen. Bereken de bestelfrequentie.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Een winkelier heeft een omzetsnelheid van 13. Wat betekent dit?
A
Het duurt 13 dagen voordat hij zijn gemiddelde voorraad verkoopt.
B
Hij heeft een winstmarge op zijn voorraad van 13.
C
Hij verkoopt 13 keer per jaar zijn gemiddelde voorraad.

Slide 23 - Quizvraag

Bij een gelijke omzet steeg afgelopen jaar de omzetsnelheid. Welk gevolg heeft dit voor de omzetduur?

Slide 24 - Open vraag

Waarom zou je een maximale voorraad instellen bij komkommers?

Slide 25 - Open vraag

Samenvattend
Jullie hebben vandaag geleerd:
  • Bestelfrequentie: begrip, berekeningswijze, invloedfactoren
  • Bestelgrootte: begrip, berekeningswijze, invloedfactoren
  • Bestelkosten

Slide 26 - Tekstslide