2.2 Licht en schaduw

• Middelbare school

Lesdoelen

Ik weet dat licht volgens rechte lijnen gaat

Ik kan lichtbundels herkennen, evenwijdig, convergerend en divergerend

Ik kan lichtstralen en schaduw tekenen

Ik kan kernschaduw en halfschaduw benoemen

Ik weet wat een zons- en maansverduistering is

Lichtstralen

Lichtstralen;

- gaan altijd rechtdoor.

- teken je met potlood en lineaal.

- de richting van het licht geef je aan met een pijltje in de lichtstralen 

Een groot aantal lichtstralen bij elkaar noem je een lichtbundel

Lichtbundels

Lichtbundels zijn;

Evenwijdig als alle lichtstralen evenwijdig aan elkaar lopen.

Divergerend als de lichtstralen steeds verder uit elkaar gaan.

Convergerend, als de lichtstralen naar elkaar toe gaan.

Schaduw

Schaduw ontstaat op plaatsen waar licht niet kan komen.

De directe lichtbron (bv een lamp) schijnt dan op een ondoorzichtig voorwerp. Achter het voorwerp ontstaat schaduw.

Grote of kleine schaduw

Een schaduw kan je groter maken door het voorwerp dichter bij de lichtbron te zetten.

Schaduw tekenen

Schaduwen teken je door lijnen te zetten vanaf de lichtbron langs de buitenkant van het voorwerp.

Er gaat 1 lijn langs de linkerkant van het voorwerp

Er gaat 1 lijn langs de rechterkant van het voorwerp

Het stuk tussen de lijnen is de schaduw.

Schaduw tekenen

Soms heb je niet 1 maar 2 lichtbronnen.

Er zijn dan meer schaduwen te zien.

Je tekent dan vanaf elke lichtbron de lijnen langs het voorwerp.

Je krijgt dan een kernschaduw in het midden en 2 halfschaduwen ernaast.

Zonsverduistering

maansverduistering