In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Bezittelijke voornaamwoorden
1e en 4e naamval
mijn mein- hun ihr-
jouw dein- uw Ihr-
zijn sein-
haar ihr-
ons unser-
jullie euer-
Slide 1 - Tekstslide
mijn
zijn
jouw
ons
haar
jullie
hun
uw
dein-
mein-
euer-
sein-
ihr-
Ihr-
ihr-
unser-
Slide 2 - Sleepvraag
Koppeling: der/die/das/den
Mannelijk: 1e naamval: der mein, dein, sein, ihr........ 4e naamval: denmeinen, deinen, seinen, ihren Vrouwelijk/meervoud: diemeine, deine, seine, ihre........ Onzijdig: das mein, dein, sein, ihr..........
Slide 3 - Tekstslide
Eva grüßt _____ (haar) Nachbarin (v)
A
ihr
B
ihre
Slide 4 - Quizvraag
Wir sind zu _____ (onze) Großeltern (mv) gefahren?