Ik sta paf! - 1: Het beertje Pippeloentje
1 / 24
Lesduur is: 45 minIntroductie
Let op: zorg bij deze lessenserie dat het vinkje bij 'devices in de klas' (linksonder op het scherm) uit staat.
In deze les maken de kinderen kennis met het Concertgebouw, leren zij de musici van de voorstelling kennen en leren zij het lied 'Het beertje Pippeloentje'.
Het lied 'Het beertje Pippeloentje' heeft veel tekst. De les is daarom eventueel in twee delen op te delen. Je kan dan op een eerste dag tot en met sheet 21 behandelen en een andere dag vanaf sheet 22 tot het eind.
Instructies
De lesinstructie is te vinden in de bijlage, en in de notities bij elke slide. Deze kan je zien door rechtsonder op het notitieblok te klikken.
De liedtekst is eveneens te vinden in de bijlage. Ook vind je in de bijlage kleurplaten van de verschillende instrumenten. Deze kun je printen en door de kinderen laten inkleuren.
Benodigdheden:
- Eventueel een knuffelbeer
Instructies
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij les 1!
Deze lessenserie is ter voorbereiding op de voorstelling 'Ik sta paf'.
In deze les leren de kinderen het lied 'Het beertje Pippeloentje'. De liedtekst vind je in de bijlage.
Deze les is eventueel in twee delen op te delen. Dit kan door eerst tot en met sheet 21 te behandelen (tot en met couplet 1) en op een andere dag vanaf sheet 22 tot het eind te behandelen.
In de lessenserie komen acht liedjes voorbij. Herhaal de liedjes zo vaak mogelijk in de klas tussen andere activiteiten door. Zo hebben de kinderen tijdens de voorstelling de beste ervaring.
Slide 2 - Tekstslide
Laat de foto van Het Concertgebouw zien en bespreek met de kinderen dat de klas binnenkort naar een concert in Het Concertgebouw gaat.
Bespreek met de leerlingen wat ze allemaal zien. Zien ze ook de gouden lier boven op het dak?
Slide 3 - Video
Bekijk de video van Het Concertgebouw, zodat de kinderen het gebouw alvast van binnen zien en leren kennen.
Slide 4 - Tekstslide
Bekijk de foto van de zaal. Deze zaal heet De Kleine Zaal. Hier zullen de kinderen het concert bijwonen.
Bespreek met de kinderen wat ze allemaal zien. Zien ze ook de kroonluchter hangen?
Vertel de kinderen dat ze de komende tijd veel liedjes gaan oefenen, ze gaan namelijk zelf meedoen met het concert!
Slide 5 - Tekstslide
Vertel de kinderen dat Yvonne de liedjes met de kinderen zal gaan zingen.
Slide 6 - Video
Bekijk de video waarin Yvonne zichzelf voorstelt en de kinderen uitnodigt in Het Concertgebouw.
Slide 7 - Tekstslide
Vertel de kinderen dat Yvonne tijdens de voorstelling niet alleen is. Ze zal worden begeleid door een 'ensemble'. Een ensemble is een groepje muzikanten dat samen muziek maakt.
Slide 8 - Tekstslide
Thierry speelt piano.
Slide 9 - Tekstslide
Een vleugel is een grote piano, waarbij de bovenkant open kan (zoals je ziet op de foto). Hierdoor kan hij nog harder klinken dan een piano.
Slide 10 - Tekstslide
Hier zien de kinderen Joost. Joost speelt saxofoon en dwarsfluit.
Slide 11 - Tekstslide
Bekijk met de kinderen de afbeeldingen en beluister de voorbeeldfragmenten.
Je hoort op het luisterfragment bij de saxofoon de saxofoon samen met de piano spelen. Op het luisterfragment bij de dwarsfluit hoor je de dwarsfluit samen met de piano en contrabas.
Horen de kinderen verschil tussen de saxofoon en de dwarsfluit?
Laat de kinderen eventueel even doen alsof ze saxofoon spelen en even doen alsof ze dwarsfluit spelen.
Slide 12 - Tekstslide
Thomas speelt contrabas
Slide 13 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding en beluister naar het fragment van de contrabas (let op; het is erg kort)
Slide 14 - Tekstslide
Mark speelt drums.
Slide 15 - Tekstslide
Beluister het fragment van het drumstel.
Welke instrumenten hoor je?
Welke instrumenten hoor je?
A
B
C
D
Slide 16 - Quizvraag
In dit lied hoor je twee instrumenten. Zijn er al kinderen die horen welke instrumenten dat zijn?
Slide 17 - Tekstslide
In dit lied hoor je twee instrumenten: Piano en saxofoon.
Laat de kinderen vrij op de muziek bewegen. Ze mogen door het lokaal lopen, maar het mag ook vanaf hun plek.
Op sommige momenten stopt de muziek, dan staan de kinderen stil. Zorg dat ze hier goed naar luisteren.
Slide 18 - Tekstslide
Laat een knuffelbeer zien en vertel dat het beertje Pippeloentje is.
Vraag via Pippeloentje met een lage stem: "Hebben jullie ook je berenstem bij je?" en laat de kinderen antwoorden: "Ja, wij hebben onze berenstem mee!"
Herhaal dit met verschillende stemmen: Hoge stem, lage stem, fluisterstem, etcetera.
Eindig met een zangstem.
Slide 19 - Tekstslide
Beluister met de kinderen Het beertje Pippeloentje - Couplet 1.
Bespreek na het luisteren met de kinderen: Wat heeft Pippeloentje wel? En wat heeft hij niet? Luister het lied hierna nog een keer om te kijken of de kinderen nog meer dingen horen die Pippeloentje wel of niet heeft.
De gehele liedtekst vind je in de bijlage van deze les. Om de tekst bij de hand te hebben is de tekst ook te vinden op de sheet onder 'tekst - couplet 1'.
Wat heeft Pippeloentje niet?
Sok
Das
Boord
Schoen
Broek
Ponnetje
Jakje
Pakje met
een zakje
Wolletje
Hemd
Parasol
Het beertje Pippeloentje - Deel 1
Slide 20 - Sleepvraag
Op deze slide zie je de dingen die Pippeloentje niet heeft. Bespreek deze met de kinderen.
Toelichting:
- een boordje is een rechtopstaande of omgeslagen kraag, vroeger werd deze soms ook los van een overhemd gedragen).
- met ponnetje wordt 'nachtjapon'
bedoeld; een soort pyjama
- met jakje wordt een kort jasje bedoeld
Als jullie alle onderdelen besproken hebben noem je ze samen met de kinderen op (of laat de kinderen het zelf doen); van links naar rechts, eerst de bovenste rij en dan de onderste rij.
Je kan dit ook in spelvorm doen: Wijs een van de kinderen uit de klas aan. Hij of zij mag een afbeelding aanwijzen en de andere kinderen zeggen wat dit is.
Speel hierna de muziek af en wijs mee met de juiste woorden, of laat een kind dat doen. De kinderen zeggen de woorden mee en zingen mee wat ze al kunnen. Blijf deze opdracht vaak herhalen en laat de kinderen meezingen.
Welke van deze drie dingen heeft Pippeloentje wel?
Sleep dat wat Pippeloentje wel heeft naar hem toe
Slide 21 - Sleepvraag
Sleep datgene wat Pippeloentje wel heeft naar Pippeloentje toe (het antwoord is een pet).
Slide 22 - Tekstslide
Beluister Pippeloentje - Couplet 2.
Vraag de kinderen: Wat gaat Pippeloentje wel doen en wat niet? Zijn er dingen die Pippeloentje doet die de kinderen zelf ook wel eens doen?
De gehele liedtekst vind je in de bijlage van deze les. Om de tekst bij de hand te hebben is de tekst ook te vinden op de sheet onder 'tekst - couplet 2'.
Slide 23 - Tekstslide
Bespreek de afbeeldingen met de kinderen. Kunnen zij zien wat er op elke afbeelding gedaan wordt? Doen ze deze dingen zelf wel eens? Of juist niet?
Ondersteun de tekst door met de kinderen simpele bewegingen te verzinnen bij een aantal van de dingen die Pippeloentje niet doet. Het mag bij allemaal, maar dat hoeft niet.
Zing het lied hierna met de eigen verzonnen bewegingen mee. De kinderen zullen het lied na een les nog niet in zijn geheel kennen. Hoe vaker de kinderen het lied herhalen, hoe beter ze het zullen meezingen.
Slide 24 - Tekstslide
Laat het hele lied horen en laat de kinderen alles wat ze al kennen meezingen.
Zijn er kinderen die zelf (alleen) een stukje van het liedje mee durven te zingen? Laat de kinderen die dat willen de knuffelbeer vasthouden/op schoot houden en zelf een stukje zingen.
Herhaal het lied zo vaak mogelijk tussen andere activiteiten door. Zo leren de kinderen het lied het beste kennen, wat de ervaring van de kinderen tijdens de voorstelling nog beter maakt.
