1.4 - to be

Irregular verbs
Onregelmatige werkwoorden
to be
to have (got)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Irregular verbs
Onregelmatige werkwoorden
to be
to have (got)

Slide 1 - Tekstslide

Lesson aim
Aan het einde van deze les kunnen jullie de onregelmatige werkwoorden 'to be' en to 'to have' op de juiste manier vervoegen in de tegenwoordige tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


I ____ tired
A
is
B
are
C
am
D
have

Slide 9 - Quizvraag

She ____ my friend
A
to be
B
are
C
is

Slide 10 - Quizvraag

You _____ hungry
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 11 - Quizvraag

They ____ at home
A
is
B
are
C
am

Slide 12 - Quizvraag

Maak de ontkenning (-) met 'to be':
She ...... (to be) happy.

Niet afkorten! & let op leestekens.

Slide 13 - Open vraag

maak de juiste zin met to be ( +/-/?)
they / to be/ not / nice /.

Niet afkorten! & let op leestekens.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

(She / to have got) many friends?
A
Have she many friends?
B
Has she many friends?
C
Does she have got many friends?
D
Has she got many friends?

Slide 20 - Quizvraag

_______ you _____ (to have got) a dog?
A
Do you have got
B
Does you have got
C
Have you got
D
Has you got

Slide 21 - Quizvraag

She ....... (to have got) a pink umbrella.
A
has got
B
have got
C
has
D
have

Slide 22 - Quizvraag

End of lesson
Exit ticket
- schrijf 1 ding op wat je hebt begrepen uit de les.
- schrijf 1 ding op wat je nog een keer zou uitgelegd willen hebben uit de les.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide