5.3 "volledige en onvolledige verbranding"

Volledige en onvolledige verbranding
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Volledige en onvolledige verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kan je:
  • het proces beschrijven van de verbranding van aardgas. 
  • kenmerken benoemen van een volledige verbranding. 
  • de kenmerken benoemen van een onvolledige verbranding. 
  • de gevaren van kolendamp benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je doen deze les
Herhaling voorgaande lessen
Filmpje 
Extra informatie 5.3
Lezen 5.3
Maken opdrachten in NOVA digitale omgeving
Evaluatievragen

Slide 3 - Tekstslide

Help! Een pan met olie staat in brand. Hoe kan ik dit blussen?

Slide 4 - Open vraag

Molecuul massa

Bij deze vragen heb je BINAS tabel 33 nodig.

Zoek in de tabel op waar relatieve atoommassa staat. Die kolom gaan we gebruiken.


elk deeltje in een molecuul draagt bij aan de massa van het molecuul

Slide 5 - Tekstslide

Molecuul massa de index

Alcohol: formule is C2H6O

De index staat achter het symbool en wordt weggelaten als de index 1 is.


De index geeft aan hoeveel atomen van een soort in het molecuul zit.

Slide 6 - Tekstslide

Molecuulmassa, de index.
Wat is de index van koolstof in
C2H6O

Slide 7 - Open vraag

Molecuulmassa, de index.
Wat is de index van waterstof in
C2H6O

Slide 8 - Open vraag

Molecuulmassa, de index.
Wat is de index van zuurstof in
C2H6O

Slide 9 - Open vraag

Wat is het massagetal van waterstof (H)

Slide 10 - Open vraag

Wat is het massagetal van zuurstof (O)

Slide 11 - Open vraag

Wat is de massa van één molecuul alcohol?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de massa van één molecuul benzine ?
C8H18

Slide 13 - Open vraag

Wat is het massagetal van koolstof (C)

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

volledige verbranding koolwaterstoffen
  1. kleurloze of blauwe vlam
  2. er onstaat waterdamp en koolstofdioxide
  3. beide gassen zijn (net als distikstofoxide)broeikasgassen en kunnen zorgen voor versterkt broeikaseffect als ze afkomstig zijn van fossiele brandstoffen

onvolledige verbranding koolwaterstoffen
  1. oranje of gele vlam
  2. er onstaat waterdamp, koolstof(=roet)  en koolstofmonoxide
  3. koolstofmonoxide (=kolendamp)is een dodelijk gas
  4. koolstofmonoxide is zwaar (net als koolstofdioxide), kleur- en geurloos en voorkomt opname van zuurstof -> je stikt

Slide 16 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen

Slide 17 - Tekstslide

Effecten verbranding van fossiele brandstoffen
  • meer H₂O en CO₂ in dampkring.
  • gemiddelde temperatuur stijgt
  • verandering klimaat: sommige plekken droger andere plekken juist vochtiger
  • smelten poolijs en  stijging waterspiegel
  • uitsterven dieren en planten en  meer kans op epidemie

Slide 18 - Tekstslide

fossiele brandstoffen of afgeleiden daarvan (benzine, diesel en kerosine)
  • bestaan uit koolwaterstof verbindingen  
  • dus moleculen die in ieder geval koolstof- en waterstofatomen bevatten
  • bij volledige verbranding hiervan ontstaat dus altijd            CO₂(g) en H₂O(g)        
  • CO₂ kun je aantonen met kalkwater (=de reagens)

Slide 19 - Tekstslide

Koolwaterstoffen

Alle stoffen die bestaan uit koolstof (C) en waterstof (H) noemen we koolwaterstoffen. Soms zit er ook een enkel zuurstof of stikstof atoom bij.

Voorbeeld: Aardgas (CH4),  Alcohol (C2H6O), Benzine (C8H18)



Slide 20 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding?

Slide 21 - Open vraag

Hoe weet je of iets een koolwaterstof is?

Slide 22 - Open vraag

Lezen en maken
Lezen hst 5 paragraaf 3 (blz 108 t/m 111)

Maken hst 5 paragraaf 3 op je chromebook in de digitale omgeving van NOVA

Slide 23 - Tekstslide