Thema 2, week 3 Les 12 - voorvoegsel

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

lesdoel

Ik weet wat een voorvoegsel is en ik kan woorden met de voorvoegsels on-, be- en ge- herkennen en correct schrijven.

voorvoegsel

ge-zeur

on-diep

be-hang

Sleep de voorvoegsel naar de stippen en maak drie goede woorden.

.....aardig

.....klap

.....danken

ge

on

be

Sleep de voorvoegsel naar de stippen en maak drie goede woorden.

.....scoord

.....voldoende

.....strijden

ge

on

be

Sleep de voorvoegsel naar de stippen en maak drie goede woorden.

.....mis

.....juist

.....schadigd

ge

on

be

lesdoel

Vandaag leer ik de voorvoegsels

ont-bossen

her-denken

ver-helderen

(zonder- iets losmaken of weghalen)

Wel of geen voorvoegsel

Wel een voorvoegsel

geen voorvoegsel

ontspannen

ontruimen

oorwarmer

ondertand

ontwortelen

(opnieuw of weer)

1. herinrichten
2. herinvoeren
3. herintreden

geeft vaak een verandering of verergering aan

Wat is het voorvoegsel in het onderstreepte woord?

Sleep de voorvoegsel naar de stippen en maak drie goede woorden.

.....sporen

.....gebruiken

.....beteren

ont-

her-

ver-

Sleep de voorvoegsel naar de stippen en maak drie goede woorden.

Wij .....heugen ons op het uitje.

De verpleegster .....smet de wond.

Mijn land van .....komst is Spanje.

ont-

her-

ver-

Welke drie voorvoegsels heb jij vandaag geleerd?

aan het werk

 Thema 2, week 3 Les 12

Eerst opgave 3

dan opgave 2

Vandaag leer ik de voorvoegsels
ont-bossen
her-denken
ver-helderen