• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
  • AI-tools

    Beta

‹Terug naar zoeken

Modalverben und wissen

Modalverben & wissen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Modalverben & wissen

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze zinnen?
Ich muss zum Zahnarzt.
Er mag keinen Fisch essen.


Slide 2 - Woordweb

Wat zijn de verschillen?
1. ich  en  er/sie/es  hebben geen uitgang
2. in het enkelvoud staat een andere klinker dan in het meervoud (behalve sollen)

Slide 3 - Tekstslide

MODALVERBEN: Lernziele




  • Ihr kennt die Modalverben und ihre Bedeutung
  • Ihr könnt die Verben in Sätzen richtig anwenden








Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De werkwoorden dürfen, können, mögen & müssen
Hulpwerkwoord van modaliteit dürfen
Betekenissen: toestemming/mogen/mogelijkheid
Hulpwerkwoord van modaliteit können
Betekenissen: in staat zijn tot/kunnen/toestemming/mogelijkheid


Slide 7 - Tekstslide

De werkwoorden dürfen, können, mögen & müssen
Hulpwerkwoord van modaliteit mögen
Mögen komt als zelfstandig werkwoord voor in de betekenis houden van, lusten, aardig vinden.
Het Nederlandse mogen in de betekenis toestemming hebben wordt vertaald met dürfen.
Betekenissen van müssen: noodzakelijkheid/onvermijdelijkheid/logische conclusie/moeten



Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden sollen, wollen & wissen
Hulpwerkwoord van modaliteit sollen
Het Nederlandse hulpwerkwoord van modaliteit moeten wordt vertaald met müssen of met sollen. Bij de hoofdbetekenis van müssen is er sprake van noodzakelijkheid en onvermijdelijkheid: het kan niet anders. Bij sollen gaat het er meestal om dat men zich moet voegen naar de wil van een ander of naar (morele) voorschriften.
Betekenissen: opdracht, bevel/eis van fatsoen en moraal/zullen/planning
Hulpwerkwoord van modaliteit wollen
Betekenissen: wil/bereidheid/zullen/voorstel



Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden sollen, wollen & wissen
Werkwoord: wissen
Betekenis: weten

Slide 10 - Tekstslide

____________ ihr die Modalverben bilden?
A
Könnt
B
Könnte
C
Konntet
D
Könntet

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke vorm hebben modale werkwoorden geen uitgang?
A
ich en du
B
ich en er/sie/es
C
ich en wir
D
er/sie/es en ihr

Slide 12 - Quizvraag

Du ...(moet)... zuhören.
A
musst
B
sollst
C
müsst
D
sollt

Slide 13 - Quizvraag

wollen, jullie
A
ihr wollen
B
ihr wollt

Slide 14 - Quizvraag

können - du ....
A
kannst
B
könnt
C
könnst
D
kennst

Slide 15 - Quizvraag

Sollen oder müssen?
A
Soll ich das Fenster öffnen?
B
Muss ich das Fenster öffnen?

Slide 16 - Quizvraag

mogen
A
Er mag schon rauchen
B
Er darf schon rauchen

Slide 17 - Quizvraag

mogen
A
Ich mag ihn sehr
B
Ich darf ihn sehr

Slide 18 - Quizvraag

Er (wissen)
A
weiß
B
weiße
C
wiss

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Meer lessen zoals deze

N - modale werkwoorden tegenwoordige tijd

June 2021 - Les met 31 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

N - modale werkwoorden tegenwoordige tijd

October 2023 - Les met 17 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

V4 3.4. mod ww tt, Lesen

December 2024 - Les met 25 slides
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Trabi M3 Kapitel 6

March 2025 - Les met 28 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

V2 - Wiederholung Modalverben

December 2024 - Les met 22 slides
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

instructie modale hulpwerkwoorden

March 2024 - Les met 17 slides
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Modalverben

May 2024 - Les met 31 slides
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Modalverben

April 2024 - Les met 26 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen