Taalweetjes les 2

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • leesboek
  • collegeblok/schrift
  • pen
timer
2:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • leesboek
  • collegeblok/schrift
  • pen
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Taalweetjes

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
Ik weet wat gebarentaal is.
Ik kan namen spellen met handgebaren.

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
  • opening/welkom
  • stil lezen
  • Theorie gebarentaal

Slide 4 - Tekstslide

Spreken met je handen
Appen, mailen, praten, bellen: 
het zijn allemaal manieren van communiceren. 
Maar wat als je gesproken taal niet kunt horen, omdat je doof of slechthorend bent? 
Dan kun je communiceren in gebarentaal.

Slide 5 - Tekstslide

Spreken met je handen
Gebruik jij weleens gebaren om te zeggen: ‘Kom hier’ of ‘Mmm, lekker’? 

Bedenk samen met een klasgenoot nog drie woorden of uitdrukkingen waarvoor je ook een gebaar kunt gebruiken en beeld ze voor elkaar uit.
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Nederlandse gebarentaal
Voor veel woorden zijn in de Nederlandse Gebarentaal (NGT) speciale gebaren afgesproken. 
Veel officiële gebaren herken je meteen.



Hierboven zie je het gebaar voor ‘warm’ of voor ‘mooi’?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De gebarenquiz
Welke gebaren herken je nog meer?
Ontdek het in de gebarenquiz!

Ga staan voor antwoord A. Blijf zitten voor antwoord B.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Namen in gebaren
Voor namen van mensen zijn geen 
gebaren afgesproken. 
Wil je een naam in gebaren zeggen, 
dan je het handalfabet.

Slide 20 - Tekstslide

OPDRACHT
Kies de naam van een bekende Nederlander of van bijvoorbeeld een stripfiguur in. 
Zoek in het handalfabet de letters van
de naam op en oefen de spelling. 
Kan een klasgenoot jouw naam ‘lezen’?

Slide 21 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk

Leren: 

Theorie blz. 164.


Maken:

Wat waren ook alweer voorzetsels?

Neem minimaal 3 voorbeelden mee.

Wat was het ezelsbruggetje voor een voorzetsel?



Slide 23 - Tekstslide