MK2 Herhaling grammar 16/17

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welcome M2

lesprogramma

Grammar 

Doel: Je herhaalt grammar 16 en 17, zodat je het goed genoeg begrijpt om je PTO te kunnen maken. 

1. We herhalen grammar 16

2. Je gaat extra oefenopdrachten grammar 16 maken

3. We herhalen grammar 17

4. Je gaat extra oefenopdrachten grammar 17 maken

WH questions Past Simple (Grammar 16 - TB p. 107)

In het Engels heb je de vraagwoorden: 

• who 
• what
• where
• when
• why
• which
• how
• Deze staan altijd aan het begin van de vraagzin

Als je in de Past Simple een vraagzin maakt, begin je met het werkwoord: did, daarna komt het hele ww. 

• You worked all day. 
• Did you work all day? 

Als je vraagwoorden gebruikt, gaat het iets anders. Het vraagwoord staat dan vooraan in de zin. Hetgeen waar je naar vraagt, verdwijnt dan uit de zin. 

• They watched the news yesterday. 
• Did they watch the news yesterday? (gewoon)
• What did they watch yesterday? (met vraagwoord)

Je kan ook het onderwerp in de zin vervangen door who of what. Het hoofdwerkwoord blijft dan hetzelfde. 

• They watched the news yesterday. 
• Who watched the news yesterday?

• A new series was on the television. 
• What was on the television? 

Hierna start de opdracht. Kies het juiste vragend voornaamwoord. 

Good luck!

__ wrote this book?

1. what
2. who
3. when
4. why

__ was the name of the main character?

1. where
2. when
3. who
4. what

__ did you buy that T-shirt? At Topshop?

1. where
2. when
3. who
4. what

__ was the series finale? Was it yesterday?

1. where
2. when
3. who
4. what

__ did Carly miss the party? Is she ill?

1. why
2. when
3. who
4. how

__ was the concert? Was the band any good?

1. why
2. when
3. who
4. how

__ film did you like best? X-men or Thor?

1. why
2. when
3. which
4. how

Bij de volgende opdracht maak je vragen van de zinnen. Het woord tussen aanhalingstekens is het antwoord en moet je vervangen door een vraagwoord. 

Good luck!

He listened to 'their album'.

1. Who did he listen to?
2. What did he listen to?

They watched the news 'yesterday'.

1. When did they watch the news?
2. Where did they watch the news?

'They' watched the news yesterday.

1. What watched the news yesterday?
2. Who watched the news yesterday?

Ik begrijp grammar 16 nu goed genoeg om PTO4 te maken.

1. yes
2. no

Modals (Grammar 17 - TB p. 111)

• should (not) + werkwoord
• gebruik je voor voor iets dat (niet) zou moeten
• je geeft bijvoorbeeld advies of je wilt iets afraden. 

Modals (TB p. 111)

• has/have to + werkwoord
• gebruik je om te zeggen dat iets moet van iemand anders

• don't have to/doesn't have to + ww
• gebruik je om te zeggen dat iets niet hoeft van iemand anders

Bij de volgende opdracht is er een verhaaltje. In sommige zinnen moet je een hulpwerkwoord invullen. Je hebt steeds een keuze. 

Good luck!

Dear Marly,

How are you? I'm miserable! Last week was the final episode of my favourite series, Kings of Fire. 

In my opinion they __ continue the series for many more years!

1. should
2. have to

I think I __ write an e-mail to the producer to tell her how I feel.

1. should
2. have to

Now I really don't know what to do tonight. Maybe I __ think about it too much.

1. shouldn't
2. don't have to

There are a few things my mother has asked me to do. I __ walk the dog and go to the baker's.

1. should
2. have to

Luckily, I __ clean my room!

1. shouldn't
2. don't have to

Tomorrow is a bank holiday so I __ do any homework today.

1. shouldn't
2. don't have to

I think I'll watch some reruns of Kings of Fire after I've finished my chores. You __ come over and watch them with me.

1. should
2. have to

I'm sure you will like the series too! Well I must go now, my sister __ go to hockey practice and I have to take her there!

1. should
2. has to

Ik begrijp grammar 17 nu goed genoeg om PTO4 te maken.

1. yes
2. no

Huiswerk

Ga aan de PTO4 eindopdracht Engels werken!