HEY 9.5 Sociale verzekeringen en voorzieningen

9.5 Sociale verzekeringen en voorzieningen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

9.5 Sociale verzekeringen en voorzieningen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelvraag
Wat zijn de doelstellingen van enkele sociale verzekeringen en voorzieningen en hoe bereken je de uitkeringen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AOW
Wlz
ANW
AKW
WW
ZW
WIA

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AKW
Algemene kinderbijslagwet
  • AKW: belastingvrije tegemoetkomen in de kosten voor de opvoeding van kinderen tot 18 jaar
  • Het kind hoeft daarvoor niet thuis te wonen
  • Kinderen mogen onbeperkt bijverdienen
  • Afhankelijk van leeftijd en aantal kinderen
  • Bij volksverzekeringen maar geen premie -> lijkt op een voorziening

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANW
De ANW is een nabestaandenuitkering voor partners en kinderen van overleden personen. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de leefsituatie.

Hoogte uitkering afhankelijk van het inkomen

Mogelijkheid zelf aanvullend te verzekeren bij particuliere verz.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat de ANW is en wie er recht op heeft.
WLZ

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WLZ
Voor wie
instelling/woonvorm/thuis
24uurs zorg/begeleiding. 
Langdurige zorg
kinderen (0-19) meervoudige handicap 
welke zorg
24uurs zorg/toezicht
langdurig GGZ zorg (+3jaar)
medische zorg bij zintuigelijke handicap
palliatieve zorg
ziekenhuis +366 dagen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Werkeloosheidswet?
De Werkeloosheidswet is een sociale verzekering die onvrijwillig werklozen financieel ondersteunt.

Inschrijven UWV

Sollicitatieverplichting (zo niet financiële sancties)

Slide 9 - Tekstslide

Geef een korte uitleg over wat de Werkeloosheidswet is en waarom het belangrijk is om te weten hoe je een berekening kunt maken.
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA is van toepassing wanneer Jan door een ziekte of handicap niet meer kan werken en daardoor inkomensverlies heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Leg de WIA uit en hoe deze van toepassing is op Jan.
WIA
WIA:  Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.






Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziektewet 
In de ziektewet is geregeld dat zieke werknemers die geen vaste baan hebben en geen loon krijgen, toch een inkomen hebben. 
Wat is ziek? Ziek is een medewerker die door een lichamelijk of geestelijk gebrek (bijv. een handicap) niet meer in staat is het werk te doen dat hij geacht wordt te verrichten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziektewet: bijzonderheden
No-risk polis
Geldt voor medewerkers die binnen een bepaalde tijd na het ontvangen van een eerdere (ziekte)uitkering ziek worden

Zelfstandigen 
- Vallen niet onder de ziektewet
- Kunnen zich wel vrijwillig verzekeren voor de ziektewet
- Kunnen een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten 





*gebonden aan het maximumdagloon (in 2024 €282,95)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAZO
De WAZO, oftewel de Wet arbeid en zorg, is een Nederlandse wet die verschillende vormen van verlof regelt voor werknemers. Deze wet zorgt ervoor dat werknemers in specifieke situaties recht hebben op verlof, zodat zij werk en privé beter kunnen combineren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet arbeid en zorg (Wazo) 
  1. Zwangerschaps- en bevallingsverlof
  2. Kraamverlof
  3. ouderschapsverlof
  4. adoptie of pleegzorgverlof
  5. zorgverlof
  6. calamiteitenverlof

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De participatiewet 
De Participatiewet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden. Ook mensen met een arbeidsbeperking.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatiewet

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijstand
Mocht je niet meer vallen onder de wajong of de participatiewet kom je in de bijstand.
Als je eigen geld hebt krijg je geen bijstand.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bijstand?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijstandsuitkering
Heb je om een of andere reden geen werk? Dan krijg je van de overheid bijstand.
Deze wordt bepaald op het minimale bedrag dat iemand nodig heeft om van te kunnen leven: het sociaal minimum.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wajong
Wajong is voor mensen die voor hun 18e of tijdens een studie een ziekte of handicap hebben. Door deze ziekte of handicap kunnen zij nooit meer werken. Zij hebben recht op Wajong als ze aan de voorwaarden voldoen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmogelijkheden en arbeidsbeperkingen 
Is betaald werk niet (meer) haalbaar voor de cliënt? --> zoektocht naar passende dagbesteding.

Doelen bij arbeidsmatige dagbesteding:
  • Het ontwikkelen of op peil ouden van vaardigheden
  • Werken aan structuur/stabiliteit
  • Leren samenwerken
  • Het ontdekken van je mogelijkheden
  • Het wennen aan werk, met mogelijk een doorstroom naar vormen van beschut of begeleid werk, vrijwilligerswerk of regulier werk.
  • Het trainen van sociale en arbeidsvaardigheden.
Aan deze doelen kun je werken d.m.v. bv. een schoonmaakproject of fietsherstelproject.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De AKW is een?
A
sociale voorziening
B
werknemersverzekering
C
volksverzekering
D
zorgverzekering

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wanneer ben je verzekerd voor de AKW?
A
als je minderjarige kinderen hebt
B
als je in Nederland woont
C
als je niet te veel inkomen hebt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Voor wie is de WW (werkloosheidswet) bedoeld?
A
Werknemers
B
Zelfstandigen zonder personeel
C
Ondernemers
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staan de letters WAZO?
A
Wet armoede , zorg en onderwijs
B
Wet arbeidsongeschikten en zorg
C
Wet armoede, ziekte en ontwikkeling
D
Wet arbeid en zorg

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na twee jaar volgt de WIA. Voor hoeveel % moet je minimaal arbeidsongeschikt zijn voor de WIA?
A
15%
B
25%
C
35%
D
45%

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WLZ is een:
A
sociale verzekering
B
werknemersverzekering
C
volksverzekering
D
zorgverzekering

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De werkloosheidswet (WW) is een
A
Sociale voorziening
B
Volksverzekering
C
Werknemersverzekering

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorwaarde om ANW te krijgen
A
minimaal 45% arbeidsongeschikt
B
Een kind hebben jongen dan 18 jaar
C
Je moet minimaal 24 uur werken
D
Als je zwanger bent

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WIA staat voor?
A
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
B
Wettelijk inkomsten arbeidsvermogen
C
Wet inkomen en arbeidsvermogen
D
Wettelijke inkomens en arbeidsvermogen werknemer

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelt de WAZO?
A
Een speciale voorziening, zoals traplift
B
Bijzondere hulp, zoals kraamzorg
C
Een tegemoetkoming bij arbeidsongeschiktheid
D
Bijzonder verlof, zoals bij ernstige ziekte

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is een WW (=werkloosheidswet) uitkering?
A
De eerste twee maanden 75% van je brutoloon voor ontslag
B
Evenveel als je brutoloon voor ontslag
C
Na twee maanden 70% van je brutoloon voor ontslag
D
110% van je brutoloon voor ontslag

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de WIA
A
Ouders
B
Werklozen
C
Arbeidsongeschikten
D
Gehandicapten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De AOW is een...
A
Volksverzekering
B
Werknemersverzekering
C
Sociale voorziening

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de WLZ?


A
mensen met een beperking
B
mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben
C
mensen die permanent toezicht nodig hebben
D
ouderen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hebben recht op ANW
A
Gepensioneerden
B
Mensen in de bijstand
C
Nabestaanden van overledenen
D
Welklozen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de Wajong een..
A
sociale voorziening
B
volksverzekering
C
werknemersverzekering

Slide 38 - Quizvraag

DKG blz. 94
Hoe lang kan je maximaal in de ziektewet?
A
3 maanden
B
12 maanden
C
24 maanden
D
zo lang als je ziek bent

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de ziektewet?
A
Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst
B
Een belasting op gezondheidszorg
C
Een uitkering bij ziekte

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wajong regelt...
A
Uitkering voor werknemers die zijn geboren voor 1965.
B
Uitkering voor oudere zelfstandigen tussen de 55 en 65 jaar.
C
Uitkering voor jonggehandicapten die nooit meer kunnen werken,
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent WAJONG?
A
Een verzekering voor jongeren onder de 18
B
Wet arbeidsongeschiktheid voor jongens
C
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
D
Wet arbeid jonge mensen

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bijstand, het laatste vangnet, wordt betaald uit belastinggeld. De bijstand is een?
A
sociale voorziening
B
sociale verzekering
C
volksverzekering
D
werknemersverzekering

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen verplichting in de bijstand?
A
aangeboden werk aannemen als alleenstaande ouder van kind 4jr
B
een taaltoets doen bij onvoldoende beheersen Nederlandse taal
C
onbeloonde werkzaamheden doen ten nutte van de samenleving
D
meewerken aan scholing

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de Participatiewet?
A
Voor iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt.
B
Voor iedereen die kan werken, maar het niet lukt om een baan te vinden.
C
D
Voor iedereen met een beperking.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
9.5 21 t/m 25

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies