De arbeidsmarkt

INLOGGEN MET EIGEN NAAM

CODE:
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

INLOGGEN MET EIGEN NAAM

CODE:

Slide 1 - Tekstslide

DE ARBEIDSMARKT
(BOEK C)

Slide 2 - Tekstslide

BEGRIP

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

ARBEIDSMARKT
De arbeidsmarkt is een virtuele plaats waar vragers en aanbieders samenkomen. 

Deze markt is overal aanwezig. 

Slide 5 - Tekstslide

Als je solliciteert voor een studentenjob,
dan ben je een...
timer
0:15
VRAGER
AANBIEDER

Slide 6 - Poll

Een onderneming die een personeelsadvertentie
plaatst in de krant is een ...
timer
0:15
VRAGER
AANBIEDER

Slide 7 - Poll

Indien het aanbod groter is dan de vraag, wat hebben we dan?
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

VERKENNING (P.9)

Slide 9 - Tekstslide

DE VRAAG NAAR ARBEID (P.9)

Slide 10 - Tekstslide

timer
1:00
DE VRAAG NAAR ARBEID IS AFHANKELIJK VAN...

Slide 11 - Woordweb

DE VRAAG NAAR ARBEID (P.9)
De vraag naar arbeid is een afgeleide vraag, vooral afhankelijk van...

1) De vraag naar PRODUCTEN

2) Het LOONNIVEAU

3) De ARBEIDSPRODUCTIVITEIT

Slide 12 - Tekstslide

DE VRAAG NAAR PRODUCTEN
Om te produceren heeft een ondernemer arbeiders, machines, grondstoffen, ... nodig.

=> Hoe groter de vraag naar die producten, hoe meer werknemers de onderneming nodig heeft.

=> De vraag naar arbeid is een afgeleide vraag

Slide 13 - Tekstslide

HET LOONNIVEAU
=> Een omgekeerd evenredige verhouding tussen het loon en de vraag naar arbeid.

Hoge loonkost -> vraag naar arbeid neemt af -> ondernemer kiest voor productietechnieken waarbij minder arbeiders en meer kapitaalgoederen worden ingeschakeld: automatisering & robotisering 
                   => Om de tewerkstelling naar arbeid in ons land te bevorderen, probeert de Belgische overheid momenteel om de relatief hoge loonkost voor ondernemers te verminderen 

Slide 14 - Tekstslide

ARBEIDSPRODUCTIVITEIT

Slide 15 - Tekstslide

Wat denken jullie dat
arbeidsproductiviteit is?
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

ARBEIDSPRODUCTIVITIET
= Hoeveelheid producten die per tijdseenheid wordt geproduceerd door een arbeider. 

Een hogere arbeidsproductiviteit zorgt bij eenzelfde inzet van arbeid voor meer geproduceerde eenheden => kost per eenheid product daalt

Slide 17 - Tekstslide

ARBEIDSPRODUCTIVITEIT = HOEVEELHEID PRODUCTEN GEPRODUCEERD PER TIJDSEENHEID (BV. PER UUR), PER ARBEIDER



Een toename van de arbeidsproductiviteit zorgt ervoor dat de ondernemer goedkoper kan produceren en meer winst maakt.

Mogelijks zal de ondernemer beslissen om zijn personeelsbestand uit te breiden, waardoor de vraag naar arbeid toeneemt

Slide 18 - Tekstslide

ACTUALITEIT

Slide 19 - Tekstslide

Wat denken jullie wat er gebeurt en/of gebeurd is met de arbeidsproductiviteit tijdens de COVID-19 pandemie?
timer
0:15
VERLAAGD
VERHOOGD
GELIJK GEBLEVEN

Slide 20 - Poll

NA/TIJDENS CORONA

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

ARBEIDSPRODUCTIVITEIT
De arbeidsproductiviteit is de laatste jaren sterk toegenomen. Bovendien scoort België, op internationaal vlak, heel goed.

De arbeidsproductiviteitstoename is er vooral gekomen door:
- Specialisatie en arbeidsverdeling
- Technologische vooruitgang 
- Invloed van het loonniveau en de arbeidsproductiviteit op de vraag naar arbeid en op de tewerkstelling moeten samen worden bekeken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

DE PRAKTIJK
Digitalisering vertaalt zich eindelijk in snellere stijging productiviteit
P. 12

Slide 25 - Tekstslide

HET AANBOD VAN ARBEID (P.13)

Slide 26 - Tekstslide

Definitie:

Het aanbod van arbeid is de beroepsbevolking: alle personen van 15 tot 75 jaar die (1) betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of (2) die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Slide 27 - Tekstslide

timer
1:00
WAAROM WILLEN MENSEN WERKEN?

Slide 28 - Woordweb

WAAROM WILLEN MENSEN WERKEN?
1) Mensen werken voor een INKOMEN om uitgaven te dekken, te wonen, ontspanning, naar school gaan,...

MAAR
Er zijn nog andere redenen waarom mensen werken.

> Amerikaanse Bedrijfspsycholoog Maslow zegt dat er 5 groepen van behoeften of drijfveren zijn die het menselijk handelen bepalen en dus ook de keuze om te werken

Slide 29 - Tekstslide

BEHOEFTEHIËRARCHIE VAN MASLOW

Slide 30 - Tekstslide

Volgens Maslow doorloopt iedereen een behoeftepiramide 


- Onderaan: fysieke behoeften = eten, drinken, kleding & onderdak

- Niveau 2: behoefte aan veiligheid of bestaanszekerheid 

- Niveau 3: sociale behoefte (erbij horen) = vriendschap en liefde

- Niveau 4: behoefte aan erkenning en waardering (sociale erkenning en status) = zelfrespect, hoe anderen over jou denken

- Top: behoefte aan zelfrealisatie = zelfontplooiing 


Slide 31 - Tekstslide

De behoefte van een hogere categorie zal maar nagestreefd worden nadat de behoeften van een lagere categorie zijn bevredigd.


In de eerste plaats gaan we werken om een inkomen te verwerven om aan de basisbehoeften te voldoen, pas nadien komen de andere drijfveren aan bod.


Wie zichzelf volledig kan terugvinden in zijn werk, "wie van zijn hobby zijn beroep maakt", zal graag werken en is uitermate gemotiveerd 

Slide 32 - Tekstslide

MAAR HELAAS...

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

BEDANKT!

Slide 35 - Tekstslide

IK BEN DE MOL... WIE BEN IK?
A
De dochter van meneer Flamant
B
De dochter van mevrouw De Geijter
C
De dochter van mevrouw Roeland
D
Een oud leerling

Slide 36 - Quizvraag