ISMEN

De opkomst van politieke-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De opkomst van politieke-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer komen er politiek-maatschappelijke stromingen op?
A
17e
B
18e
C
19e
D
20e

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een politiek-maatschappelijke stroming? Maak een goede zin van deze stukken uitleg.
1
2
3
4
hoe de samenleving eruit moet zien
Een verzameling van bij elkaar passende ideeën
en wat de rol van de staat daarin moet zijn
en overtuigingen over 

Slide 3 - Sleepvraag

Noem uit je hoofd drie grote politieke oorzaken voor het ontstaan van de 'ismen'

Slide 4 - Open vraag

Welke stroming ontstond als eerste na de Franse Revolutie?
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Conservatisme
D
Socialisme

Slide 5 - Quizvraag

HW: Op welke manier komen het liberalisme, confessionalisme en socialisme voort uit de Sociale Kwestie?

Slide 6 - Open vraag

socialisme

Slide 7 - Woordweb

Welke uitspraak is NIET WAAR over het nationalisme?
A
Het was in NL vermengd met andere stromingen
B
Het leidde tot de eenheid van Duitsland in 1871
C
Het glorieuze verleden was erg belangrijk
D
Het nationalisme bestaat vandaag de dag niet meer

Slide 8 - Quizvraag

Katholieken in Nederland konden emanciperen dankzij...
A
hun strijd voor gelijke rechten
B
de katholieke beeldenstorm in 1870
C
gelijke rechten in de grondwet van 1848
D
de rechten die zij van de koning kregen

Slide 9 - Quizvraag

Welke groepen wilden algemeen kiesrecht?
A
arbeiders en protestanten
B
arbeiders en katholieken
C
arbeiders en vrouwen
D
arbeiders, vrouwen en katholieken

Slide 10 - Quizvraag

Vrouwen wilden eind 19e eeuw veel veranderen. Welke hoort er NIET bij?
A
kiesrecht voor vrouwen
B
vrouwen kunnen ook betaald werken
C
gelijke verdeling huishoudelijke taken
D
vrouwen regelen hun eigen inkomen

Slide 11 - Quizvraag

Tot wanneer waren vrouwen 'handelingsonbekwaam'?
A
1935
B
1946
C
1950
D
1956

Slide 12 - Quizvraag

Welke afbeelding hoort bij welke minderheid?
protestanten
vrouwen
arbeiders
katholieken

Slide 13 - Sleepvraag