Je herkent deze woordsoorten en je kunt onderscheid maken tussen deze woordsoorten.
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Nakijken en bespreken opdrachten stencil met voorzetsel en bijwoorden
Nakijken en bespreken opdrachten stencil met alle woordsoorten
Leren: alle theorie van grammatica woordsoorten H1 t/m H6 (zn, blw, olw, bn, hww, zww, aanw.vnw, vr.vnw, vz en bw)
Slide 2 - Tekstslide
Haal alle voorzetsels uit deze zin:
1) Natuurlijk zijn gamers in vergelijking met sporters erg ongezond.
A
natuurlijk
B
in
C
in, met
D
in, erg
Slide 3 - Quizvraag
Haal alle bijwoorden uit deze zin:
1) Natuurlijk zijn gamers in vergelijking met sporters erg ongezond.
A
natuurlijk, erg
B
natuurlijk, erg, ongezond
C
erg,ongezond
Slide 4 - Quizvraag
Haal alle voorzetsels uit deze zin:
2) In de wintermaanden moesten we dagelijks levertraan slikken.
A
in
B
in, we
C
in, dagelijks
D
-
Slide 5 - Quizvraag
Haal alle bijwoorden uit deze zin:
2) In de wintermaanden moesten we dagelijks levertraan slikken.
A
wintermaanden
B
dagelijks
C
dagelijks, levertraan
D
levertraan
Slide 6 - Quizvraag
Haal alle voorzetsels uit deze zin:
3) Waardoor kun je overdag de sterren niet zien?
A
waardoor
B
je
C
niet
D
-
Slide 7 - Quizvraag
Haal alle bijwoorden uit deze zin:
3) Waardoor kun je overdag de sterren niet zien?
A
waardoor, overdag
B
niet
C
overdag, niet
D
waardoor, overdag, niet
Slide 8 - Quizvraag
Haal alle voorzetsels uit deze zin:
4) Na de oorlog begon ons land onmiddellijk aan de wederopbouw.
A
na
B
ons
C
na, aan
D
de, de
Slide 9 - Quizvraag
Haal alle bijwoorden uit deze zin:
4) Na de oorlog begon ons land onmiddellijk aan de wederopbouw.
A
oorlog
B
onmiddellijk
C
wederopbouw
D
-
Slide 10 - Quizvraag
Haal alle voorzetsels uit deze zin:
5) Wij moesten tijdens de gymles erg hard lachen.
A
wij
B
tijdens
C
erg
D
-
Slide 11 - Quizvraag
Haal alle bijwoorden uit deze zin:
5) Wij moesten tijdens de gymles erg hard lachen.
A
erg
B
hard
C
erg, hard
D
lachen
Slide 12 - Quizvraag
Haal alle voorzetsels uit deze zin:
6) Dankzij het internet kun je tegenwoordig archiefstukken thuis lezen.
A
dankzij
B
thuis
C
thuis, lezen
D
tegenwoordig
Slide 13 - Quizvraag
Haal alle bijwoorden uit deze zin:
6) Dankzij het internet kun je tegenwoordig archiefstukken thuis lezen.
A
tegenwoordig
B
tegenwoordig, thuis
C
thuis
D
thuis lezen
Slide 14 - Quizvraag
Alle woordsoorten door elkaar. Ontleed woord voor woord!
1) Tijdens de officiële opening van de expositie heeft het publiek de kunstenaar niet gezien.
Slide 15 - Tekstslide
1) Tijdens de officiële opening van de expositie heeft het publiek de kunstenaar niet gezien.
vz-blw-bn-zn-vz-blw-zn-hww-blw-zn-blw-zn-bw-zww
Slide 16 - Tekstslide
2) Johan heeft helaas een ontzettend verschrikkelijke jeugd gehad.
Slide 17 - Tekstslide
2) Johan heeft helaas een ontzettend verschrikkelijke jeugd gehad.
zn-hww-bw-olw-bw-bn-zn-zww
Slide 18 - Tekstslide
3) Wie hebben altijd van Janneke gehouden met het hele hart?
Slide 19 - Tekstslide
3) Wie hebben altijd van Janneke gehouden met het hele hart?
vr.vnw-hww-bw-vz-zn-zww-vz-blz-bn-zn
Slide 20 - Tekstslide
4) Waar is die gouden ring gebleven?
Slide 21 - Tekstslide
4) Waar is die gouden ring gebleven?
bw-hww-aanw.vnw-bn-zn-zww
Slide 22 - Tekstslide
VRAGEN over de stof?
Stel ze nu!
Slide 23 - Tekstslide
Huiswerk
Leren: alle theorie van grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Let op: volgende week krijg je een oefentoets over deze stof en daarna volgt de echte toets!
Extra oefenen? Ga naar: Cambiumned en ga naar Oefenen>Grammatica>woordsoorten. Hier kun je allerlei opdrachten vinden. Je hebt nog niet alle woordsoorten gehad die daar worden genoemd en die bij verschillende opdrachten aan bod komen. Let daar dus even op als je een oefening kiest.