4.4 Revolutie in Nederland (deel 1)
1 / 45
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat was de naam van het bestuur van Frankrijk voordat Napoleon de macht overnam?
A
De Nationale Vergadering
B
De terreur
C
D'ancien Regime
D
De Directoire
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer pleegde Napoleon zijn staatsgreep? En wanneer werd hij keizer?
A
Staatsgreep: 1789
Kroning keizer: 1804
B
Staatsgreep: 1799
Kroning keizer: 1804
C
Staatsgreep: 1804
Kroning keizer: 1810
D
Staatsgreep: 1789
Kroning keizer: 1799
Slide 5 - Quizvraag
In 1799 nam Napoleon de macht over. Hoe noemen we een volksstemming zoals Napoleon liet plaatsvinden?
A
Staatsgreep
B
Referendum
C
Burgerlijk recht
D
Code Napoleon
Slide 6 - Quizvraag
Ondanks dat Napoleon de macht had, was hij ook beïnvloed door de Verlichting. Dit blijkt uit:
A
Napoleon was een alleenheerser
B
Napoleon liet de standsverschillen niet terugkeren
C
Napoleon werd een keizer
D
Napoleon voerde veel oorlogen
Slide 7 - Quizvraag
Door wie werd Napoleon in 1804 gekroond tot keizer van Frankrijk?
A
Door paus Pius VII
B
Door zijn vrouw Josephine
C
Door zichzelf
D
Door zijn voorgangers van het Directoire
Slide 8 - Quizvraag
Napoleon voerde het burgerlijk recht in. Dit waren wetten over de verhouding tussen overheid en burgers, maar ook tussen burgers onderling. Hoe werd het burgerlijk wetboek ook wel genoemd?
A
Code Civil
B
Scheiding tussen kerk en staat
C
Nationale Vergadering
D
Code Napoleon
Slide 9 - Quizvraag
Napoleon veroverde veel landen in Europa. Maar tegen welk land liep een veldtocht uit in een mislukking?
A
Oostenrijk
B
Pruisen
C
Polen
D
Rusland
Slide 10 - Quizvraag
Terug in Frankrijk stelde Napoleon een nieuwe leger samen. Toch werd hij in 1814 verslagen door een coalitie van landen. Naar welk eiland werd hij in 1814 verbannen?
A
St. Helena
B
Corsica
C
Elba
D
Sicilie
Slide 11 - Quizvraag
Napoleon wist te ontsnappen van Elba en kwam nog een keer terug. Waar werd hij in 1815 definitief verslagen ?
A
Brugge
B
Brussel
C
Antwerpen
D
Waterloo
Slide 12 - Quizvraag
Opnieuw werd Napoleon verbannen. Naar welk eiland werd hij dit keer gestuurd?
A
Elba
B
St. Helena
C
Corsica
D
IJsland
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat waren regenten ook alweer?
A
Leiders van het leger
B
Leiders van de Nederlandse vloot
C
Afstammelingen van koning Filips II
D
Bestuurders van steden en gewesten
Slide 18 - Quizvraag
Wat was de rol van 'de stadhouder' in de Republiek na 1581 ook alweer?
A
De baas van alle Nederlandse steden
B
Hoogste regent in dienst van de gewesten, o.a. opperbevelhebber
C
De koning
D
De plaatsvervanger van de koning
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Door welke revolutie zal Joan Derk van der Capellen tot den Pol vooral geïnspireerd zijn?
A
De Franse Revolutie
B
De Bataafse Revolutie
C
De Amerikaanse Revolutie
D
De Nederlandse Opstand
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
In 1780 is er grote onvrede in Nederland.
Waarom?
Waarom?
A
Er is veel armoede en oorlog
B
Er is zojuist een oorlog tegen de Engelsen verloren
C
Veel mensen zijn het bestuur van de absolute koningen zat
D
Veel mensen willen graag een koning
Slide 37 - Quizvraag
De patriotten geven de schuld van de verloren oorlog aan...
A
De stadhouder
B
De regenten
C
De koning
D
De stadhouders
Slide 38 - Quizvraag
Welke uitspraak over de patriotten is waar?
A
De patriotten zijn dol op de Oranjes
B
De patriotten zijn geïnspireerd door de Franse Revolutie
C
De patriotten komen veelal uit de gegoede burgerij
D
De patriotten zijn arme, ontevreden Nederlanders
Slide 39 - Quizvraag
Welke uitspraak over de patriotten is niet waar?
A
De patriotten komen veelal uit de gegoede burgerij
B
De patriotten zijn geïnspireerd door de Amerikaanse Revolutie
C
De patriotten hebben verlichtte ideeën
D
De patriotten zijn alleen maar rijke Nederlanders
Slide 40 - Quizvraag
De betekenis van het woord patriot is....
A
Iemand die trots is op zijn vaderland
B
Iemand die boos is op zijn vaderland
C
Iemand die boos is op zijn regering
D
Iemand die trots is op zijn bezit
Slide 41 - Quizvraag
De Patriottenopstand in Nederland vond plaats voor / na de Franse Revolutie
A
Voor
B
Na
Slide 42 - Quizvraag
Met de 'Oranjes' bedoelen we...
A
De machtige regenten
B
De stadhouder
C
De koning van de Republiek
D
Willem-Alexander
Slide 43 - Quizvraag
Vrijkorpsen zijn...
A
Groepen gewapende burgers
B
Studentenkorpsen met een militaire inslag
C
Verlichtte denkers met wapens
D
Groepen gewapende vrouwen die vechten tegen de stadhouders
