6.2 online

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.2 Om de macht 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.2 Om de macht 

Slide 1 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
tijdvak 6
23. Het streven naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie

welke woorden ken je niet?
Welke KA's passen bij deze paragraaf?

Slide 2 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
tijdvak 6
23. Het streven naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie

welke woorden ken je niet?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe het streven naar particularisme de staatsinrichting van de Republiek heeft beïnvloed. 

2. Je kunt de verschillen van inzicht tussen staatsgezinden en Oranjegezinden benoemen.

3. Je kent de kenmerken van het Frans absolutisme.

4. Je kunt overeenkomsten en verschillen noemen tussen de staatsinrichting van de Republiek en die van Frankrijk.
Vertel maar

Slide 4 - Tekstslide

Maurits en Frederik Hendrik maken een wandeling langs de Hofvijver in Den Haag. Een schilderij van Adam van Breen (1618).

Slide 5 - Tekstslide

Maurits en Frederik Hendrik maken een wandeling langs de Hofvijver in Den Haag. Een schilderij van Adam van Breen (1618).
Wat vertelt dit schilderij je over de positie van Maurits.
Torentje van Rutte ;)

Slide 6 - Tekstslide

Staten-Generaal
Bevolking
Raadspen-sionaris
Stadhouder
Staten
Plaatselijk bestuur

Slide 7 - Sleepvraag

Wat hoort waarbij?
opperbevelhebber van het leger en de vloot
beslist over de buitenlandse politiek
hoogste bestuur in elk gewest (vertegenwoor-
digers van steden en adel)
bestuurder van een gewest


Staten-Generaal


stadhouder


Staten


regent

Slide 8 - Sleepvraag

Verbind de 4 beslissingen aan de juiste staten.
Is hier sprake van particularisme?
In Friesland zijn te weinig boeren. Wie daar dit jaar een boerderij begint, krijgt gratis een stuk grond.
De Republiek verklaart de oorlog aan Engeland.
De dijk bij het dorp Alblasserdam wordt verhoogd.
Het leger heeft te weinig soldaten. We sturen mensen naar Duitsland om daar soldaten te huren.
Staten-Generaal
Gewestelijke staten

Slide 9 - Sleepvraag

Leg met behulp van de bron uit wat er gebeurde met Johan van Oldenbarnevelt.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom gebeurde die terechtstelling in het openbaar?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is hier gebeurd?
Kun je het motief voor deze moordpartij vergelijken met de moord op Johan van Oldebarnevelt?

Slide 12 - Tekstslide

Waarin verschilt de politiek in de Republiek van die in andere landen in Europa? Bijvoorbeeld Frankrijk

Slide 13 - Open vraag

Welke koning is dit?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XVI
D
Napoleon

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij het absolutisme?
A
Droit divin
B
Alle macht aan de koning
C
Versailles
D
Parlement heeft macht

Slide 15 - Quizvraag

Lambert de Hondt (II): Lodewijk XIV ontvangt de sleutels en overgave van de stad Utrecht, 30 juni 1672 (detail)
Waarom is Lodewijk (Louis) XIV in de Republiek in 1672?

Slide 16 - Tekstslide

Vrede van Munster
Act of Navigation
rampjaar
Stadhouderloze tijdperk
Willem II overlijdt

Slide 17 - Sleepvraag

oprichting WIC
Oprichting VOC
Stadhouderloze tijdperk
Rampjaar
Willem III wordt stadhouder

Slide 18 - Sleepvraag

Dit fragment gaat over het Rampjaar (1672).
Uit welke zinsdelen kun je dit halen?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep de omschrijvingen van personen naar de juiste afbeelding. Er blijft 1 afbeelding over: 
Een filosoof die niet in een god geloofde. 
Hij ontdekte de wet van de zwaartekracht.
Hij ontdekte dat de aarde om de zon draait en niet andersom.
Hij bouwde de eerste precies lopende klok met een wiskundige formule. 
Een grote inpolderaar die met windmolens van water land ging maken.
In 'rampjaar' 1672 kreeg deze regent de schuld van de zwakte van het leger en werd dus vermoord. 

Slide 21 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd van deze paragraaf

Slide 22 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 23 - Open vraag

aan de slag
Lees par 6.3 en vat deze samen.

Laat eventueel ruimte om tijdens de les extra aanvulling te schrijven bij wat je lastig vind.

Slide 24 - Tekstslide