Blok 8 - Les 4/5

PDO Blok 8 - Les 4
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
PdoMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PDO Blok 8 - Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Nodig voor deze les
Leer- en werkboek: Basisboek Didactiek, Communicatie en Organisatie
Hoofdstuk 7.1 en 7.2

Telefoon of laptop om deel te nemen aan de lessonup

Eventueel laptop of pen en papier voor aantekeningen

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 7
7.1 Communiceren kan je leren
7.2 Ken jezelf: reflecteren
7.3 Omgaan met reacties van anderen
7.4 In gesprek gaan
7.5 Verslag uitbrengen
7.6 Jezelf laten zien

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Onderzoek werkwoordspelling Jojanneke
Terugblik op de vorige les
Doelen van deze les
Uitleg 7.1 en 7.2
Quizziz
Opdrachten maken

Slide 4 - Tekstslide

Onderzoek Jojanneke
Schrijf op of je het schrijft met t, d of dt

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Terugblik op het vorige hoofdstuk


Drie vragen, wat weet je nog?

Slide 7 - Tekstslide

Wat maakt dat pubers pas laat in slaap vallen?
A
Ze hebben te veel aan hun hoofd.
B
Ze willen hun eigen tijd bepalen.
C
Dat komt door de hormonen.
D
Ze hebben minder slaap nodig.

Slide 8 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Pubers hebben 9 uur slaap per dag nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag


Jolijn begrijpt dat een smal hoog glas niet betekent dat in dat glas meer water kan dan in een breed lager glas.

Van welk begrip is hier sprake?
A
Conservatie
B
Magisch denken
C
Animistisch denken
D
Objectpermanentie

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen
Je leert wat communiceren is.
Je leert verschillende manieren van communicatie.
Je leert hoe je moet reflecteren op jezelf.
Je leert over het reflectiemodel van Korthagen.

Slide 11 - Tekstslide

7.1 Communiceren kun je leren

Slide 12 - Tekstslide

Communiceren kun je leren
Dit hoofdstuk gaat over communiceren en reflecteren. 

In het filmpje hierna wordt de kracht van communicatie met woorden duidelijk.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waar denk jij aan bij het woord communiceren?

Slide 15 - Open vraag

Communicatie
feedback

Slide 16 - Tekstslide

Ruis: verstoring in de communicatie
  • door geluiden in de omgeving (langsrijdende auto, een lachend persoon, een sirene, enz.)
  • als je een andere taal spreekt waardoor je elkaar niet begrijpt
  • wanneer je moe bent en de ander niet goed hoort
  • wanneer je een heftige emotie richting de zender ervaart (irritatie, verliefdheid, boosheid, enz.)
  • eerdere ervaringen die de boodschap op voorhand kleuren (voorbeeld bij Roshan uit het net gelezen stuk)

Slide 17 - Tekstslide

Verbale en non-verbale communicatie

Wat is het verschil?

Slide 18 - Tekstslide

Welke non-verbale communicatie signaal betekent in veel landen hetzelfde? Je mag er meerdere noemen

Slide 19 - Open vraag

Verbale communicatie

Spreektempo
Intonatie
Volume
Articuleren
Non-verbale communicatie

Lichaamshouding
Mimiek
Oogcontact
Waarom is het belangrijk dat je als onderwijsassistent en stagiaire bewust bent van je eigen lichaamstaal?

Slide 20 - Tekstslide

Er is onderzoek gedaan naar de geloofwaardigheid van de zender wanneer het gesprek gaat over een mening over een onderwerp.

Wat heeft het meeste invloed op de geloofwaardigheid van de zender?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Link

7.2 Ken jezelf: reflecteren

Slide 23 - Tekstslide

Kijken naar jezelf
Reflecteren: kijken naar je ervaringen en daarvan leren voor een volgende keer

In welke situatie moeten jullie dit bijna wekelijks doen?

Analyseren: Je neemt de situatie onder de loep. Wat deed ik, wat ging er goed/verkeerd, wat was mijn rol, wat neem ik mee en wat doe ik de volgende keer anders?

Slide 24 - Tekstslide

Reflectiemodel van Korthagen
Reflecteren doe je bij voorkeur in vaste stappen (blz. 263)

Slide 25 - Tekstslide

In welke stap komt de STARRT methode terug?
A
Fase 1
B
Fase 2 en 3
C
Fase 4
D
Fase 5

Slide 26 - Quizvraag

Valkuilen
Wees je bewust van de valkuilen en bedenk: 'Iedereen stapt wel een keer in één of meerdere valkuilen. Dat is menselijk. Het gaat er om hoe je er uiteindelijk mee omgaat.

blz. 264

Slide 27 - Tekstslide

Terugblik
  Wat weet je nog van deze les?
5 vragen

Slide 28 - Tekstslide

Onder welk begrip valt het praten met verschillende tonen (hoog, laag, hard, zacht)?
A
Spreektempo
B
Intonatie
C
Mimiek
D
Articuleren

Slide 29 - Quizvraag

Als iemand met zijn armen over elkaar gevouwen zit en achterover leunend, welke vorm van lichaamshouding past hier dan bij?
A
Open houding
B
Gesloten houding

Slide 30 - Quizvraag

Een vinger op de mond leggen om stilte te krijgen in de klas. Welke manier van communiceren is dat?
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 31 - Quizvraag

Jij hebt een les gegeven over de Egyptenaren.
Na de les denk je na over je eigen handelen om daar de volgende keer beter van te worden, wat doe je dan?
A
Analyseren
B
Reflecteren
C
Consumeren
D
Debatteren

Slide 32 - Quizvraag

In welke stap/fase van het reflectiemodel van Korthagen kom je de STARRT methode weer tegen?
A
Stap 1
B
Stap 2 en 3
C
Stap 4
D
Stap 5

Slide 33 - Quizvraag