5A Theorie 3

Theorie 3 blz.46
Verbanden tussen zinnen en alinea's
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Theorie 3 blz.46
Verbanden tussen zinnen en alinea's

Slide 1 - Tekstslide

ook
A
tegenstellend
B
opsommend
C
toelichtend
D
concluderen

Slide 2 - Quizvraag

om te...
A
concluderend
B
redengevend
C
vergelijkend
D
doel-middel

Slide 3 - Quizvraag

eens
A
voorwaardelijk
B
toelichtend
C
chronologisch
D
opsommend

Slide 4 - Quizvraag

doordat
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
voorwaardelijk
D
toegevend

Slide 5 - Quizvraag

Tekstverbanden
  • Zinnen en alinea's bestaan niet los van elkaar,
    maar staan met elkaar in verband.
  •  Verbindingswoorden of Signaalwoorden geven je een teken welk verband er is.
  • Voorbeelden van een verband: oorzaak, gevolg,
    opsomming, overeenkomst, tegenstelling, voorbeeld enz...


Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden vinden
Zoek altijd naar verbindingswoorden in een tekst. Door het verband tussen alinea's en zinnen te herkennen is de tekst begrijpelijker, en kun je het makkelijker samenvatten.

Leer de verbindingswoorden en de bijbehorende tekstverbanden en check in de tekst of je het verband herkent.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Oefening 3.1 maken blz. 49



Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden
1. kan gezien worden als, ...zoals.., zou hier kunnen worden vertaald als= vergelijkend verband
2. om... te  = doel: grondwater moet drinkwater worden
middel= reiniging in een zuiveringsinstallatie
doel-middel verband
3. oorzaak= de weg naar het witte circuit
gevolg= een positief effect
oorzakelijk verband


Slide 9 - Tekstslide

4. als.... dan..... voorwaardelijk verband
doel: tekst snel begrijpen

middel: de rode draad , de tekstlijn
want = redengevend verband

5. bovendien = opsommend verband
immers= redengevend verband
volgende, daarna daarna = opsommend verband
dus= samenvattend verband

6. dan= vergelijkend verband
ook= opsommend verband

Slide 10 - Tekstslide

opsommend tekstverband
concluderend tekstverband
tegenstellend tekstverband
redengevend tekstverband
uitleggend/voorbeeldgevend tekstverband
oorzaak-gevolg tekstverband
samenvattend tekstverband
dus
en
toch
zodat
zoals
maar
kortom
daarom
vervolgens
immers
daarentegen
niet alleen...maar ook
dan ook
alles bij elkaar
dat wil zeggen
want

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden. 
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom

daarom 
zo
dus
toch
ten eerste
echter 

Slide 12 - Sleepvraag

Opsommend tekstverband
Tijdsvolgorde
Tegenstellend tekstverband
Concluderend tekstverband
Samenvattend tekstverband
Oorzaak/gevolg

Slide 13 - Sleepvraag

Wat zijn tekststructuren?
A
Logische opeenvolgingen van functies
B
Inleiding, middenstuk, slot
C
Standpunt, argument
D
Anekdote, uitleg, samenvatting

Slide 14 - Quizvraag

Functiewoorden
 Functiewoorden

Veelvoorkomend

Dit is echt leerwerk!

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag begint voor de meeste universiteiten het academisch jaar. Met plechtig ritueel openen de universiteiten het collegejaar. Op het programma staan tradities, lezingen, muzikale intermezzo’s en het uitreiken van prijzen.
Echter, sommigen zijn niet in de wieg gelegd om altijd maar door te studeren. Zij kunnen niet meedoen aan de studentenverenigingscultuur. Laatst zat ik in de trein met een medewerker van de NS. Hij was storingsmonteur en vertelde over de opleiding die hij had gedaan. Bij het opleidingsinstituut van de NS had hij geleerd hoe onderdelen van treinen vervangen moesten worden. Een mbo niveau twee opleiding.
Dit wordt in onze samenleving helaas te weinig onderkend. Als je niet zo ‘slim’ bent, moet je naar het (v)mbo of praktijkonderwijs. Zogenaamd ‘minderwaardige’ onderwijsvormen. Na die scholen word je immers ‘lager’ of ‘middelbaar’ opgeleid, en daarmee minder goed dan ‘hoger’ opgeleiden. Te vaak leeft onder de leerlingen en hun ouders het idee dat zij nooit succesvol zullen worden. Daarom streven ouders naar een havo- of vwo-opleiding voor hun kind, want dat is wél goed voor zijn of haar toekomst. Dit terwijl 71 procent van de beroepsbevolking lager of middelbaar opgeleid is. Is het niet verschrikkelijk dat we zo’n grote groep op deze manier wegzetten?
anekdote
conclusie
aanleiding
probleemstelling
voorbeeld
verklaring
argument
definitie
oplossing
weerlegging

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is de juiste omschrijving bij het functiewoord?
stelling
argument
weerlegging
samenvatting
conclusie
aanleiding
definitie
voorbeeld
constatering
uitwerking
reden om nu een tekst te schrijven over het onderwerp
omschrijving van wat er met een bepaald verschijnsel wordt bedoeld
beschrijving van één concreet geval
er wordt een verschijnsel/ontwikkeling vastgesteld
er wordt extra informatie gegeven over het onderwerp
Iemand doet een bewering over het onderwerp (niet feitelijk)
reden waarom iemand iets vindt
argument van ander wordt ontkracht
beknopte navertelling
slotgedachte obv voorgaande

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is de juiste omschrijving bij het functiewoord?
stelling
argument
aanbeveling
samenvatting
conclusie
aanleiding
definitie
voorbeeld
constatering
uitwerking
reden om nu een tekst te schrijven over het onderwerp
omschrijving van wat er met een bepaald verschijnsel wordt bedoeld
beschrijving van één concreet geval
er wordt een verschijnsel/ontwikkeling vastgesteld
er wordt extra informatie gegeven over het onderwerp
Iemand doet een bewering over het onderwerp (niet feitelijk)
reden waarom iemand iets vindt
goedbedoelde raad
beknopte navertelling
slotgedachte obv voorgaande

Slide 18 - Sleepvraag

WAAR
NIET WAAR
Als een tekst een duidelijke, vaste tekststructuur heeft, 
zijn verbinding- of signaal-woorden overbodig.
Een achtergrondartikel
 leent zich minder goed voor een verklaringsstructuur 
dan een nieuwsbericht.
Een opiniestuk leent zich beter voor een argumentatiestructuur 
dan een nieuwbericht.
Een nieuwbericht heeft vaak een aspectenstructuur.
In een nieuwsbericht 
valt de schrijver vaak 
met de deur in huis:
het belangrijkste nieuws.
In een tekst met een probleem-maatregelstructuur
 wordt nooit de oorzaak van het probleem besproken.

Slide 19 - Sleepvraag

0

Slide 20 - Video

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
onderwerp

inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of 
stelling

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep de juiste kern naar de juiste tekststructuur
verleden-heden-toekomststructuur
probleem-oplossings-structuur
verklaringsstructuur
argumentatiestructuur
situatie vroeger
situatie nu
kenmerken/voorbeelden
redenen/
oorzaken
argumenten voor en tegen
weerleggingen
verdere beschrijving van het probleem/oorzaken/
gevolgen/ oplossingen

Slide 22 - Sleepvraag