Les 7 & 8 - week 13 - leerdoel & :

16 Je kunt uitleggen dat het lastig was om een  middeleeuwse koninkrijk te besturen. 
1.  Leg uit van wie de koning hulp kreeg tijdens het besturen van het koninkrijk. 

2. Welke twee oorzaken maakten besturen van deze koninkrijken lastig? 
Klaar?
Maak opdracht 3a tot en met 4d op blz. 162 



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

16 Je kunt uitleggen dat het lastig was om een  middeleeuwse koninkrijk te besturen. 
1.  Leg uit van wie de koning hulp kreeg tijdens het besturen van het koninkrijk. 

2. Welke twee oorzaken maakten besturen van deze koninkrijken lastig? 
Klaar?
Maak opdracht 3a tot en met 4d op blz. 162 



Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak (3!) & 4 - Monniken & Ridder, Steden & Staten 
3.5 Koningen willen meer de macht

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
1. Voorkennis: Schout, schepenen & centraal bestuur    (5 min)
2. Bespreken leerdoel 16: Steden werden machtiger      (10 min)
3. Introductie leerdoel 16                                                              (10 min)
4. Opdracht bij leerdoel 16                                                            (15 min)
5. Herhaling leerdoel 15 & 16                                                        (10 min)

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn stadsrechten? (doel 14)
A
Een set van rechten die aan een persoon worden verleend
B
Speciale rechten die aan een stad worden gegeven om te zelf te mogen besturen
C
Een set van rechten die een stad uniek maakt
D
Een set van plichten die een stad moet volgen

Slide 4 - Quizvraag

Welke drie functies vervulden de schout en schepenen? (doel 15)
A
Bakker, timmerman, groenteboer
B
Kapper, schilder, loodgieter
C
Leraar, accountant, advocaat
D
Bestuurder, rechter en politie

Slide 5 - Quizvraag

16 Je kunt uitleggen dat het lastig was om een  middeleeuwse koninkrijk te besturen. 
1. De koning kreeg hulp tijdens het besturen van het koninkrijk. 
  • Een koning kreeg hulp van de adel om zijn land te besturen. 
  • Edelmannen bestuurden stukken land voor de koning.
2. Welke twee oorzaken maakten besturen van deze koninkrijken lastig? 
  • Ten eerste: Koningen moesten veel reizen om te controleren. 
  • Ten tweede: Overal andere wetten/regels. 

Slide 6 - Tekstslide

Wie bestuurde stukken land voor de koning? (doel 16)
A
Ambachtslieden
B
Boeren
C
Kooplieden
D
Edelmannen

Slide 7 - Quizvraag

17. Je kunt uitleggen waarom koningen hun macht wilden centraliseren en hoe deze koningen dat probeerden. 
Stap 1: schrijf leerdoel 17 op in jouw schrift. 

Stap 2:  
1. Leg uit welke drie dingen er veranderde in het bestuur van koningen rond 1200.  (blz. 163/164)
2. Leg uit wat centraal bestuur betekent.   (blz. 164)  
4. Noem een koning die zijn macht ging centraliseren. (blz. 164)
5.  Leg uit hoe koningen machtiger werden. (blz. 165)  
6. Leg uit welke dingen zij invoerden om hun bestuur te centraliseren. (blz. 165)
7. Leg uit hoe koningen steerds meer macht kregen door middel van hun huurleger. (blz. 165)  

Slide 8 - Tekstslide

17. Je kunt uitleggen waarom koningen hun macht wilden centraliseren en hoe deze koningen dat probeerden. 
Stap 1: schrijf leerdoel 17 op in jouw schrift. 

Stap 2:  
1. Leg uit wat er veranderde in het bestuur van koningen rondde 13e eeyuw
2. Leg uit wat centraal bestuur betekent.
3. Noem een koning die zijn macht ging centraliseren.
5.  Leg uit hoe koningen machtiger werden.
6. Leg uit welke 2 dingen zij invoerden om hun bestuur te centraliseren. 
7. Leg uit hoe koningen steeds meer macht kregen door middel van hun huurleger.

Slide 9 - Tekstslide

17. Je kunt uitleggen waarom koningen hun macht wilden centraliseren en hoe deze koningen dat probeerden. (2/2) 
  • 1. Leg uit welke drie dingen er veranderde in het bestuur van koningen rond 1200. 
  • Blijven op één plek; de hoofdstad 
  • Invoeren van dezelfde regels en belastingen in steden en platteland. 
  • Macht van adel verkleinen.
  • 2. Leg uit wat centraal bestuur betekent. 
  • Besturen vanuit één plaats, in land waar overal dezelfde wetten en regels golden. 

Slide 10 - Tekstslide

17. Je kunt uitleggen waarom koningen hun macht wilden centraliseren en hoe deze koningen dat probeerden. (2/2) 
  • Leg uit hoe koningen machtiger werden.  Door belasting te heffen en in te innen (steden) 
  • Leg uit welke dingen zij invoerden om hun bestuur te centraliseren. 
  • Een huurleger: betaald met belasting 
  • Ambtenaren die hielpen met besturen. 
  • Leg uit hoe koningen steeds meer macht kregen door middel van hun huurleger.  
  • Zo konden ze land van andere edelelieden in nemen. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat deden de koningen om hun bestuur te centraliseren?
A
Ze gebruikten een huurleger en ambtenaren om hun macht te vergroten
B
Ze gaven macht aan de edelen
C
Ze lieten het land onbestuurd
D
Ze verlieten hun land en gingen op reis

Slide 12 - Quizvraag

Wie hielp de koningen met het besturen van hun land?
A
Krijgers
B
Handelaren
C
Boeren
D
Ambtenaren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een huurleger en hoe hielp het de koningen hun macht te vergroten?
A
Een huurleger is gratis en helpt de edelen om hun macht te vergroten
B
Een huurleger bestaat uit ongetrainde burgers
C
Een huurleger is betaald met belasting en helpt koningen om land van andere edelelieden in te nemen
D
Een huurleger is alleen toegestaan in tijden van oorlog

Slide 14 - Quizvraag

17. Je kunt uitleggen waarom koningen hun macht wilden centraliseren en hoe deze koningen dat probeerden. (1/2) 
  • 1. Leg uit welke drie dingen er veranderde in het bestuur van koningen rond 1200. 
  • 2. Leg uit wat centraal bestuur betekent. 
  • 3. Noem een koning die zijn macht ging centraliseren. 
  • 4.  Leg uit hoe koningen machtiger werden. 
  • 5. Leg uit welke dingen zij invoerden om hun bestuur te centraliseren. 
  • 6. Leg uit hoe koningen steeds meer macht kregen door middel van hun huurleger.  

Slide 15 - Tekstslide