les 2

les 2
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je: 
  • De anatomie en fysiologie van de huid benoemen
  • Benoemen waar eelt, nagels en haren uit bestaan
  • De verschillende klieren in de opperhuid benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Huid
Twee (of drie) lagen:

1. Opperhuid (epidermis)

2. Lederhuid (dermis)


(3). Onderhuids bindweefsel (subcutaan bindweefsel)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Opperhuid
Opperhuid (epidermis) bestaat uit plaveiselepitheel
1. Hoornlaag
  • Houdt bacteriën/virussen buiten
  • Houdt water binnen
  • Dode, verhoornde cellen
2. Kiemlaag
  • Vorming van nieuwe cellen

Slide 5 - Tekstslide

In het boek staan meer lagen van de opperhuid: de twee belangrijkste zijn echter de hoornlaag en de kiemlaag

Hoornlaag: dode, verhoornde en uitgedroogde cellen worden door talg en zweet bij elkaar gehouden

Kiemlaag: celdeling, vorming van nieuwe cellen

Tijd tussen celdeling en afschilfering +/- 30 dagen
Keratinocyten
Keratinocyten: Hoofdbestanddeel van de opperhuid (epidermis
  • Bevatten 80% keratine
Keratine:
  • Hard, taai, onoplosbaar eiwit
  • Bestand tegen veranderingen in
      zuurgraad en temperatuur
  • Zit ook in nagels en haren

Slide 6 - Tekstslide

keratine zit ook in nagels en haren

Zorgt dus voor bescherming
Melanocyten
Melanocyten: Pigmentcellen
  • Maken pigment (melanine)
  • Absorberen Uv-licht
  • Bepalen huidskleur

Melanocyten zorgen ook voor sproeten en moedervlekken

Slide 7 - Tekstslide

Beschermen huid tegen zonlicht

Huid, haar en kleur van ogen
Hoeveelheid pigment is genetisch bepaald

UV-licht stimuleert pigmentcellen -> wordt je donkerder

Sproeten: ongelijke verdeling pigmentcellen
Moedervlekken: opeenhoping pigmentcellen die veel pigment produceren
2. Lederhuid
Lederhuid (dermis): 
- Bloedvaatjes: haarvaatjes
- Zenuwen (druk, tast)
- Zweetklieren
- Talgklieren
- Haarzakje + haarspiertje

Slide 8 - Tekstslide

Opperhuid bevat geen bloedvaten -> voeding komt vanuit lederhuid

Lederhuid bestaat uit bindweefsel met... zie dia

Lederhuid zorgt dus voor voelen van warmte, kou, pijn, druk en aanraking
(3.) Onderhuids weefsel
Onderhuids (subcutaan) weefsel: Scheiding tussen huid en onderliggend weefsel.
  • Vetweefsel en bindweefsel

Vetopslag:
  • Bescherming tegen mechanische invloeden
  • Isolerende laag (temperatuurregeling)
  • Energievoorraad

Slide 9 - Tekstslide

Mechanische invloeden: trauma, klap, val etc.

Hoeveelheid vet hangt af van voedingsgewoonten en locatie (handen heel weinig vet, heupen en buik heel veel)

Geen deel van de huid zelf
Functies van de huid
1. beschermen
2. bijdragen regeling lichaamstemp.
3. opvangen gevoelsprikkels 
4. vormen vit d
5.opnemen en uitscheiden van stoffen

Slide 10 - Tekstslide

Melkzuur en vetzuur verlaagt de pH van de huid. De zuurgraad zorgt ervoor dat ziekmakende bacteriën zich niet kunnen vermeerderen. 

Niet-ziekmakende bacteriën beschermen tegen groei van ziekmakende bacteriën.

Melanine (pigment) beschermt de huid tegen uv-licht.
Functies van de huid
1. Barrièrefunctie:
  • water van buiten.
  • ziektemakers: bacterien
  • schadelijke chem stoffen
  • mechanische en andere natuurkundige invloeden
  • uitdroging

Slide 11 - Tekstslide

Melkzuur en vetzuur verlaagt de pH van de huid. De zuurgraad zorgt ervoor dat ziekmakende bacteriën zich niet kunnen vermeerderen. 

Niet-ziekmakende bacteriën beschermen tegen groei van ziekmakende bacteriën.

Melanine (pigment) beschermt de huid tegen uv-licht.
Functies van de huid
2. Warmteregeling
  • Het uitscheiden van water (zweten)
  • Doorbloeding van de huid (vaatverwijding/-vernauwing) door verwijderen stroomt er meer warm bloed onder de huid. vernauwen: temp daalt: bleker: minder bloedtoevoer naar huid.

Slide 12 - Tekstslide

wat merk je als je warm/koud wordt? 
- Hoe ziet je huid eruit (rood/blauw)
Functies van de huid
3. Waarneming
  • Receptoren in leder- en onderhuid:​
  • Tast​
  • Pijn​
  • Kou (receptoren bovenin lederhuid)​
  • Warmte (receptoren onderin lederhuid)​
  • Druk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelszintuig​

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van de huid
4. Vitamine D-productie

UV-licht                    ergosterol in huid                     Vitamine D in lever


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van de huid
5 opnemen en uitscheiden van stoffen
* pleisters.
* zweten.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wondgenezing.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Thieme

  • Niv 4: Module 9
  • Niv 3: Module 3

pauze om:
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Spijsverteringstelsel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • De student kent het spijsverteringsstelsel
  • De student kent de functie van het spijsverteringsstelsel 



wat weet jij al??

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • De student kent het spijsverteringsstelsel
  • De student kent de functie van het spijsverteringsstelsel 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsvertering

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsvertering
  • Het verteren van voedsel
  • Voedingsstoffen worden omgezet in energie
  • De spijsvertering begint zodra we iets eten of drinken
  • Het hele proces duurt 24 tot 48 uur

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen jullie functies van het spijsverteringstelsel noemen?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies spijsverteringstelsel
  • Opnemen van voedsel
  • Voedsel fijnmaken
  • Voedsel vervoeren
  • Voedsel afbreken en verteren 
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mond
  • De spijsvetering begint in de mond
  • Per dag 1 L speeksel aangemaakt
  • Enzymen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm/ oesofagus
  • Slokdarm is 25 centimeter lang
  • Spieren in slokdarmwand trekken samen en ontspannen zicht
  • Sluitspiertje tussen slokdarm en maag

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag/gaster
  • In de maag wordt het voedsel gekneed en vermeng met maagsap
  • Maagsap bevat zoutzuur en enzymen
  • Maag bekleed met dikke laag slijmvlies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm/duodenum
  • Spijsverteringssappen en enzymen uit alvleesklier en galblaas aan voedsel toegevoegd. 
  • De wand van de dunne darm is geplooid en heeft kleine uitsteeksels
  • Dunne darm bestaat uit de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en kronkeldarm (6m)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm (colon) en endeldarm (rectum)
  • Voedsel dat niet verteerd kan worden gaat naar dikke darm
  • Vocht en zouten eruit gehaald
  • Rectum
  • Omgekeerde 'U' in de buikholte

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microbioom
  • In dikke darm leven goede bacteriën
  • Darmflora 


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever/hepar
  • Voedingsstoffen uit voedsel worden via het bloed naar lever gebracht
  • Omgezet in bouwstoffen of in energie
  • Gal
  • Ligging: rechtsboven in buikholte

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Galblaas/vesica biliaris
  • In de galblaas wordt het gal dat gemaakt wordt door de lever tijdelijk opgeslagen.
  • Ligging: rechtsboven in de buikholte

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier/pancreas
  • Alvleesklier maakt alvleeskliersap
  • Hormonen insuline en glucagon
  • Ligging: links achter in de bovenbuik

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

buikvlies
mesenterium

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Opdracht: "Het Reisavontuur van Voedsel"
Doel: In deze opdracht ga je een creatieve reisplannen voor een stuk voedsel door het spijsverteringsstelsel om beter te begrijpen hoe ons lichaam voedsel verwerkt en verteert.
Handleiding:






De klas wordt verdeeld in groepen van 3-4 studenten.
Kies een Stuk Voedsel: Elke groep kiest een stuk voedsel (bijvoorbeeld een appel, een stuk brood, een wortel, etc.) dat door het spijsverteringsstelsel zal reizen. Jullie zullen dit stuk voedsel 'jullie avonturier' noemen.
Creëer een Reisavontuur: Samen met je stukje ga je een tekening maken van de reis van jullie avonturier door het spijsverteringsstelsel. Begin bij de mond en eindig bij de anus. Teken een duidelijk pad dat jullie zullen volgen en markeren elk orgaan van elke structuur waar het voedsel langskomt.
Voeg details toe: Voeg details toe aan jullie tekening, zoals de naam en functie van elk orgaan of elke structuur. Denk na over wat er met het voedsel gebeurt terwijl het door elk deel van het spijsverteringsstelsel gaat. Zijn er specifieke veranderingen van processen die optreden?
Presenteer jullie Avontuur: Wanneer de tekening is voltooid, zal elke groep hun reisavontuur aan de klas presenteren. Leg uit welke reis jullie hebben gemaakt en wat er in elk deel van het spijsverteringsstelsel is gebeurd. Wees creatief en informatief in jullie presentatie!











Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
module huid en spijsverteringstelsel afmaken met de zelftoets!


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan de slag:
module 4: spijsverteringstelsel

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies