Theme 1, grammar recap

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welcome 2KB

Today

Grammar herhalen voor 'toets' op maandag. 

Opdrachten van vorige les nakijken als er tijd is.

Spelletje?

Oké dan, grammar!

Grammar bestaat uit 3 onderdelen

Gewone 'past simple' 

Vragen met de 'past simple'

ontkenningen met 'past simple'

Aanrader: notities

p. 68

Opmerking: Hier hangt een deel van je cijfer vanaf. Dus: Ben je niet geconcentreerd? Of heb je het niet nodig? ... 

Past simple:

Wat voor tijd is dit?

Today I work.    Yesterday I ...

Today I live. Yesterday I ...

Dus, de regel = ?

Maar: irregular verbs?

Today I am. Yesterday I .... / you .... 

Today I go. Yesterday I ... 

Regel hier = ? 

Hulpmiddelen? 

Dit was het 'makkelijke' gedeelte

Vragen maken:

3 soorten vragen: 

- hulpwerkwoorden

- hele werkwoorden (did)

- vraagwoorden

Examples:

1: Was your dad late to pick you up?

2: Did your sister work hard for her test?

3: Where did your sister go last night?

Welke soort?

I really liked that movie. 

My friends were happy to see me. 

Wat moet je dus doen?

Welke soort vraag? Hulpwerkwoord/ did

Zie schema

** Bij vraagwoorden? (who/what/where)

Dit woord komt vooraan, de rest zelfde. 

Oefenen:

Drie samen, dan Drie zelf. 

1: Karen loved that play. 

2: My friend could make it to the party. 

3: I bought a new game. 

Drie zelf

Schrijf je antwoord op!

1: We were sad about the rain.

2: Karen called. 

3: My sister lost the match. 

Answers:

1: Were we sad about the rain?

2: Did Karen call?

3: Did my sister lose the match?

** Vraagwoorden?

Ontkenningen maken

2 soorten

- hulpwerkwoord

- heel werkwoord (didn't)

Examples:

1: I wasn't late for class today. 

2: My family didn't celebrate Christmas last year. 

Welke soort?

We could work on our project last month. 

Lars loved that game. 

Mary thought about that. 

Wat moet je dus doen?

Welke soort?

hulpww = n't aanvast / not erachter

heel ww = didn't voor het ww, na persoon. 

+ tijd van ww veranderen. 

Oefenen:

Drie samen, dan Drie zelf. 

1: Karen loved that play. 

2: My friend could make it to the party. 

3: I bought a new game. 

Drie zelf

Schrijf je antwoord op!

1: We were sad about the rain.

2: Karen called. 

3: My sister lost the match. 

Answers:

1: We weren't sad about the rain. 

2: Karen didn't call. 

3: My sister didn't lose the match. 

What do you want/need?

Oefenen in kleine groepjes?

Oefenen met mij?

Niets meer nodig?

Oefenzinnen:

Fred and Ginny were characters in a book. 

They had homework. 

You dropped your pen.