9 november

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica en/of opdracht?
  • Bespreken Naamwoord & Symboulè
  • Bespreken oefening 1 en 2
  • Maken oefeningen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica en/of opdracht?
  • Bespreken Naamwoord & Symboulè
  • Bespreken oefening 1 en 2
  • Maken oefeningen

Slide 1 - Tekstslide

Vragen grammatica en/of opdracht?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Tekstslide

ὦ Χαρμίδη, ἔφη ὁ Σωκράτης, οἱ ἀριθμεῖν δυνάμενοι καὶ ἰδίᾳ
καὶ ἐν τῷ πλήθει ἀριθμοῦσιν,

Slide 4 - Open vraag

καὶ οἱ κιθαρίζειν ἐπιστάμενοι καὶ ἰδίᾳ καὶ ἐν τῷ πλήθει κιθαρίζουσιν.

Slide 5 - Open vraag

διὰ τί σὺ μόνον ἐν τοῖς συμποσίοις τὴν δύναμιν δείκνυς, ἀλλ᾿ οὐκ ἐν τῷ πλήθει;

Slide 6 - Open vraag

αἰδοῦμαί τε καὶ φοβοῦμαι, ἔφη ὁ Χαρμίδης, ὁρῶν τὸ πλῆθος
πρός με βλέπον.

Slide 7 - Open vraag

ἐν δὲ τοῖς συμποσίοις ὀλίγοι τινὲς πάρεισιν καὶ
τούτους οὐ φοβοῦμαι.

Slide 8 - Open vraag

ἄκουε δή, ἔφη ὁ Σωκράτης·
ἐν μὲν γὰρ τοῖς συμποσίοις οἱ φρονιμώτατοι καὶ οἱ ἰσχυρότατοι πάρεισιν·

Slide 9 - Open vraag

τούτους οὔτε αἰδεῖ οὔτε φοβεῖ.

Slide 10 - Open vraag

ἐν δὲ τοῖς πλήθεσιν καὶ δὴ καὶ ἐν τῇ ἐκκλησίᾳ οἱ
ἀφρονέστατοί τε καὶ οἱ ἀσθενέστατοι πάρεισιν·

Slide 11 - Open vraag

ἐν τούτοις δὴ αἰσχύνει λέγειν.

Slide 12 - Open vraag

πῶς οὖν τοὺς ἀφρονεστάτους καὶ τοὺς ἀσθενεστάτους φοβεῖ, τοὺς δὲ φρονιμωτάτους καὶ τοὺς ἰσχυροτάτους οὔ;

Slide 13 - Open vraag

ἐν τοῖς μὲν γὰρ συμποσίοις ἔνιοι τῶν
φρονιμωτάτων καὶ καταγελῶσί σου·

Slide 14 - Open vraag

σὺ μέντοι οὐχ ἧττον αὐτοῖς διαλέγει, καίπερ τοῦτο ποιήσασιν.

Slide 15 - Open vraag

ἐν δὲ τῇ ἐκκλησίᾳ οἱ πλεῖστοι οὐδέποτε καταφρονήσουσίν σου ‒

Slide 16 - Open vraag

καὶ εἴ τινες καταγελῶσί σου, σε τούτους φοβεῖσθαι οὐ δεῖ,

Slide 17 - Open vraag

ἅτε ἀφρονεστάτους ὄντας καὶ οὐ μανθάνοντας οὐδέν.

Slide 18 - Open vraag

διὰ τοῦτο θαυμάζω, ὅτι τοὺς φρονιμωτάτους τοὺς ἐν τοῖς συμποσίοις ῥᾳδίως νικᾶν δύνασαι,

Slide 19 - Open vraag

ἀλλ᾿ οὐ τοὺς ἀφρονεστάτους τοὺς ἐν τῇ ἐκκλησίᾳ.

Slide 20 - Open vraag

Aan het werk.



  • Vertaal 7D af.

Slide 21 - Tekstslide

θάρρει οὖν, ὦ φίλε Χαρμίδη, καὶ ὧδε ποίει·

Slide 22 - Open vraag

τοιαύτην νόμιζε τὴν ἐκκλησίαν, οἵους τοὺς συμπότας νομίζεις.

Slide 23 - Open vraag

τοῦτο ποιῶν οὐκέτι φοβήσει ἐν τῇ ἐκκλησίᾳ, ὡς ἐγὼ οἴομαι,

Slide 24 - Open vraag

ἀλλὰ θαρρῶν λέξεις πάντα ὅσα δεῖ σε λέγειν.

Slide 25 - Open vraag

φρόνιμος γὰρ εἶ καὶ βελτίονα τὴν πόλιν ποιεῖν δύνασαι.

Slide 26 - Open vraag

Opdracht bij de tekst
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 27 - Tekstslide

A Naamwoord
  • a acc. ev vrl. 
  • b οὗτος; zie grammaticaoverzicht Serie 7

Slide 28 - Tekstslide

Συμβουλή
  • 1 eigen verwerking
  • 2 a r. 10 voorzetselbepaling als bijwoordelijke bepaling;
  • r. 20-21 voorzetselbepaling als bijvoeglijke bepaling
  • 2b r. 19-20 τοὺς φρονιμωτάτους τοὺς ἐν τοῖς συμποσίοις

Slide 29 - Tekstslide

Oefening 1
  • Comparativus:
  • ἧττον (r. 15) 
  • βελτίονα (r. 25)

Slide 30 - Tekstslide

Oefening 1
  • Superlativus
  • φρονιμώτατοι (r. 9)
  • ἰσχυρότατοι (r. 9) 
  • ἀφρονέστατοι (r. 11) 
  • ἀσθενέστατοι (r. 11) 
  • ἀφρονεστάτους (r. 12) 
  • ἀσθενεστάτους (r. 13) 

Slide 31 - Tekstslide

Oefening 1
  • φρονιμωτάτους (r. 13)
  • ἰσχυροτάτους (r. 14)
  • φρονιμωτάτων (r. 15)
  • πλεῖστοι (r. 16)
  • ἀφρονεστάτους (r. 18)
  • φρονιμωτάτους (r. 19)
  • ἀφρονεστάτους (r. 21)

Slide 32 - Tekstslide

Oefening 2
  • r. 1 δυνάμενοι 
  • zelfstandig
  • r. 2 ἐπιστάμενοι 
  • zelfstandig

Slide 33 - Tekstslide

Oefening 2
  • r. 5 ὁρῶν 
  • predicatief
  • r. 6 βλέπον 
  • predicatief in acp

Slide 34 - Tekstslide

Oefening 3
  • ἥττων
  • ἀσθενής
  • ἄφρων
  • πολιτικός
  • σιωπάω

Slide 35 - Tekstslide

Oefening 4
  • αἰδέομαι
  • ἔτος

Slide 36 - Tekstslide

Oefening 5
  • 1 ἀναβαίνοντα 
  • De aanklager zag me een paard bestijgen/dat ik een paard besteeg.
  • 2 δύνασθαι 
  • Sokrates meent, dat Glaukon de stad niet kan helpen.

Slide 37 - Tekstslide

Oefening 5
  • 3 εἶχον 
  • Als ik rijk was, had ik/zou ik hebben een eigen paard.
  • 4 αἰδούμενον 
  • Sokrates merkte dat Charmides zich schaamde.
  • 5 ἐπιστάμενος 
  • Als je dat niet weet, kun je de stad niet helpen.

Slide 38 - Tekstslide

Oefening 5
  • 6 συνεβούλευσας 
  • Als jij mij juist had geadviseerd, had ik dat niet gedaan.
  • 7 δύνασθαι 
  • Sokrates zei dat Charmides de stad beter kon maken.

Slide 39 - Tekstslide

Oefening 6
  • Iemand kwam een student/geleerde tegen en zei hem: 
  • ‘de slaaf die jij me verkocht hebt, is gestorven.’
  • ‘Bij de goden’, zei hij, 
  • ‘toen hij bij mij was deed hij niets dergelijks.’

Slide 40 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Herhaal woordjes en grammatica van Serie 1 t/m 6.
  • Leer de woordjes en grammatica van Serie 7.
  • Maak oefening 3 t/m 6

    Dit is ook huiswerk!

Slide 41 - Tekstslide