B3 en B4 gedrag

6.3 Gedrag 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Gedrag 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld
  2. Je kunt uitleggen dat gedrag komt door de relatie van een organisme met zijn omgeving.
  3. Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt en hoe je gedrag kunt bestuderen.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen blz. 82 - 85
Beantwoord de volgende vragen: (boek/schrift)
1. Noem 2 gedragselementen (handelingen)
2. Hoe noemen we gedragsspecialisten?
3. Noem een uitwendige prikkel
4. Noem een inwendige prikkel
5. Hoe noemen we een reactie op een prikkel?
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel 1
Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld

In de komende paragrafen zijn begrippen heel belangrijk. Maak dus een begrippenlijst!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is gedrag?

Alle waarneembare activiteiten van mens en dier.


Adequaat gedrag: gedrag dat de overlevingskansen en fitness vergroot.



     

distelvink

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Bloem draait zich naar de zon.
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 7 - Quizvraag

Gedrag
- Bestaat uit handelingen (gedragselementen)
- Een reactie op een prikkel, noem je een respons
- Handeling          effect        handelingen = gedragsketen

Gedragsketen
Handeling

Slide 8 - Tekstslide

Gedragsystemen
  • Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel

  • Gedragsketen: het effect van de ene handeling, leidt tot een volgende handeling.

  • Ethogram

  • Protocol

Slide 9 - Tekstslide

Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel

Slide 10 - Tekstslide

Respons

Slide 11 - Sleepvraag

Leerdoel 2
Je kunt beschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen en beschrijven.

In de komende paragrafen zijn begrippen heel belangrijk. Maak dus een begrippenlijst!

Slide 12 - Tekstslide

Ethologie
ethologie = gedragsbiologie (onderzoek naar gedrag)

ethologen zijn gedragsbiologen

Hele bekende ethologen:
- Nico Tinbergen
- Konrad Lorenz
- Frans de Waal

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een protocol
Een protocol is een lijst waarop je kunt zien welke gedragshandelingen voorkomen bij één dier.

Tijd              Afkorting handeling
0.20            Lo            
0.40            Spr
1 min          Lo
1.20            St
1.40            St
2 min         Lo
2.20           Kij
2.40           Dr     
3 min        Dr            
    
      Voorbeeld gedrag van een hond

      Je ziet dat de hond bepaald gedrag
      vaker doet dan ander gedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Welke vragen kun je beantwoorden aan de hand van een protocol?
A
Hoe vaak komt elk gedragselement voor?
B
Hoelang duurt ieder gedragselement?
C
Is er sprake van een gedragsketen?
D
Wat denkt een dier tijdens het gedrag?

Slide 17 - Quizvraag

Objectief
Gedragsonderzoek is objectief: geen mening/ interpretatie.
Soms maken mensen zich schuldig aan antropomorfisme: menselijke emoties toekennen aan dieren.

Slide 18 - Tekstslide

Noteer uit de volgende film: 0:30-3:00
-enkele antropomorfismen
-enkele gedragshandelingen

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk


Maak opdracht 23 t/m 28 van Hoofdstuk 6 Basisstof 3



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

1

Slide 22 - Video

Wat heb je hier net gezien?
A
een gedragselement
B
een gedragsketen
C
een gedragssysteem
D
niet genoeg afstand tussen de stekelbaarsjes

Slide 23 - Quizvraag

Gedragsketen
Als gedrag uit een serie gedragselementen in een vaste volgorde bestaat noemen we dat een gedragsketen.

Een voorbeeld van een gedragsketen is baltsgedrag bij dieren. 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe noem je een gedragsketen die bedoeld is om partners aan te trekken en over te halen tot paring?

Slide 25 - Open vraag

Onder welk gedragssysteem valt de balts?
A
Voedingsgedrag
B
Terretoriumgedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Sociaalgedrag

Slide 26 - Quizvraag

1

Slide 27 - Video

Welke vormen van gedrag
heb je gezien?

Slide 28 - Open vraag

Wat is een respons?

Slide 29 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je weet wat gedrag is en hoe je het kunt bestuderen
  • je kunt uitleggen dat gedrag zowel erfelijk bepaald is als door omgeving bepaald is
  • Je kunt uitleggen wat sleutelprikkels zijn en wat supranormale prikkels zijn
  • Als je alles snapt maak je B3 23 t/m 28 en B4 30 t/m 37

Slide 30 - Tekstslide

6.4: Vorming van gedrag

Slide 31 - Tekstslide

Wat veroorzaakt gedrag?
Gedrag kent verschillende vormen en functies.

We maken onderscheid tussen:
  • Aangeboren gedrag (erfelijke eigenschap)
  • Aangeleerd gedrag (ervaring)

Slide 32 - Tekstslide

Wat veroorzaakt gedrag?
(prikkels)
Gedrag begint altijd met een prikkel

Prikkels komen van:
  • Interne milieu (binnen in het lichaam)
  • Externe milieu (vanuit omgeving)

Slide 33 - Tekstslide

 prikkels en motivatie.
  • Interne prikkels 
  • Externe prikkels --> zintuigen


  • Motivatie = bereidheid om bepaalde gedragssystemen uit te 
                              voeren.

  • Periodieke invloeden zoals daglengte en temperatuur

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Voor welke beroepen/instanties is onderzoek naar het gedrag van dieren interessant?

Slide 36 - Open vraag

gedragsonderzoek is belangrijk!
* dierenwelzijn bepalen (dierentuinen, dierenartsen)
* gedragsproblemen identificeren en behandelen (trainers)
* factoren die het gedrag van een dier beïnvloeden 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link