17/24-03-2021 Herhaling grammatica tot nu toe en verder

Vandaag
Tekst 23 (thuis)
Mythen (school)
Nieuwe grammatica (school)

Volgende week andersom :)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Tekst 23 (thuis)
Mythen (school)
Nieuwe grammatica (school)

Volgende week andersom :)

Slide 1 - Tekstslide

Thuis:
Lees de teksten op pagina 88 en 89 en 96-99. Verzin bij deze teksten minimaal 2 vragen omtrent een onderwerp hierbij waar je meer over zou willen weten. 
Heb je tijd over? Ga aan het werk met mandatum XII.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
De man, die daar loopt, is mijn vriend

De man, die jij ziet, is mijn vriend

Slide 14 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
In de eerste zin: onderwerp
In de tweede zin: lijdend voorwerp

Maar: slaat in beide zinnen terug op de man (onderwerp)

Slide 15 - Tekstslide

De man, die je ziet
Betrekkelijk voornaamwoord: die

De man: antecedent (belangrijke term!)

Slide 16 - Tekstslide

Belangrijke regel
Het antecedent en het betrekkelijk voornaamwoord komen altijd overeen in geslacht en getal, maar niet altijd in naamval.

Slide 17 - Tekstslide

Qui, quae, quod
Zelfde vormen als bijvoeglijk vragend voornaamwoord (HB 128)

Vir, qui ambulat, amicus est.
De man, die loopt, is een vriend.

Slide 18 - Tekstslide

Andere naamval
Vir, quem vides, amicus est.
De man die je ziet, is een vriend.

Slide 19 - Tekstslide

Nu zelf!
Mandatum XIII

Slide 20 - Tekstslide