les 1 H4

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Intro h4 
uitleg 4.1
aan de slag met 4.1

Slide 2 - Tekstslide

H4 beweging

Slide 3 - Tekstslide

beweging

Slide 4 - Woordweb

4.1 snelheid
Na deze les weet ik
- wat snelheid is en hoe ik dit kan berekenen

Slide 5 - Tekstslide

Bij een schaatswedstrijd leggen alle schaatser dezelfde afstand af. De schaatser met de kortste tijd is het snelst. Er zijn ook wedstrijden waar een wielrenner een uur moet fietsen. Wie de grootste afstand aflegt is het snelst. Welke 2 eenheden moet je weten om de snelheid te kunnen berekenen?

Slide 6 - Open vraag

Hier zie je de afstand per 1 seconde = de gemiddelde snelheid = m/s

Slide 7 - Tekstslide

Van Amsterdam naar Parijs
Je rijd met je ouders voor een weekend naar Parijs.
De afstand van Amsterdam naar Parijs is 507 km. Je bent 6 uur onderweg. Ik wil jullie gemiddelde snelheid weten. Wat wil ik weten?

Slide 8 - Open vraag

Van Amsterdam naar Parijs
Je rijd met je ouders voor een weekend naar Parijs.
De afstand van Amsterdam naar Parijs is 507 km. Je bent 6 uur onderweg. Ik wil jullie gemiddelde snelheid weten. Welke gegevens kan ik uit de tekst halen?

Slide 9 - Open vraag

Optie om gemiddelde snelheid te berekenen
Met de formule:
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd 

De eenheid van gemiddelde snelheid = km/h = kilometer per uur

Slide 10 - Tekstslide

Je rijd met je ouders voor een weekend naar Parijs.
De afstand van Amsterdam naar Parijs is 507 km. Je bent 6 uur onderweg. Wat is jullie gemiddelde snelheid?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Constante snelheid
-  Als deze roltrap beweegt heeft hij een constante snelheid. 

- De trap gaat niet harder of zachter.

- De gemiddelde snelheid is hier het zelfde als de constante snelheid

Slide 13 - Tekstslide

De roltrap bij de NS leg je in 0,05 uur een afstand van 10 meter af.
Hoeveel km is 10 m?

Slide 14 - Open vraag

De roltrap bij de NS leg je in 0,05 uur een afstand van 10 meter af.
10m = 0,01km. Leg uit wat naast afstand en tijd komt te staan

Slide 15 - Open vraag

De roltrap bij de NS leg je in 0,05 uur een afstand van 10 meter af.
Wat is nu de volgende stap?

Slide 16 - Open vraag

De roltrap bij de NS leg je in 0,05 uur een afstand van 10 meter af.
Wat moet er nu bij de onderste pijl komen?

Slide 17 - Open vraag

De roltrap bij de NS leg je in 0,05 uur een afstand van 10 meter af.
Wat moet er nu bij de bovenste pijl staan?

Slide 18 - Open vraag

De roltrap bij de NS leg je in 0,05 uur een afstand van 10 meter af.
De gemiddelde snelheid is:

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk voor de volgende les
Maken 4.1 online

magister - leermiddelen - nask boek - eemsdeltacollege magister - magt2e - h4 - 4.1 maken

Loopt hij vast refresh de pagina

Slide 20 - Tekstslide