Pretérito Perfecto

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Pretérito Perfecto

Yo .... el libro.

1. he leída
2. he leído
3. he lee
4. he leeído

Tú .... la película.

1. has vista
2. has visto
3. has ver
4. has mirado

Él ... la tarea.

1. ha haci
2. ha hecho
3. ha hacer
4. ha hechoa

Nosotros ... mucha suerte.

1. hemos tenído
2. hemos tener
3. hemos tenido
4. hemos tendo

Ellos ... el ejercicio.

1. han completado
2. han completo
3. han completar
4. han completadoa

Ik heb gedaan

1. he visto
2. he hecho
3. he puesto
4. he escrito

Ik heb geschreven

1. he visto
2. he hecho
3. he puesto
4. he escrito

Ik heb gezien

1. he visto
2. he hecho
3. he puesto
4. he escrito

Ik heb gezet

1. he visto
2. he hecho
3. he puesto
4. he escrito

Vervoeg in de perfecto:
comer, yo
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
caminar, tú
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
comprar, nosotros
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
beber, ustedes
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
estudiar, tú
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
llorar, ella
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
ayudar, vosotros
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
ver, tú
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vervoeg in de perfecto:
escribir, yo
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vertaal naar het Spaans:
Ik heb gewerkt
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vertaal naar het Spaans:
Jij hebt gezocht
(schrijf het pers. vnw niet op!)

Vertaal naar het Spaans:
Hij heeft gekookt
(schrijf het pers. vnw niet op!)