Spelling 5.2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Wat is het doel van deze les?

Zoek de goede.

1. kabbeljauw
2. kabeljouw
3. kabeljau
4. kabeljauw

Dit is een kabeljauw.

Welk woord past het beste bij dit plaatje?

1. tomaten
2. rauwkost
3. sla
4. pauw

Zoek de valse.

1. rouwkost
2. rauwkost

Een persoon die huizen maakt...

1. de architect
2. de ontwerper
3. de huizenmaker
4. de bouwvakker

Een synoniem voor theater.

1. de bioscoop
2. de schouwburg

Hoe noem je de tijd wanneer je kan eten en drinken of buiten spelen?

Een plek waar je kunt eten en drinken als je niet thuis bent.

Een synoniem voor snel... g .. w

juffr..w
ou of au?
schrijf het hele woord op!

Als je klapt voor iemand dan noem je het een ... a.......s

Zoek het juiste antwoord.

1. wenkbrouwen
2. wengkbrauwen
3. wenkbrauwen
4. wenkbouwen

De haren boven je ogen.
w......................

Schrijf zoveel mogelijk woorden op met
-AU-

Wat betekent nauwkeurig?

Lesdoel: Woorden verkleinen

      Partypunt

Hoe maak je een verkleinwoord?

Let op:

-ng                       -nkje                                             

Korte klank                 dubbele letter +   -etje            

Lang klinkende a, e, o, u    verdubbel de klinker + -tje

Autootje

Parapluutje

Eindigt op i                -ietje

Taxietje

Meervoud        + -s       

Jasjes

Voetjes

1.

2.

3. (Meervoud)

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.