Herhaling MM-8

Herhaling MM-8
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ManagementVocational Education

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling MM-8

Slide 1 - Tekstslide

Vooruitzicht 
Hoofdstuk 1: Organisatie, bedrijf en onderneming.

Hoofdstuk 2: Algemene organisatiebeginselen.

Hoofdstuk 3: Organisatiestrucutuur

Hoofdstuk 4: Typen organogrammen
 

Slide 2 - Tekstslide

Aandachtspunt
Dit Lessonup is ontwikkeld om de stof van MM-8 te herhalen.

Dit betekent niet dat jullie alleen de slides van Lessonup kunnen gebruiken als leermateriaal.

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken.

Een bedrijf is een organisatie, die een bepaald product en/of dienst voortbrengt en daarmee voorziet in een maatschappelijke behoefte

Een onderneming is een bedrijf dat naar winst streeft.


 

Slide 4 - Tekstslide

Organisatie
Bedrijven
Ondernemingen
Samenwerkings-verbanden van mensen en middelen die voor hun voortbestaan niet afhankelijk zijn van de voorzieningen in een maatschappelijke behoefte.
Streven bedrijven naar maatschappelijke behoefte met winst:
-profit-bedrijven of
commerciele bedrijven

Streven bedrijven naar maatschappelijke behoefte zonder winst:
-non-profit bedrijven of
niet commerciele bedrijven

Er werken mensen samen met bepaalde middelen om een doel te bereiken. 

Er worden producten en/of diensten geleverd voor derde.

Er is sprake van streven van winst

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijf
Bedrijf
Onderneming
Onderneming
Aruba Bank
WEB Aruba NV
Dr. Horacio Hospital
Wendy's

Slide 6 - Sleepvraag

Hoofdstuk 2
Algemene beginselen




Eenheid van leiding
Leiden houdt in: naar het doel brengen
Het afstemmen van de beperkte doeleinden van de lagere leiders op elkaar en op het uiteindelijke doel van de onderneming

Slide 7 - Tekstslide

Eenheid van gezag
Iedere mederwerker in de organisatie steeds opdrachten kan ontvangen van één chef/ baas boven zich.

Een hogere leider mag geen opdrachten geven aan een ondergeschikte medewerker over het hoofd van zijn directe chef/ baas.
Centralisatie
De beslissingen zo hoog mogelijk in de top van de organisatie worden genomen.

Decentralisatie
De beslissingen zoveel mogelijk wordt genomen, waar zicht ook het probleem voordoet (overal in de organisatie).

Slide 8 - Tekstslide

Onverbrekelijkheid van functie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Wanneer men een functionaris een bepaalde functie geeft en deze verantwoordelijk stelt voor het bereiken van het doel, moet men hem ook het daarvoor noodzakelijke gezag en de vereiste bevoegdheden geven.
Flexibiliteit
De organisatie snel kan reageren op de verandering in de omstandigheden waaronder men werkt.

De mogelijke veranderingen en de te nemen maatregelen vooraf zo goed mogelijk dienen te worden overwogen, opdat men hierdoor niet plotseling wordt overvallen.

Slide 9 - Tekstslide

Eenheid van ________ is het afstemmen v/d beperkte doeleinden van lagere leiders op elkaar en op het uiteindelijk doel v/d onderneming
A
Eenheid van leiding
B
Eenheid van gezag

Slide 10 - Quizvraag

Nadeel van ____________ de coordinatie geeft meer problemen
A
Centralisatie
B
Decentralisatie

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdstuk 3
Organisatie-structuur
Organisatiestructuur
Onder organisatiestructuur verstaan we de verdeling van:
  • Taken
  • Bevoegdheden
  • Verantwoordelijkheden
tussen personen en afdelingen in een bedrijf en de relaties die daartussen worden gelegd.

Slide 12 - Tekstslide

Horizontale taakverdeling 
(ook wel horizontale differentiatie genoemd)

vindt plaats op verschillende niveaus van een bedrijf.

Verticale taakverdeling 
(ook wel vertical differentiatie genoemd) ontstaat door de scheiding van leidinggevende en uitvoerende arbeid.

Horizontale
Verticale

Slide 13 - Tekstslide

Organisatiestructuur
Alles wat in een organisatieschema is weergegeven, maakt ook onderdeel van de organisatiestructuur van een bedrijf.
Tot organisatiestructuur wordt ook gerekend:
  • Verantwoordelijkheden van functionarissen;
  • Mate van delegatie;
  • Formele overlegsituatie tussen mederwerkers;
  • Machtsverhoudingen tussen personen en afdelingen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Belangrijke punten bij het maken van een organogram: 
  1. Elk afdeling (+functie/naam) wordt in een apart vakje vermeld.
  2. Afdelingen of functies op hetzelfde niveau worden op eenzelfde horizontale lijn getekend.
  3. Een staffunctionaris wordt aan de zijkant onder de baas d.m.v. een stippenlijn getekend.
  4. Indien een afdeling uit meerdere werknemers of medewerkers bestaat, worden deze werknemers ook in 1 vakje vermeld.




Slide 16 - Tekstslide

Opdracht: Teken een organogram
“Mi cas” is eigendom van de familie Maduro. De directeur is vader Vincent Maduro. Zijn kleindochter Amelia werkt al sinds 3 jaar als secretaresse en ondersteunt haar opa de directeur.

“ Mi cas” is onderverdeeld in de volgende afdelingen: Productie, Verpakking, Verkoop en Marketing & Administratie. De afdelingen Productie, Verpakking en Verkoop worden geleid door de drie zoons van Vincent Maduro, respectievelijk Bruce voor Productie, Harold voor Verpakking en Elton voor de afdeling Verkoop.
En Elsa is verantwoordelijkheid voor de afdelingen Marketing & Administratie. Verder telt de afdeling Productie 15 medewerkers, de afdeling Verpakking 8 medewerkers, de afdeling Verkoop 3 medewerkers en de afdeling Marketing & Administratie nog eens 3 medewerkers.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
 Soorten organogrammen
  • De lijnorganisatie  
  • De lijn-staforganisatie
  • De functionele organisatie
  • De projectgroep en matrixorganisatie 



Slide 19 - Tekstslide

De lijnorganisatie
Aan de top staat een leider die opdrachten geeft aan zijn directe ondergeschikten. De ondergeschikten voeren weer het bevel over hun ondergeschikten.


Slide 20 - Tekstslide

Delegatie:
Het overdragen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijk heden aan een lager niveau in de organisatie.

Schijndelegatie: een functionaris een taak delegeert zonder de bijbehorende bevoegdheden.
Spanwijdte (span of control)
Het aantal ondergeschikten aan wie door de leider direct leiding wordt gegeven.


Depth of controle
De diepte in de organisatie waarin de informatie nog doorkomt en waaruit de gewenste informatie weer bij de leiding terugkomt.

Slide 21 - Tekstslide

De lijn-staforganisatie
Staffunctie is de kennis van de leiding op gespecialiseerde gebieden aan te vullen.

De staf helpt de leiding bij de voorbereiding van het nemen van beslissingen. Adviserende functie

De taken van de staf zijn:
  • Verzamelen, ordenen en interpreteren van gegevens ten behoeve van de lijnfunctionaris;
  • Het geven zowel gevraagd als ongevraagd van adviezen aan de lijnchef;
  • Het uitwerken van besluiten van de lijnchef
  • Controle op de uitvoering van besluiten van de lijnfunctionaris.

Voor- en nadelen

Slide 22 - Tekstslide

Een van de belangrijkste taken van een staffunctionaris is het uitwerken van besluiten van de lijnchef en bevelen hierover geeft aan de ondergeschikten van de lijnchef.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Bij depth of control gaat het om de vraag hoe diep in de organisatie de manager zijn wil kan doen doordringen en verwerkelijken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer de delegant voor de onbenulligste beslissingen de gedelegeerde moet raadplegen, is er sprake van schijndelegatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag