16.1 Koolstofkringloop en klimaat

H16 Systeem aarde en de mens
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H16 Systeem aarde en de mens

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken hoofdstuk
Niet veel nieuwe concepten, verdieping op H6 en H8
Complexiteit zit in de contexten en grafieken/ tabellen/ modellen

Maak de opdrachten uit de methode om daar mee te oefenen
In het examen komen vaak ecologievragen voor

Slide 2 - Tekstslide

16.1 Koolstofkringloop en klimaat

Slide 3 - Tekstslide

Hoort het proces waarbij dode planten in een sloot anaeroob worden afgebroken tot de C-kringloop, de N-kringloop of beide?
A
Bij de koolstofkringloop
B
Bij de stikstofkringloop
C
Bij beide kringlopen

Slide 4 - Quizvraag

Afbraak door bacteriën
Alle organische stoffen waaruit dode planten/ dieren bestaan moeten worden afgebroken.
Hier zitten stikstofhoudende en niet stikstofhoudende stoffen bij.
(zie 67F, 67G, 67H, en verder)

Slide 5 - Tekstslide

Hoort het proces waarbij kalkrotsen verweren tot de C-kringloop, de N-kringloop of beide?
A
Bij de koolstofkringloop
B
Bij de stikstofkringloop
C
Bij beide kringlopen

Slide 6 - Quizvraag

Kalkrotsen
CO2 uit de atmosfeer lost op in water. 
CO2+ H2O -->  er ontstaan HCO3- ionen en CO3.2- ionen, die allebei met in water aanwezige Ca2+ ionen kunnen neerslaan.
 er ontstaat kalk.= calciumcarbonaat: CaCO3. 
Ook de schelpen van schelpdieren zoals mossel, slak, kokkel en de skeletten van koralen bestaan uit calciumcarbonaat.

Schelpen enz zakken naar de bodem en uiteindelijk onstaat kalksteen = sink




Slide 7 - Tekstslide

Koolstofvoorraad (sinks)= klimaatbuffer
Langzame C-kringloop
Fossiele brandstoffen
Permafrost gebieden
Bodem van de oceaan (plankton)
Kalkgesteenten

Snelle C-kringloop
Biomassa

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Effect van CO2 op het klimaat
CO2 is een broeikasgas
Broeikasgassen vormen een deken om de aarde die de stralingswarmte terugkaatst.

Slide 10 - Tekstslide

Welke broeikasgassen ken je?

Slide 11 - Woordweb

Broeikasgassen
CO2, Methaan=CH4
Ozon, N2O (distikstofmono-oxide=lachgas), Waterdamp

Het versneld vrijmaken van CO2 uit de langzame koolstof kringloop verhoogt het CO2 gehalte in de atmosfeer =
Versterkt broeikaseffect

Slide 12 - Tekstslide

Methaan en broeikaseffect
Methaan (CH4) komt vrij bij de veeteelt (koeien boeren *), landbouw, verbranden fossiele brandstoffen, afvalstortplaatsen, moerassen en ontdooien permafrost (beide anaerobe afbraak)

(*) Eén Nederlandse koe stoot gemiddeld ongeveer evenveel methaan uit als de CO2 van een gemiddelde personenauto, die 15.000 km per jaar rijdt.

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt het versterkte broeikaseffect en het ontdooien van de permafrost zien als een
positieve terugkoppeling. Licht dat toe.
timer
2:30

Slide 14 - Open vraag

Lachgas en broeikaseffect
Lachgas (N2O) komt vrij door bacteriewerking in de oceanen en door uitspoeling van nitraat dat komt van (overtollig) gebruik van kunstmest (stikstofcrisis)

Lachgas is als broeikasgas 265 x sterker dan CO2

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide