Spoorveiligheid

Spoorveiligheid
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappij en welzijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spoorveiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel km aan spoor zijn er in België?
A
1400 km
B
4400 km
C
8400 km
D
10400km

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

2 maatschappijen maar wie doet wat?
beheert, onderhoudt en moderniseert de spoorinfrastructuur in België
organiseert het spoorverkeer op het Belgisch net 24 uur per dag en 7 dagen per week
beheert de treinen, de stations, de informatie voor de reizig(st)ers
bestaat uit controleurs (m/v), treinbestuurders (m/v) ...

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat zijn jullie
indrukken?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel doden en gewonden waren er tussen 2020 en 2024 door ongevallen aan overwegen?
A
15 doden, 30 gewonden
B
40 doden, 25 gewonden
C
25 doden, 40 gewonden
D
30 doden, 15 gewonden

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel doden en gewonden waren er tussen 2020 en 2024 door spoorlopers?
A
27 doden, 15 gewonden
B
10 doden, 17 gewonden
C
15 doden, 27 gewonden
D
17 doden, 10 gewonden

Slide 13 - Quizvraag

Dergelijke ongevallen zorgen voor heel wat vertragingen bij
de treinen.
Waar of niet waar?
Het aantal uren vertraging was in 2024 groter dan het aantal uren dat jij op school zat.


A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Je moet stoppen.
Je mag nog door.

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat riskeer je als je de sporen oversteekt
waar/wanneer dat niet mag?
A
Een boete
B
Niets, ik hoor of zie de trein naderen
C
Je riskeert je leven of geraakt zwaargewond
D
Een spoorveiligheidsles

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer mag je een overweg oversteken?
A
Rood licht - Belsignaal - Open slagboom
B
Rood licht - Belsignaal -Gesloten slagboom
C
Rood licht - Geen belsignaal - Slagboom gaat naar boven
D
Wit licht - Geen belsignaal - Open slagboom

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel meter heeft een trein die 120km/u rijdt, nodig
om tot stilstand te komen?
A
200 m
B
Minstens 700 m
C
100 m
D
Tussen de 300 m en de 500 m

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een trein en een auto?
A
Auto’s respecteren de verkeerslichten, de treinen niet.
B
Een trein heeft elektriciteit nodig om te kunnen rijden, auto’s niet.
C
Een trein kan niet van zijn traject afwijken, een auto wel.
D
Er zijn geen treinen die op diesel kunnen rijden.

Slide 29 - Quizvraag

Welke straf riskeer je als je over de sporen loopt?
A
Je krijgt een strafblad
B
Je krijgt een gevangenisstraf
C
Je moet de kosten van het aantal veroorzaakte minuten vertraging terugbetalen
D
Je krijgt een boete van minstens €170

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel tijd zit er tussen het moment dat je de trein hoort aankomen, en het moment dat de trein je voorbijrijdt?
A
3 seconden
B
10 seconden
C
1 minuut
D
3 minuten

Slide 31 - Quizvraag

Welke regels moet de treinbestuurder volgen wanneer iemand over de sporen loopt?

A
De treinbestuurder moet de trein stoppen en wachten totdat hij/zij opnieuw kan vertrekken.
B
De treinbestuurder moet de trein stoppen en zijn/haar trein evacueren.
C
De treinbestuurder moet de trein stoppen en daarna zijn/haar rit hervatten tegen een beperkte snelheid van 30km/u.
D
De treinbestuurder moet naar de verkeersleiding bellen en daarna zijn/haar rit gewoon verder zetten.

Slide 32 - Quizvraag

Als er iemand op de sporen in Antwerpen loopt, heeft dat dan gevolgen voor het treinverkeer in Charleroi?
A
JA
B
NEE

Slide 33 - Quizvraag

Hoeveel afstand moet je minstens houden ten opzichte van de perronrand?
A
40 cm
B
60 cm
C
100 cm
D
er bestaat geen regel voor

Slide 34 - Quizvraag

Welk straf riskeer je als je een gesloten overweg oversteekt?
A
Je rijbewijs wordt ingetrokken (8 dagen > 5 jaar).
B
Je riskeert niets.
C
Je krijgt een boete van €170 tot €4.000.
D
Je moet de kosten van het aantal veroorzaakte minuten vertraging terugbetalen.

Slide 35 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
Wanneer ik aan een overweg kom...
A
mag ik nog oversteken, voordat de slagbomen helemaal omlaag zijn.
B
moet ik stoppen zodra de lichten op rood springen.
C
steek ik over wanneer ik wil, als ik echt haast heb.
D
mag ik oversteken als de slagbomen naar boven gaan.

Slide 36 - Quizvraag

Om te voorkomen dat ik word aangereden door een
trein, moet ik ...

A
niet op de slagboom leunen.
B
altijd de gele of witte lijn of de tactiele tegels respecteren.
C
aan de rechterkant van de slagboom staan.

Slide 37 - Quizvraag

Een trein rijdt op 200 m afstand tegen 120km/u. Hoeveel tijd heb ik om de sporen over te steken?
A
minder dan 6 seconden
B
8 seconden
C
chill... Ik heb nog meer dan 20 seconden
D
15 seconden

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Extra: aflevering koppen
https://onderwijs.hetarchief.be/item/r49g456f28 

Slide 41 - Tekstslide

We verkennen de stationsbuurt van Asse.

Slide 42 - Tekstslide