,

Les klas 3 ch6 bron B & vergelijkingen D

Les klas 3 ch6 bron B & vergelijkingen D
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les klas 3 ch6 bron B & vergelijkingen D

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour!

Slide 2 - Tekstslide

Le programme
- Vergelijkingen herhaling
- Un jeu pour parler
- L'office de Toerisme script (écrire)
- Faire bron B / L'office de Tourisme

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

 Trappen van vergelijking

  • Belle/beau
  • Intelligent(e)
  • Sympa
  • Moche
  • Grand/petit
  • Stupide
  • Sportif/sportive
  • bon marché / chèr
  • Jeune / vieux

Slide 5 - Tekstslide

- Maak 2 zinnen waarbij je vergelijkt in het Frans.
- Maak 1 zin met de overtreffende trap
Klaar, ga dan het spel spelen met elkaar.

Slide 6 - Open vraag

Le jeu
Vorm 2 groepen en zet jullie pion neer.

- Het handje: 1 speler van een team kiest een woord dat past bij het thema. Hij/zij gaat het woord nadoen en de ander van het team moeten raden welk Frans woord het is.
- Dessiner: 1 speler van een team kiest een woord dat past bij het thema. Hij/zij tekent het woord en de ander van het team moet het raden. 
- Galgje : 1 speler van een team kiest een woord dat past bij het thema. De ander van het team noemt steeds een letter tot het woord geraden is. 
- Tekstwolkjes: 1 speler van een team zegt een woord dat past bij het thema. Een speler van het andere team doet hetzelfde met een ander woord. Dit gaat zo door tot iemand een fout maakt, die heeft dan verloren.
- Telefoon: 1 speler maakt de zin af met woorden van eigen keuze, dit schrijft hij/zij ook op en laat het aan niemand zien. Vervolgens vertelt hij/zij de zin in het oor van buurman/buurvrouw. Die doet hetzelfde. De laatste speler schrijft dan ook de zin op papier. De speler die de zin goed op papier heeft, wint (dus ook dat team).
- Ja of nee: 1 speler kiest een woord die past bij het thema. De andere spelers stellen vragen om het woord te raden. Er mag geen ja of nee worden gezegd.
Le jeu

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijkingen

X is groter dan Y            =         plus grand que         +
X is even groot als Y     =        aussi grand que       =
X is minder groot dan Y  =    moins grand que      -



Slide 8 - Tekstslide

Miranda is even mooi als Diana
A
Miranda est plus beau que Diane
B
Miranda est plus belle que Diana
C
Miranda est moins belle que Diana
D
Miranda est aussi belle que Diana

Slide 9 - Quizvraag

Marie en Eva zijn mooier dan Eline
A
Marie et Eva sont plus belles qu'Eline
B
Marie et Eva sont aussi belles qu'Eline
C
Marie et Eva sont moins belles qu'Eline
D
Marie et Eva sont plus beaux qu'Eline

Slide 10 - Quizvraag

Marc is ouder dan Marie
A
Marc est plus vieux que Marie
B
Marc est aussi vieux que Marie
C
Marc est moins vieux que Marie
D
Marc est plus vieille que Marie

Slide 11 - Quizvraag

Mare is even oud als Vivianne
A
Mare est plus vieille que Vivianne
B
Mare est aussi vieille que Vivianne
C
Mare est moins vieille que Viviane
D
Mare est aussi vieux que Vivianne

Slide 12 - Quizvraag

Eva en Marc zijn minder oud dan wij
A
Eva et Marc sont plus vieux que nous
B
Eva et Marc sont aussi vieux que nous
C
Eva et Marc sont moins vieux que nous
D
Eva et Marc sont moins vieilles que nous

Slide 13 - Quizvraag

Hoe maak je in het Frans de overtreffende trap?
Bv de grootste / de knapste
A
Plus + bijvoeglijk naamwoord
B
Super + bijvoeglijk naamwoord
C
Le/La/Les plus + bijvoeglijk naamwoord
D
Moins + bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quizvraag

Zet (grand) in de overtreffende trap -
Paul est (de grootste) garçon de la classe

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Paris
L'office de Tourisme

Slide 17 - Tekstslide

Voorbereiden - script maken

Het gesprek - oefenen

 Vrij spreken 

Afsluiting
Inhoudsopgave
We maken kennis met het gesprek en leren woorden en zinnen die we in het gesprek kunnen gebruiken.
We gaan op reis! We gaan het gesprek voeren. We kunnen onze uitspraak oefenen en ons gesprek opnemen.
We gaan vrij spreken! We creëren een situatie waarin we zelf aan de slag gaan met wat we hebben geleerd. We kunnen dit alleen doen of in tweetallen. 
We sluiten de les af en blikken terug op wat we geleerd hebben.
Of script maken of bron B ch6 op pagina 52 opdracht 8, 9abcd & 10abc

Slide 18 - Tekstslide

Les devoirs


Faites les exercices bron B ch6: 8, 9abcd & 10abc à la page 52

Leren: je script voor op het terras & office de tourisme.


Na deze les weet ik wat ik vanavond nog moet leren voor mijn SO

Slide 19 - Tekstslide

Objectif:
Herhaling vocabulaire en zinnen 
om de weg te vragen en te wijzen
Vragen = demander
Wijzen = indiquer
De weg = le chemin, la route

Slide 20 - Tekstslide

Pilot Taaldorp360
Het gesprek 
  • In dit onderdeel ga je het gesprek voeren.

  • Je kunt eerst je uitspraak oefenen en daarna kun je jouw gesprek opnemen en naar je docent sturen.

  • Succes ;-)
We gaan op reis! We gaan het gesprek voeren. We kunnen onze uitspraak oefenen en ons gesprek opnemen.

Slide 21 - Tekstslide

Pilot Taaldorp360
  • In dit onderdeel ga je vrij spreken. 

  • Je kunt zelfstandig vrij spreken of in tweetallen. 

  • Je kunt het gesprek ook weer opnemen en naar je docent sturen.
Vrij spreken! 
We gaan vrij spreken! We creëren een situatie waarin we zelf aan de slag gaan met wat we hebben geleerd. We kunnen dit alleen doen of in tweetallen. 

Slide 22 - Tekstslide

  • In deze les heb je geleerd om een gesprek te voeren op de markt in het Frans.

  • Je hebt je spreekvaardigheid getraind over het thema la culture. 
Afsluiting
We sluiten de les af en blikken terug op wat we geleerd hebben.

Slide 23 - Tekstslide

A1 - Ça va ?

Slide 24 - Tekstslide

A1 - Au marché

Slide 25 - Tekstslide

A2 - Mes talents

Slide 26 - Tekstslide

  • In deze les heb je geleerd om te vertellen hoe het met je gaat.

  • Je hebt je spreekvaardigheid getraind over het thema moi.
Afsluiting
We sluiten de les af en blikken terug op wat we geleerd hebben.

Slide 27 - Tekstslide

  • In deze les heb je geleerd om over je talenten te praten.

  • Je hebt je spreekvaardigheid getraind over het thema moi.
Afsluiting
We sluiten de les af en blikken terug op wat we geleerd hebben.

Slide 28 - Tekstslide

Sacre Coeur
De Sacre Coeur is een Basiliek , speciaal gebouwd om de slachtoffers van de Frans-Duitse oorlog te eren. Het is daarom dus een monument en een kerk.  De Basiliek werd tussen 1876 en 1914 gebouwd en staat voor hoop en geloof. Sacre Coeur betekent: Het Heilige Hart.

Did you know?
De Basiliek kan niet vies worden door luchtvervuiling. Dit komt doordat hij gemaakt is van Travertijn. Hij blijft dus altijd wit.

Om de grote klok van 1900 kilogram de berg op te krijgen waren vroeger 28 paarden nodig.


Slide 29 - Tekstslide

Montmartre
Montmartre is het centrum voor straatkunstenaars. Je ziet er op straat vaak veel schilders en tekenaars zitten, die uitzichten of portretten maken. Deze mensen zitten vaak op Place du Tertre. Daar ben je nu.

Het woord Montmartre betekent ‘berg van de martelaar’ en is afgeleid van het martelaarschap van Saint Denis - bisschop van Parijs - die bovenop de heuvel onthoofd werd in het jaar 250.

Uitgaansvakantie na je examens...?
Vroeger gingen veel mensen naar Montmartre omdat alles er goedkoop was. Naast lage huurprijzen kon men er ook goedkoop uitgaan en zaten er vele kroegen. Ook Moulin Rouge en Le Chat Noir vestigden zich hier!


Slide 30 - Tekstslide