240109_1cef_hoofdletters en leestekens


Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Als de klok is afgelopen, zit je op je plek en ben je stil.





timer
3:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Als de klok is afgelopen, zit je op je plek en ben je stil.





timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen uitleg hoofdletters en leestekens
Lezen
Terugkijken en morgen
Zelf werken
Einde les
Wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen

Pak je leesboek en ga vijf minuten in stilte lezen.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf leestekens en hoofdletters op
1. kijk uit....
2. in nederland wonen 17 miljoen mensen.......
3. weet jij welke speler er bij de wedstrijd van feyenoord heeft gescoord....
4. mijn opa is zeventig jaar geworden, hoera.....
5. in welk jaar ben jij geboren......
6. wat een goed idee....
7. bij het vak nederlands doe ik altijd goed mijn best.....

9. Weet jij hoe oud meneer Buizer is.....
10. Bij het schoolvak Nederlands doe ik altijd extra goed mijn best.....

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
1. Kijk uit!
2. In Nederland wonen 17 miljoen mensen.
3. Weet jij welke speler er bij de wedstrijd van Feyenoord heeft gescoord?
4. Mijn opa is zeventig jaar geworden, hoera!
5. In welk jaar ben jij geboren?
6. Wat een goed idee!
7. Bij het vak Nederlands doe ik altijd goed mijn best.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik
je hoofdletters?

Slide 6 - Woordweb

Het maakt het lezen makkelijker en je kunt een tekst beter begrijpen.
Hoofdletters
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken
en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.
Maandag begint de schoolweek.
Mijn moeder heet Ineke.
Mijn schoenen zijn van Nike.
Zij wonen in Leiden.
Heb jij een kerstboom met Kerst?
Op een maandag in november waait de wind uit het noorden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOOFDLETTERS

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In elk rijtje staat een woord dat met een hoofdletter geschreven moet worden. Welke?
1. instagram - moeder - kledingzaak - ontbijt
2. nederlands - geschiedenis - aardrijkskunde - economie
3. zee - rotterdamse - strand - vakantie - supermarkt
4. fatbike- eiland - winkel - tesla
5. meisje - vera- vriendinnen - feest
6. hoofdstad - fc utrecht - bands - festival - voetbal 
7. sport - adidas - tennis - voetbal - schoenen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
1. Instagram - moeder - kledingzaak - ontbijt
2. Nederlands - geschiedenis - aardrijkskunde - economie
3. zee - Rotterdamse - strand - vakantie - supermarkt
4. fatbike - eiland - winkel - Tesla
5. meisje - Vera - vriendinnen - feest
6. hoofdstad - FC Utrecht - bands - festival - voetbal
7. sport - Adidas - tennis - voetbal - schoenen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Punt
aan het eind van een gewone zin
De deur van mijn kamer staat open.
Vraagteken
aan het eind van een vraagzin
Zijn ze erg zenuwachtig?
Uitroepteken
na een uitroep
Doe je best!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf werken: schrijf de zinnen over. 
Zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plek.
1. de mooiste provincie van nederland is limburg
2. wat een mooie jas
3. in ouderkerk aan de amstel zijn veel leuke restaurants
4. voetbalclub ajax komt uit amsterdam
5. zullen wij morgen op bezoek bij opa en oma
6. ik houd van winkelen bij h & m  
7. mijn moeder houdt van de spaans en grieks eten 
8. wil jij mijn tas even aangeven
9. ben jij jarig in de maand januari of juni
10. de regering van nederland vind je in amsterdam

Hoe? in je schrift.
Hoe lang? 10 min.
Klaar? lezen.

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les
Boeken in je tas en blijven zitten.


Stoel aanschuiven, lokaal netjes achterlaten voor de volgende klas.

Rustig het lokaal verlaten.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Punt
aan het eind van een gewone zin
De deur van mijn kamer staat open.
Vraagteken
aan het eind van een vraagzin
Zijn ze erg zenuwachtig?
Uitroepteken
na een uitroep
Doe je best!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies