6.1 Zien BK/KGT

BETER (verwachtingen)
B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​

E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. ​

T= Telefoon in je tas.​

E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​

R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
vormgevingMiddelbare schoolMBOvwoLeerjaar 2Studiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BETER (verwachtingen)
B= Binnen komen (Je komt rustig binnen)​

E= Eerst jas ophangen, tas uitpakken, boeken pakken en wachten tot de les begint. ​

T= Telefoon in je tas.​

E= Eigen werkplek ( Je blijft op je eigen werkplek zitten)​

R= Rustig op je plek zitten en als je een vraag hebt, steek je je vinger op​

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6: Licht 
6.1 Zien
6.2 Schaduwen 
6.3 Spiegelen
6.4 Filmen met je ogen
6.5 Lenzen gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les weet je:
  1. Het verschil tussen een directe en indirecte lichtbron;
  2. Uit welke kleuren zonlicht bestaat;
  3. Hoe je kleuren kunt zien

Slide 3 - Tekstslide

Een directe lichtbron
(lamp, zon, vuur) 
Een indirecte lichtbron;
De maan weerkaatst het zonlicht

Slide 4 - Tekstslide

Regenboog
Wit licht bestaat uit zeven kleuren:
Rood Oranje Geel Groen Blauw Indigo Violet

Ezelsbruggetje
ROGGBIV  (ROGGeBrood) Is Vies

Slide 5 - Tekstslide

Zonlicht

Slide 6 - Tekstslide

Infrarood IR
Afstandbediening
Alarm
Verwarming

Slide 7 - Tekstslide

Ultra violet
Betekent: voorbij het violet

Dit licht is schadelijk en gezond!!!
Je wordt er bruin van.
Je maakt er Vitamine D mee.

Slide 8 - Tekstslide

Kleuren van voorwerpen zien
Je kunt alleen de kleuren van voorwerpen zien waarvan de gekleurde lichtstralen op jouw netvlies vallen (op de kegeltjes dus).

                                                  Een voorwerp weerkaatst alleen de  kleur die het heeft.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Wat ga je doen? 
Je maakt de opdrachten die horen bij 6.1
Werk netjes en zorgvuldig
Klaar ---> Laat je werk controleren, daarna nakijken
Niet klaar ---> Thuis afmaken en de volgende les nakijken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide