Handelaars --> krijgen maand uitstel van betaling --> verkoopfactuur
Slide 6 - Tekstslide
De klanten
Wanneer een klant gebruikt maakt van de uitstel --> Outdoor heeft een vordering op de klant
Bijvoorbeeld: Joker vakantiereizen koopt 5 slaapzakken bij Outdoor. Ze krijgen een verkoopsfactuur en betalen pas binnen 15 dagen. Tot het moment dat ze betalen heeft Outdoor nog een vordering op de klant Joker vakantiereizen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De leveranciers
= Outdoor koopt goederen zelf aan --> Aankoopfactuur
Outdoor krijgt ook uitstel van betaling --> schuld tegenover de leverancier
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Indelingen van de aankopen
1. Handelsgoederen Doel = Winst maken
2. Diensten en diverse goederen
Doel= Vlotte werking van het bedrijf + verkoop stimuleren
3. Investeringen
Bezittingen die meerdere jaren worden gebruikt voor de bedrijfsactiviteiten
Slide 11 - Tekstslide
De activiteiten van een onderneming
Commerciële activiteiten
Financiële activiteiten
Investeringen
Slide 12 - Tekstslide
Commerciële activiteiten
- Aankopen van handelsgoederen - Aankopen van diensten en diverse goederen - verkopen van handelsgoederen
Documenten: - Aankoopfactuur - Verkoopfactuur
Slide 13 - Tekstslide
Welke diensten en diverse goederen koopt 'Outdoor' aan?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Financiële activiteiten
- Betalen van aankopen aan leveranciers
- Geld ontvangen van klanten
Documenten: - Rekeninguitreksel - Kasdocument
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Investeringen
- Aankopen van vaste bedrijfsmiddelen of investingsgoederen zoals gebouwen, meubilair, machines, bestelwagens, computers
Documenten: Aankoopfactuur
Slide 18 - Tekstslide
Quiz: Deel I
Slide 19 - Tekstslide
Wat is een organogram?
Slide 20 - Open vraag
Welke drie activiteiten onderscheiden we in een handelsonderneming?
Slide 21 - Open vraag
Wat is het doel van het aankopen van handelsgoederen?
A
Winst maken
B
Een vlotte werking van het bedrijf
C
Bezittingen hebben
Slide 22 - Quizvraag
Dit kopen bedrijven voor een vlotte werking van het bedrijf
A
Handelsgoederen
B
Diensten en diverse goederen
C
Investeringen
Slide 23 - Quizvraag
Personen of bedrijven die goederen en/of diensten aankopen bij de handelaar
A
Leveranciers
B
Klanten
C
CEO
D
medewerkers
Slide 24 - Quizvraag
De goederen die aangekocht en weer verkocht worden noemt men ...
A
Handelsgoederen
B
Bedrijfsgoederen
Slide 25 - Quizvraag
Het totale bedrag dat een handelaar nog te goed heeft van de klanten
A
Een schuld
B
Een vordering
Slide 26 - Quizvraag
Bedrijfsmiddelen die lang meegaan in de zaak
A
Handelsgoederen
B
Diensten en diverse goederen
C
Investeringen
Slide 27 - Quizvraag
Het geheel van de goederen die een winkelzaak aanbiedt in zijn zaak
A
Assortiment
B
Klanten
C
Leveranciers
D
Aanbod
Slide 28 - Quizvraag
Ontstaat wanneer een leverancier niet onmiddellijk wordt betaald
A
een vordering
B
Een schuld
C
Een kost
D
Een opbrengst
Slide 29 - Quizvraag
Quiz: over welk soort activiteit gaat het?
Quiz: over welk soort activiteit gaat het?
Quiz: over welk soort activiteit gaat het?
Slide 30 - Tekstslide
Factuur van leverancier De Jan ivm de levering van 100 nieuwe computers.
A
Commerciële activiteit
B
Financiële activiteit
C
Investering
Slide 31 - Quizvraag
Rekeninguittreksel ivm de betaling van de 100 nieuwe pc's.
A
Commerciële activiteit
B
Financiële activiteit
C
Investering
Slide 32 - Quizvraag
Aankoopfactuur van een leverancier ivm de levering van 10 nieuwe tenten.
A
Commerciële activiteit
B
Financiële activiteit
C
Investeringen
Slide 33 - Quizvraag
Verkoopfactuur aan 'Joker groepsreizen' van 4 tenten.
A
Commerciële activiteit
B
Financiële activiteit
C
Investeringen
Slide 34 - Quizvraag
Aankoopfactuur van leverancier Electrabel.
A
Commerciële activiteit
B
Financiële activiteit
C
Investering
Slide 35 - Quizvraag
Rekeninguitreksel ivm de betaling van de factuur van Electrabel