Periode 7: Les 7: gehandicaptenzorg BBL (herhaling theorie)

Profieldeel gehandicaptenzorg
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Profieldeel gehandicaptenzorg

Slide 1 - Tekstslide

Profieltoets 

Thema 1: Hoofdstuk 1; Oriëntatie op de gehandicaptenzorg
  Thema 1: Hoofdstuk 2; Geschiedenis van de gehandicaptenzorg en voorzieningen 
- Thema 2: Hoofdstuk 5: deskundige zorg en ondersteuning 

 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werden zorgprofielen voorheen genoemd?

Slide 3 - Open vraag

Benoem de 4 uitgangspunten van deskundige ondersteuning

Slide 4 - Open vraag

Vraaggericht werken is pas mogelijk als je de cliënt kent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Als PB'er ga je een gelijkwaardige relatie aan met cliënten maar is er ook sprake van ongelijkwaardige positie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Benoem 1 voor en nadeel van een langdurige werkrelatie met een cliënt

Slide 7 - Open vraag

Een reëel beeldvorming hebben over je cliënt betekent:

Slide 8 - Open vraag

Je laat de cliënt de mogelijkheid om zelf keuzes te maken
Anders is er sprake van betutteling of machtsmisbruik

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Dorothea Timmers-Huigens onderscheidt verschillende manier waarop iemand met een verstandelijke beperking zichzelf en de wereld om zich heen beleeft. Welke vier onderscheidt zij?

Slide 10 - Open vraag

Noem een voorbeeld van vormgevend ervaren

Slide 11 - Open vraag

Vanaf 1955 komt men erachter dat een verstandelijke beperking niks te maken heeft met 'afkomst' of 'milieu'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Vanaf 1900 is er een grote vooruitgang in de medische kennis en kunde. Wat gebeurt er zoal?
A
Er komen revalidatieklinieken waar mensen medische en sociale zorg krijgen
B
Er wordt gebruik gemaakt van zorgzwaartepaketten
C
DVO's (Dagverblijven voor ouderen) worden opgericht
D
De krankzinnigenwet wordt ingevoerd

Slide 13 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van associatief ervaren

Slide 14 - Open vraag

Noem een voorbeeld van lichaam gebonden ervaren

Slide 15 - Open vraag

Benoem de definitie van een verstandelijke beperking

Slide 16 - Open vraag

Vanaf 1990 komt er steeds meer aandacht voor de zelfbeschikking van mensen met een beperking en voor zorg op maat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Iemand die blind is heeft een progressieve beperking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Iemand die een spierziekte heeft, heeft een progressieve beperking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent 'ZEVMB'?

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent de WMO en wanneer doe je hier een beroep op?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een KGVT?

Slide 22 - Open vraag