T2: Future Tenses

Future Tenses
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Future Tenses

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • Aan het einde van de les heb ik opgehaald wat ik nog weet over the future tense in English.
  • Aan het einde van de les kan ik de 4 toekomstvormen toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The future
4 different ways to talk about the future

  • Voorspelling ZONDER bewijs
  • Voorspelling MET bewijs
  • Afspraak nabije toekomst
  • Tijden volgens vast schema

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling ZONDER bewijs
will + hele ww

Om iets aan te bieden, belofte, aankondiging, besluit 
Voorspellingen ZONDER bewijs

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling ZONDER bewijs
will + hele ww

We will help you with the dishes. --> je biedt het aan
I will call Patrick tomorrow. I promise! --> belofte
You know what? I will donate to charity! --> aankondiging/besluit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling MET bewijs
am/are/is + going to + hele ww

In de toekomst van plan, voorspelling MET bewijs.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorspelling MET bewijs
am/are/is + going to + hele ww

Look at the sky. It is going to rain tonight. --> donkere lucht
I think he is going to kill me --> man met mes voor me

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraak nabije toekomst
present continuous (am/are/is (not) + ww + ing)

Afspraken waarvan de tijd en/of plaats al vast staat.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vast schema
present simple (he/she/it ww+s)

Treintijden, openingstijden, lesrooster etc.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vast schema
present simple (he/she/it ww+s)

Let op! Bij ontkenning geen +s bij ww.

The train departs at a quarter past five. --> schema
Spring break doesn't start next week. --> feit

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future tenses
Present Simple 
Habits & routines
he/she/it + ww + s
To be going to 
Plans, you have an idea of what's going to happen & 
Predictions based on evidence
am/is/are + going to + ww
Will/shall
(won't)
Forming a plan &
Predictions based on an opinion
Shall       I & we

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When do you use

Present Simple
A
iets gaat gebeuren en is gepland
B
belofte, voorspelling, spontaan besluit
C
plan, voorspelling met bewijs
D
volgens bepaald schema

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When do you use

to be going to
A
iets gaat gebeuren en is gepland
B
belofte, voorspelling, spontaan besluit
C
plan, voorspelling met bewijs
D
volgens bepaald schema

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When do you use

will / shall
A
iets gaat gebeuren en is gepland
B
belofte, voorspelling, spontaan besluit
C
plan, voorspelling met bewijs
D
volgens bepaald schema

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The Future canNOT be made with these tenses.
A
present perfect
B
present simple
C
present continuous
D
will/won't

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which sentenses are written in the future tense?
A
I will help you tomorrow.
B
Shall I help you?
C
I am going to play football.
D
He helps you every day

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... (call) you later.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My parents ... (move) to Hengelo next week.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Our guests ... (arrive) tomorrow.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complete the sentnces with the correct form of the future tense:

John ... (buy) a new car tomorrow.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I hear the phone ringing, I ...(get) it.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

She said she didn't love him anymore. She __ him soon.
I think she __ the dog at an animal shelter.
She already signed the contract. She __ for New York next week.
You better hurry! The bus __ at 2 p.m.
will leave
is going to leave
leaves
is leaving

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... (make) you a cup of tea.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

You ... (understand) this today.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

She ... (go) to handball practice on Thursdays.
A
will go
B
goes

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... (play) football at the footballclub tonight.
A
play
B
am playing
C
am going to play
D
will play

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I ... (go) to a concert at Paradiso this Wednesday.
A
am going
B
go
C
will go
D
am going to go

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We ... (have) dinner at half past five tonight.
A
have
B
has
C
will have
D
are going to have

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The museum ... (close) at half past five.
A
close
B
closes
C
will close
D
is going to close

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The shops ... (open) at half past eight.
A
open
B
opens
C
will open
D
is going to open

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The bus ... (leave) at half past two.
A
leave
B
leaves
C
is going to leave
D
will leave

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • voorspelling
  • geen bewijs
  • spontaan
  • voorspelling
  • bewijs
  • vast schema
  • rooster
will + ww
to be + going to + ww
present simple

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

My soccer practice starts at 11.00 every Sunday.
A
voorspelling/spontaan
B
voorspelling met bewijs
C
gepland
D
vast schema

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Look at those clouds! It is going to rain soon!
A
voorspelling/spontaan
B
voorspelling met bewijs
C
gepland
D
vast schema

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You know what, I think I will go to McDonalds now.
A
voorstel/spontaan
B
voorspelling met bewijs
C
gepland
D
vast schema

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the future, people .... to space all the time.
(travel)
A
will travel
B
are going to travel
C
are travelling
D
travel

Slide 36 - Quizvraag

will: onzeker
My train always ... from platform 6 at six o'clock.
(to leave)
A
will leave
B
is going to leave
C
is leaving
D
leaves

Slide 37 - Quizvraag

vast schema
Look at the sky! It ..... in a few minutes.
(rain)
A
will rain
B
is going to rain
C
is raining
D
rains

Slide 38 - Quizvraag

voorspelling met bewijs
The first hour at ROER College ..... at 8.30. (begin)
A
will begin
B
is going to begin
C
is beginning
D
begins

Slide 39 - Quizvraag

vast rooster
There is someone at the door. I ..... the door.
(open)
A
will open
B
am going to open
C
am opening
D
open

Slide 40 - Quizvraag

spontaan
I think I ..... a new one today, my old one just broke.
(buy)
A
will buy
B
am going to buy
C
am buying
D
buy

Slide 41 - Quizvraag

spontaan
She looks like she .... down, catch her!
(fall)
A
will fall
B
is going to fall
C
is falling
D
falls

Slide 42 - Quizvraag

voorspelling met bewijs
The schoolweek .... on Friday.
(end)
A
will end
B
is going to end
C
is ending
D
ends

Slide 43 - Quizvraag

vast rooster
Future tenses
you can practice this some more

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I can use the different forms of the future tense correctly
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies