woordbenoemen

Woordbenoemen
Welke woordsoorten zijn er ook alweer?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordbenoemen
Welke woordsoorten zijn er ook alweer?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
We gaan het hebben over de verschillende woordsoorten die er zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Lidwoord
      - De, het en een

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
                     - Waar je de, het of een voor kan zetten
- Je kan het vaak aanraken
- Het is vaak een ding of mens
- Bijvoorbeeld: Het oog of de mens of het kastje

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
- Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
- Bijvoorbeeld: Blauwe smurf of grote huis

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoord
- Iets wat je kan doen of maken
- Vervoegingen tellen ook als werkwoord (zijn-ben-was)
- Bijvoorbeeld: Lopen of schieten of hangen of zijn

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsel
- Kast woordjes
Bijvoorbeeld: naar, met, tussen, op, in, tegen
- Tegen de kast, in de kast

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
Zijn blauwe ogen schitteren in het licht.

Slide 8 - Tekstslide

  De mussen zitten op de rand van het dak.

Slide 9 - Tekstslide

De auto staat op de stoep geparkeerd.

Slide 10 - Tekstslide

Nu alleen
1. Het koperen voorwerp stond in de tuin.

2.  Ik draag een wollen trui.

3. Een vinger in de pap hebben.

Slide 11 - Tekstslide