Herhaling H3 Nederland en Indonesië

herhaling H3

 Nederland en Indonesië










Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

herhaling H3

 Nederland en Indonesië










Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942

Slide 1 - Tekstslide

Handelen in Oost-Azië
Portugezen waren de eerste Europeanen die de route naar Oost-Azië vonden. Ze haalden er specerijen: fijne smaak- en geurstoffen, zoals peper en nootmuskaat.

In 1596 bereikten Nederlanders voor het eerst Oost-Azië (Java in Indonesië).

De bevolking van Java deed aan landbouw en handel (met kooplieden uit Azië en het Midden-Oosten).

De kaart van de Indonesische eilandengroep op de kaart van Europa.

Slide 2 - Tekstslide

De oprichting van de VOC
In 1600 waren Nederlanders de belangrijkste Europese handelaren in Azië.

Er ontstond hevige concurrentie onder Nederlandse kooplieden -> winsten daalden -> in 1602 oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC): handelsbedrijf dat van Nederland als enige handel mocht drijven ten oosten van Afrika.


 

Slide 3 - Tekstslide

De VOC in Azië
De VOC mocht namens Nederland:
  • Handel drijven. Op de handel in Azië had de VOC een monopolie: alleenrecht
  • Forten bouwen
  • Oorlog voeren en gebied veroveren
  • Gebied besturen

De VOC verjoeg Engelse en Portugese concurrenten en trad hard op tegen de bevolking van de Molukken.
De VOC veroverde Jakarta (op Java). Deze havenstad heette voortaan Batavia en werd het hoofdkwartier van de VOC in Azië.
De VOC maakte veel winst op de handel in specerijen.


Slide 4 - Tekstslide

Deelname aan de handel in Azië
Overal in Azië stichtte de VOC factorijen: handelspost in het buitenland met kantoren en pakhuizen.
  
De VOC deed mee aan de bestaande handel in Azië.

De bevolking van Java moest voor de VOC koffie, thee en suiker verbouwen.

De factorijen van de VOC in Azië.

Slide 5 - Tekstslide

Het einde van de VOC
In 1799 ging de VOC failliet.

Oorzaken onder meer:
  • Slechte boekhouding
  • Concurrentie van Franse en Engelse compagnieën
  • Oorlogen met Engeland

Slide 6 - Tekstslide

De kolonie Nederlands-Indië
In 1816 werden de gebieden in Indonesië, waarover de VOC had geheerst, de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië.
Er kwam een koloniaal leger: het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL).
Kolonie: overzees gebied dat wordt bestuurd door mensen uit het moederland.

Tussen 1870 en 1914 kwam het hele Indonesische eilandenrijk onder gezag van Nederland.

Door de opening van het Suezkanaal (Egypte) werd de bootreis naar Indonesië veel korter.

Om Atjeh (Noord-Sumatra) te veroveren voerde het KNIL een bloedige oorlog die 30 jaar duurde.

Slide 7 - Tekstslide

Nederlandse invloed in Indonesië tussen 1600-1900.

Slide 8 - Tekstslide

Het Nederlandse kolonialisme
Plaatselijke vorsten en edelen mochten aanblijven als ze zich aan het Nederlandse
bestuur onderwierpen.

Volken die zich tegen het Nederlandse kolonialisme verzetten, werden door het KNIL met geweld onderworpen.

Kolonialisme: het gedrag van landen met kolonies.

Twee koloniale bestuurders: de vorst van Yogyakarta (op Java) en een hoge Nederlandse ambtenaar.

Slide 9 - Tekstslide

Koloniale wereldrijken
Ook andere Europese landen namen grote gebieden in Azië en Afrika in bezit en werden koloniale wereldrijken.

Waarom Europese landen rijken konden stichten:
  • Europeanen hadden betere wapens
  • Europeanen hadden moderne transportmiddelen
  • De lokale bevolking hielp de Europeanen in het bestuur en het leger

Slide 10 - Tekstslide

De economie in Nederlands-Indië
Van 1830-1870 verdiende Nederland veel aan het cultuurstelsel: systeem waarbij Javaanse boeren voor Nederland verplicht vooral koffie verbouwden.
Na 1870 stichtten Nederlandse ondernemers plantages: grote landbouwbedrijven waar meestal één gewas wordt verbouwd (bijvoorbeeld koffie).
Na 1900 wonnen Nederlandse bedrijven nieuwe producten, zoals aardolie en rubber.

Cultuurstelsel bedacht door Johannes van den Bosch

Slide 11 - Tekstslide

Ethische politiek
Nederland verdiende aan Nederlands-Indië.
Indonesiërs kregen te maken met ellende door:
  • Hongersnoden
  • Slechte arbeidsomstandigheden (vooral voor op plantages)
Hierop kwam steeds meer kritiek.

Verhalen over misstanden in Indonesië leidden in Nederland tot het verlangen een einde te maken aan de onderontwikkeling: achtergebleven in ontwikkeling en daardoor arm.

Daarom voerde Nederland vanaf 1901 een ethische politiek: streven van de Nederlandse regering naar welvaart en ontwikkeling voor de Indonesische bevolking.

Slide 12 - Tekstslide

De maatregelen die Nederland nam
In het kader van de ethische politiek gaf de Nederlandse regering veel geld uit aan:

  • Verbetering van landbouwgrond door irrigatie -> rijstproductie steeg -> geen hongersnood meer
  • Verbetering van medische zorg (ziekenhuizen, hulpposten en inenting bevolking)
  • Scholen voor Indonesiërs

School voor Indo-Europese jongens. Aan de muur hangen kaarten van Nederland en Europa (rond 1900).

Slide 13 - Tekstslide

Volksraad
Op den duur zouden de Indonesiërs zichzelf mogen besturen van Nederland.

Eerste stap naar zelfbestuur was oprichting van de Volksraad in 1918: raad van Nederlanders en Indonesiërs die advies gaven aan de Nederlandse regering.

In de praktijk hoefde men niets te doen met het advies, dus het stelde eigenlijk niet veel voor.
Bovendien bestond de raad maar voor de helft uit Indonesiërs, die niet allemaal gekozen waren maar ook benoemd door de Nederlandse machthebbers.

Slide 14 - Tekstslide

Het nationalisme
Door het onderwijs kwamen Indonesiërs in contact met westerse ideeën, zoals het nationalisme: 1 sterke liefde voor het eigen volk, 2 het verlangen naar een eigen staat en 3 het streven om de eigen staat sterker te maken.

Ideeën van Indonesische nationalisten:
  • Indonesiërs waren één volk
  • Indonesische volk had recht op onafhankelijkheid
Twee groepen streefden naar onafhankelijkheid:
  • Communisten. Opstand van communisten in 1926 hard neergeslagen door het KNIL.
  • Nationalisten (PNI) onder leiding van Soekarno. Na 1929 werden veel nationalisten gevangen gezet of verbannen.
Nederland dacht dat de rust was hersteld in de kolonie.

Slide 15 - Tekstslide

De Communistische Partij in Nederland was voor onafhankelijkheid van Indonesië. 

Op de achtergrond is de communistische leider Lenin te zien. Hij had de volkeren in de kolonies opgeroepen in opstand te komen tegen hun 'onderdrukkers'.

Slide 16 - Tekstslide



Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.

Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker

Slide 17 - Quizvraag



Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren

Slide 18 - Quizvraag



Waarom betrokken de Nederlandse bestuurders de Indonesische adel bij het bestuur van Java?
A
Omdat de Indonesische adel bij de verkiezingen inspraak eiste in het bestuur
B
Omdat de Indonesische bevolking beter luisterde naar de eigen Indonesische vorsten dan naar de Nederlandse bestuurders
C
Omdat de Nederlandse bestuurders zich hielden aan een oud verdrag waarin inspraak van de adel was vastgelegd

Slide 19 - Quizvraag



Vanaf ongeveer 1900 vonden veel Nederlanders dat Nederland niet alleen moest verdienen aan Indonesië. Nederland moest het land ook helpen met bijvoorbeeld onderwijs en ziekenzorg.

Onder welke naam staan deze plannen bekend?
A
batig slot
B
ethische politiek
C
kolonisatie

Slide 20 - Quizvraag



Na 1870 kreeg Nederland meer macht in Indonesië.

Met welk gevolg kreeg Nederland al snel te maken?
A
Er werd meer gevochten tussen Indonesiërs onderling.
B
Er werd minder vaak gevochten tussen Nederlanders en Indonesiërs.
C
Het verzet van de Indonesiërs tegen de Nederlanders nam toe.

Slide 21 - Quizvraag



Tussen 1900 en 1945 groeide het nationalisme in Indonesië.

Welke oorzaak voor de groei van het nationalisme is juist:
A
de invoering van de Ethische Politiek
B
de Nederlandse belofte van onafhankelijkheid
C
de toename van de Indonesische bevolking

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

De Japanse bezetting
In 1942 werd Nederlands-Indië bezet door Japan -> er kwam een einde aan het Nederlandse gezag.

Indonesische nationalisten hielpen de Japanse bezetters, omdat Japanners beloofden Indonesië onafhankelijk te laten worden.

 

Japanse propaganda: het Japanse leger verbreekt de ketens waarmee Azië vastzit aan de Europese 'onderdrukkers' (rond 1940).

Slide 24 - Tekstslide

De gevolgen voor de bevolking
  • Japanners maakten een einde aan Nederlandse invloed (Batavia werd Jakarta, Nederlandse taal verboden).
  • Nederlanders werden opgesloten in kampen en gedwongen tot dwangarbeid.
  • Indonesiërs moesten rijst, rubber en olie aan Japan leveren.
  • Indonesiërs stierven door honger en uitputting als gevolg van dwangarbeid.

Slide 25 - Tekstslide

Dekolonisatie
Nederlandse propaganda: Nederland brengt de Indonesiërs orde en rust na de terreur van de Japanners (1945).

1945: Japan gaf zich over -> Soekarno riep onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië uit -> chaos (veel Indonesiërs en Nederlanders vermoord).

Nederland weigerde Indonesië onafhankelijkheid te laten worden.

Maar VS en Groot-Brittannië wilden dekolonisatie (het onafhankelijk worden van kolonies) van Indonesië.

Slide 26 - Tekstslide

Het akkoord van Linggadjati 1946
Nederland en de Republiek Indonesië sloten een akkoord. De Republiek Indonesië zou onderdeel worden van een federatie: verbond van staten die op belangrijke punten zelfstandig zijn.

Veel Nederlanders en Indonesiërs waren tegen het akkoord. Indonesiërs wilden dat heel Indonesië een eenheidsstaat werd: een staat waarin alle lagere besturen ondergeschikt zijn aan de centrale regering.

Slide 27 - Tekstslide

Twee politionele acties
Na het akkoord ontstond wanorde in Indonesië.

Om de orde te herstellen liet de Nederlandse regering in 1947 en 1948 twee politionele acties uitvoeren: grote militaire operaties van het Nederlandse leger tegen de Indonesische nationalisten.

De VS en de Verenigde Naties dwongen Nederland tot praten met Indonesië over onafhankelijkheid.

Slide 28 - Tekstslide

De Indonesische onafhankelijkheid
In december 1949 vond de soevereiniteitsoverdracht plaats (hier:) het afstaan van het hoogste gezag over Indonesië aan de Indonesische regering.

Soekarno werd de eerste president van Indonesië.

Eerst was Indonesië een federatie, maar Soekarno maakte er in 1950 een eenheidsstaat van.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

De koloniale erfenis
Na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 vertrokken de meeste blanke en veel Indische Nederlanders uit Indonesië naar Nederland.
Indische Nederlanders: mensen met zowel Nederlandse als Indonesische voorouders.

Veel Molukkers hadden de koloniale overheid gediend. Zij riepen in 1950 de vrije Molukse republiek uit. Indonesië maakte hier een eind aan.

Nederland haalde in 1951 4500 Molukse militairen en hun gezinnen naar Nederland. Zij zouden vertrekken als er een vrije Molukse republiek was opgericht. Nederland steunde dat streven.

Slide 32 - Tekstslide

Nederlanders voerden actie voor het Molukse streven naar een eigen staat (jaren 1950).

Slide 33 - Tekstslide

De Molukkers in Nederland
In de jaren 1960 werd de relatie tussen Nederland en Indonesië beter -> Nederland steunde het ideaal van een vrije Molukse republiek niet meer
-> Molukkers moesten zich aanpassen aan de Nederlandse samenleving.

Er ontstonden spanningen met Molukkers die vasthielden aan het ideaal van een eigen staat.

Ideaal: iets dat je graag wilt bereiken.

Molukse jongeren die bleven streven naar een vrije Molukse republiek voerden in de jaren 1970 gijzelacties uit.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Nieuw-Guinea
In de jaren 1950 ontstonden spanningen over Nieuw-Guinea. Een deel van dat eiland was van Nederland en Indonesië wilde het inlijven. Om Nederland onder druk te zetten, nationaliseerde Indonesië in 1957 Nederlandse bedrijven.
In 1962 kwam Nieuw-Guinea, onder druk van de VS, helemaal bij Indonesië.

Nationaliseren: in bezit van de staat brengen.

In 1965 werd Soekarno met een bloedige staatsgreep door het leger afgezet.

Generaal Soeharto werd de nieuwe president van Indonesië. Daarna verbeterde de relatie tussen Indonesië en Nederland.
Maar er bleven ook spanningen optreden, bijvoorbeeld over het geweld dat Nederland tussen 1945 en 1949 had gebruikt.

Slide 36 - Tekstslide

Welke staat in de juiste volgorde?
A
Politionele actie - Akkoord van Linggadjati - Onafhankelijkheid Indonesië
B
Onafhankelijkheid Indonesië - Akkoord van Linggadjati - Politionele actie
C
Akkoord van Linggadjati - Politionele actie - Onafhankelijkheid Indonesië

Slide 37 - Quizvraag

Wie verklaart Indonesië onafhankelijk?
A
Koningin Wilhelmina
B
Soekarno
C
Hatta
D
Keizer Hirohito

Slide 38 - Quizvraag

Indonesië werd definitief onafhankelijk op
A
25 december 1947
B
26 december 1951
C
27 december 1949
D
1 april 1933

Slide 39 - Quizvraag

Waarom was men in Indonesië tegen een onafhankelijke Molukse Republiek?
A
Een onafhankelijke Molukse Republiek zat de eenheid van Indonesië in de weg
B
Er was een gebrek aan geld voor een onafhankelijke Molukse Republiek
C
Een onafhankelijke Molukse Republiek mocht wel, maar pas wanneer Indonesië stabiel was
D
Veel Molukkers hadden in het KNIL gediend. Ze voelden zich verbonden met NL. Men zag hen als verraders.

Slide 40 - Quizvraag


Waarom kwamen de Molukkers naar Nederland
A
Niet meer welkom in Indonesië
B
Wilden meer geld verdienen
C
Waren vluchtelingen
D
Wilden in Nederland wonen

Slide 41 - Quizvraag

Op welke manier probeerde de Molukse gemeenschap aandacht te vragen voor de Molukse Republiek?
A
Gijzeling en treinkaping
B
Stakingen in Den Haag
C
Doelbewust vermoorden van Nederlandse burgers
D
Overleg met de minister-president

Slide 42 - Quizvraag

Waarom werden de relaties tussen Nederland en Indonesië beter na 1965?
A
Soeharto was minder anti-Nederlands
B
Soekarno wilde beter relaties met Nederland
C
De Indische Nederlanders wilden dat graag
D
Nederland mocht Nieuw Guinea houden als kolonie.

Slide 43 - Quizvraag

Waarom vinden veel Indië-veteranen dat de Koning zijn excuses niet had moeten aanbieden?
A
De koning gaat niet over militaire zaken
B
De Indische soldaten waren de oorlogsmisdadigers
C
De NLse soldaten worden als oorlogsmisdadigers neergezet.
D
De NLse soldaten handelden in opdracht van de regering van NL

Slide 44 - Quizvraag

Het is terecht dat Nederland excuses aan Indonesië heeft aangeboden voor het geweld tijdens de dekolonisatie
A
Eens
B
Oneens

Slide 45 - Quizvraag


Hoe goed ken je dit hoofdstuk?
010

Slide 46 - Poll