In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H1: Steden
paragraaf 13
Slide 1 - Tekstslide
Spoorboekje
Herhaling
aan de slag - atlas
Hoe leer je voor de toets - toetsvragen
opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling
Magister heeft groepjes van 3 of 2 gemaakt.
elk groepje krijgt een paragraaf toegewezen
we starten met 6 minuten STIL de paragraaf lezen
overleg met je groepje wat het belangrijkste is uit de paragraaf en wat je straks aan de andere wilt vertellen
Magister heeft nieuwe groepjes gemaakt en je deelt nu met elkaar wat het belangrijkste uit jouw paragraaf is.
timer
6:00
Slide 3 - Tekstslide
Gebruik de atlas: wat is de titel van de kaart op blz. 20
Slide 4 - Open vraag
Gebruik de atlas, het register van topografische namen. Op welke blz. in de atlas en in welk kaartvak is Gera te vinden?
Slide 5 - Open vraag
Gebruik de atlas. Op welke blz. in de atlas en in welk kaartvak is Bodrum te vinden?
Slide 6 - Open vraag
Gebruik de atlas. Op welke blz. in de atlas en in welk kaartvak is Bug te vinden?
Slide 7 - Open vraag
Oefen met de atlas: In welk register zoek je de levensverwachting van Denemarken?
Slide 8 - Open vraag
Gebruik de atlas. Op welke blz. in de atlas is informatie te vinden over ijstijden in Nederland
Slide 9 - Open vraag
Oefenen voor de toets
wat kan je verwachten:
open vragen en meerkeuzen vragen
Niet alleen maar begrippen
Slide 10 - Tekstslide
1p Vanaf 1850 trokken veel werkloze landarbeiders naar de stad om te gaan werken in de fabrieken. Welk begrip hoort hierbij?
A
agglomeratie
B
re-urbanisatie
C
suburbanisatie
D
urbanisatie
Slide 11 - Quizvraag
1p Steden geven jaarlijks heel veel geld uit om reclame te maken voor hun stad. Dit noem je ook wel ‘citymarketing’. Geef een reden waarom een stad veel geld uitgeeft aan citymarketing.
Slide 12 - Open vraag
Antwoord
Voorbeeld van een juist antwoord:
Steden concurreren met andere steden om bedrijven / mensen / evenementen aan te trekken en zo geld te verdienen / de werkgelegenheid te verhogen.