H5 herhalen par 1, 2 en 3

Vandaag
- Herhalen paragraaf 1, 2 en 3 van H


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Herhalen paragraaf 1, 2 en 3 van H


Slide 1 - Tekstslide

Communiceren
Communicatie
Het doorgeven en ontvangen van informatie.

Medium
Een middel om te communiceren.

Communicatie vindt de hele dag door plaats. Door met elkaar te praten, telefoneren, appen, televisie te kijken, enzovoort. Er is altijd sprake van een zender en ontvanger.

Bij communicatie is er altijd sprake van een medium. Denk aan:
je telefoon, internet,  de krant, televisie / radio
 

De belangrijkste communicatie middelen samen noemen we 'media'. 

Slide 2 - Tekstslide

Communicatiemodel

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijk of massaal

Persoonlijke 
communicatie                      
Massa-
communicatie
Massamedia

Openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt.

Media die een grote groep bereiken.

Er is één zender en één ontvanger

Slide 4 - Tekstslide

Waar gebruiken we de media voor?

Kennis en nieuws 

Ontspanning

Contact

Laten zien wie je bent





Slide 5 - Tekstslide

Mediawijsheid
Je bent mediawijs als je:
  • Voorzichtig bent met het delen van je privégegevens
  • Kritisch omgaat met de informatie die je hoort of ziet

Stel vragen:
  • Van wie komt de informatie en wat is het belang van de zender?
  • Wil de zender mij informeren of iets verkopen?
  • Wat zeggen andere media over deze informatie?


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is nieuws
Is het actueel? 
Is het bijzonder?
Bekende mensen?
Dichtbij of veraf?
Doelgroep?
Belangrijk voor de samenleving?

Slide 13 - Tekstslide

Waar komt het nieuws vandaan?
Journalisten zoeken zelf
Volgen berichten op social media
ANP = persbureau

Slide 14 - Tekstslide

Waar of niet?
Bericht in krant meestal juist
Journalist moet informatie controleren door
hoor en wederhoor?
Objectief: Hoe iets werkelijk is, de feiten
Subjectief: Ze geven aan wat iemand ergens van vindt oftewel er zit een mening in verwerkt.

Slide 15 - Tekstslide

Nepnieuws
Is verzonnen informatie die verspreid wordt om winst te maken of om de mening van mensen te beïnvloeden 
Daarom goed nadenken

Slide 16 - Tekstslide

Maak de samenvatting van paragraaf 1, 2 en 3 op blz 102

Maak de begrippenlijst op blz 104 en 105 t/m "nepnieuws"
Dit is ook het huiswerk

Kijk na met nakijkboekjes

Slide 17 - Tekstslide

Wat is behalve de oplage van een tijdschrift nog meer een verschil met een krant?
A
Een tijdschrift behandeld vaak 1 thema
B
Een tijdschrift bereikt meer mensen
C
Een tijdschrift heeft meer invloed
D
Een krant behandeld vaak maar 1 thema

Slide 18 - Quizvraag

Hoe verdienen commerciele zenders hun geld?
A
Door het verkopen van programma's aan andere zenders.
B
Door het verhuren van presentatoren aan programma's.
C
Door het uitzenden van reclames
D
Door het verkopen van televisiegidsen

Slide 19 - Quizvraag