In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Spreekwoorden en Uitdrukkingen
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking te herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Dit is het leerdoel van de les. Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen weten.
Wat weet je al over spreekwoorden en uitdrukkingen?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn spreekwoorden?
Een spreekwoord is een korte, pakkende uitspraak die een waarheid of wijsheid uitdrukt. Bijvoorbeeld: 'wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd'.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat spreekwoorden zijn en geef een voorbeeld. Vraag de studenten om andere spreekwoorden te noemen die ze kennen.
Wat zijn uitdrukkingen?
Een uitdrukking is een vaste woordcombinatie die figuurlijk is en niet letterlijk kan worden opgevat. Bijvoorbeeld: 'de knoop doorhakken'.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat uitdrukkingen zijn en geef een voorbeeld. Vraag de studenten om andere uitdrukkingen te noemen die ze kennen.
Het verschil tussen spreekwoorden en uitdrukkingen
Het belangrijkste verschil tussen spreekwoorden en uitdrukkingen is dat spreekwoorden een waarheid of wijsheid uitdrukken, terwijl uitdrukkingen figuurlijk zijn en niet letterlijk kunnen worden opgevat.
Slide 6 - Tekstslide
Leg het verschil uit tussen spreekwoorden en uitdrukkingen en geef voorbeelden. Vraag de studenten om het verschil te benoemen tussen een spreekwoord en een uitdrukking.
Oefening: spreekwoord of uitdrukking?
Geef aan of het onderstaande een spreekwoord of een uitdrukking is: 'de appel valt niet ver van de boom'.
Slide 7 - Tekstslide
Geef de studenten een oefening waarbij ze moeten bepalen of een zin een spreekwoord of een uitdrukking is. Bespreek daarna de antwoorden en leg eventueel uit waarom een bepaalde zin een spreekwoord of een uitdrukking is.
Oefening: spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen
Geef aan of het onderstaande een spreekwoord of een uitdrukking is: 'de knoop doorhakken'.
Slide 8 - Tekstslide
Geef de studenten een oefening waarbij ze moeten bepalen of een zin een spreekwoord of een uitdrukking is. Bespreek daarna de antwoorden en leg eventueel uit waarom een bepaalde zin een spreekwoord of een uitdrukking is.
Waarom zijn spreekwoorden en uitdrukkingen belangrijk?
Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn belangrijk omdat ze de taal kleurrijk maken. Ze geven onze taal meer diepgang en betekenis.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit waarom spreekwoorden en uitdrukkingen belangrijk zijn en geef voorbeelden. Vraag de studenten om andere redenen te noemen waarom spreekwoorden en uitdrukkingen belangrijk zijn.
Samenvatting
Spreekwoorden drukken een waarheid of wijsheid uit, uitdrukkingen zijn figuurlijk en niet letterlijk op te vatten. Spreekwoorden en uitdrukkingen geven onze taal meer diepgang en betekenis.
Slide 10 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen. Vraag de studenten om te vertellen wat ze hebben geleerd.